Kies uw kerk

Preek van de week

Preek van de week voor de drieendertigste zondag door het jaar 18 en 19 nov 2017

Preek van de week voor de drieëndertigste zondag door het jaar 18/19 november 2017

Voor hij vertrok, gaf de heer aan zijn knechten respectievelijk vijf talenten,twee en een.
En toen hij thuiskwam, liet hij de eerste twee, van wie de talenten hadden opgebracht,
delen in zijn vreugde.
( naar Matteüs 25,14-23)

overweging bij dit zondags evangelie

Of je nu veel of weinig talenten hebt gekregen,
doet er eigenlijk niet toe. De vraag is wat je met die talenten gedaan hebt
 en of je ze in dienst hebt gesteld van het geluk van je medemens.
Als dat zo is, wil de Heer  je heel graag laten delen in Zijn vreugde,
omdat je, op je eigen manier, aan Zijn droom van een nieuwe wereld
een gezicht en handen en voeten hebt gegeven.

Iedereen heeft talent
Ook al ken ik vele parabels van Jezus in tussen vrij goed, ik blijf het er soms moeilijk mee hebben.
Ook nu weer vertelt Jezus een parabel die slecht afloopt voor een van de personages.
Vorige week vingen vijf minder toegewijde meisjes bot omdat ze geen olie voor hun lampen hadden,
deze keer is de knecht die niets met zijn talent heeft gedaan de pineut.
Net als de meisjes wordt hij buiten geworpen in de duisternis, waar geween en tandengeknars is.
Deze woorden wijzen erop dat ook deze parabel over de eindtijd van,
 en het oordeel over mij handelt bij de terug keer van Jezus.
Als het over talenten gaat denken we aan begaafdheden of bekwaamheden, bij voorbeeld dat iemand goed kan zingen,
koken, talent om te schilderen, handig is enz.
Maar in dit evangelie heeft het woord talent de betekenis van geldwaarde uit de oude Joodse tijd.
Wie werkt wordt beloond, maar deze theorie van loon naar werken past niet goed in de mentaliteit van Jezus.
Neen, deze parabel is geen pleidooi voor 'hard werken', of over hoe men zijn geld moet beleggen.
Ik denk dat ik de bedoeling van Jezus het best benader als ik onder het woord 'talent'
 de gave versta om een goed mens te kunnen zijn.
Iedereen heeft van nature zijn talenten ontvangen van liefde, goedheid, inzet en dienstbaarheid.
Dan zie ik dat het niet gaat om de eerste of tweede knecht en gegeven talenten, dat zijn maar randfiguren.
Waar het om gaat is die derde man (ik?), die zijn talent begraven heeft die hij heeft gekregen.
Die derde knecht koestert angst voor zijn heer en heeft geen vertrouwen in hem,
zodat hij zich de gaven van de heer nooit eigen heeft gemaakt.
Hier hebt gij 'uw' eigendom (talent) terug', zegt hij tot de heer.
Die knecht was lui omdat hij niet begrepen had wat liefde doet en hij niet kon vertrouwen op de goedheid van de heer.
'Ik was bang', uit pure angst weigert hij zijn leven voor de heer in te zetten,
 hij is al blij met wat hij ontvangen heeft, en niet verloren heeft.
Juist dat wantrouwen maakt de heer woedend.
De mens hoeft voor God nooit bang te zijn, Hij zal niet vragen naar drie of vijf talenten.
Hij zal enkel vragen of ik met mijn gekregen talenten gewerkt heb, of ik niet passief ben geweest.
Als ik nooit iets fout doe, dan heb ik ook niet echt geleefd, (zoals bij de derde knecht) en juist dat wil Jezus niet.
God is niet zo dat Hij van mij het driedubbele zal terugvragen van wat Hij mij gegeven heeft.
Als ik omwille van Gods Rijk op aarde niets met mijn talenten doe, dan sluit ik mezelf uit en sta voor God met lege handen.
Dat zou het ergste zijn, ik moet mijn kansen ontdekken en gebruiken, door inzet voor anderen.
God heeft deze gave aan mij geschonken, dan is dat niet om in de koelkast te leggen, maar om ermee te werken.
Wil ik voor Jezus een gat in de grond gaven voor mijn talent, of mag Hij mijn kleine talent openen?

( Jurgen pr.)
 

Archief preken