Preek 20ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Spreuken 9, 1-6
Evangelie: Johannes 6, 51-58
Het sleutelwoord in de lezingen van vandaag zal u niet ontgaan zijn: Leven. "Leef", hoorden we Wijsheid zeggen. Maar dat doen we toch allemaal al, leven? We zetten er ons voor in, werken er hard aan, kennen zorgen, piekeren veel, hebben verdriet, en steeds komt dit weer terug op onze weg. Menig rimpel op ons gezicht getuigt van ons verlangen naar en onze inzet voor léven; voor léven hebben we alles over.
Toch is dit wat ons zo bezig houdt blijkbaar niet hèt leven, waarover de lezingen het hebben. We hoorden immers geen woord over zwoegen en pech, tegenslag en ongeluk, ziekte en dood. Dit was er destijds vast en zeker. De schrijvers hebben wel degelijk weet van wat ons beroert, maar reiken verder, zien nog meer. Waar het werkelijk om gaat, echt leven, verdien je niet, hoorden we zojuist; je krijgt het, zomaar!
Als je dat vreemd vindt, verkeer je denk ik in een groot gezelschap. Ben je misschien één van die ‘onnozele’ mensen tegen wie Wijsheid zegt: "Kom toch deze kant op. Kom, eet het brood dat ik je geef, drink de wijn die ik heb gemengd. Wees niet langer zo onnozel, leef, en betreed de weg van het inzicht."
Wat Wijsheid hier bedoelt wordt ontsloten als rampen mensen overkomen. Het omzien, de solidariteit, de naastenhulp, dat alles is leven met een hoofdletter. Daar gaat het om, daartoe zijn we steeds weer opnieuw uitgenodigd. Het voelen en het weten dat je er niet meer alleen voor staat.
Over dit 'echt leven', zoals de schrijver het noemt, gaan de lezingen vandaag. Echt leven wordt je aangereikt, maar we zien het vaak gewoon niet, omdat we helemaal opgaan in het vele dat onze aandacht trekt. Waar het werkelijk om gaat valt niet op, het trekt niet aan ons, dringt zich niet op, moet niet verdiend worden, maar kan slechts stil opgemerkt en vervolgens ontvangen worden.
Johannes 6, 51-58
Brood en wijn zijn in de lezingen beeld van het Woord van God. Leven is ieder van ons geschonken. Om te kunnen blijven leven hebben we dagelijks voeding nodig, eten en drinken, vertier. Dagelijks ervaren we en zitten we midden in de strijd om het bestaan. We gaan er in mee, gaan er doorgaans zo in op, dat we denken dat dit echt leven is. Echt leven wil en moet ook gevoed worden, anders kwijnt het weg. Het laat zich niet voeden met onze prestaties, met alleen wat we leuk vinden.
Echt leven laat zich enkel voeden met woorden die komen van de bron van dit leven: God. God is overal aanwezig, maar volstrekt ongrijpbaar. Je krijgt er geen vat op, zoals we op elkaar geen vat krijgen. Kijk een ander maar eens in de ogen; je bereid je voor op wat je gaat ontvangen. Daar gaat het om: brood en wijn opmerken en vervolgens van harte ontvangen.
Tragisch is het, dat de gesprekspartners van Jezus destijds in hun verontwaardiging blijven steken, alsof hen het meest heilige wordt afgepakt. Hen wordt niets afgepakt, noch opgedrongen, maar iets fundamenteels aangeboden: de ervaring van Gods aanwezigheid onder ons, in jouw eigen leven.
Om te besluiten. Jezus leeft en wijst ons de weg naar het echte leven. Kom straks en geniet van zo'n onooglijk stukje brood, waar je elders argeloos aan voorbij zou lopen, of je schouders voor ophalen. Het geheim van ons leven is niet groter dan het is. Als woorden ontbreken wordt dan stil en ervaar, dat je bent, dat je niet alleen bent, dat we gedragen worden. Zou dat leven zijn van onnozelheid naar wijsheid?
Amen
Schilder: Joos van Cleve (1485-1540)
Techniek: olieverf op hout
Datum: ca. 1520 - 1525
Afmetingen: 45 ??206 cm
Te bewonderen in: Musée du Louvre, Paris.
Het centrale paneel van het altaarstuk toont de Bewening van Christus. De bovenste lunette vertegenwoordigt de Stigmata van Sint Franciscus. Het onderste podium toont het Laatste Avondmaal.
Uitnodiging van de wijsheid
De wijsheid bouwt haar huis, zeven zuilen heeft zij gehouwen; zij heeft haar slachtvee geslacht, haar wijn gemengd en ook haar tafel gereed gemaakt. Zij heeft haar dienaressen uitgestuurd en zij roept vanaf de allerhoogste plaatsen van de stad. ‘Wie onervaren is moet hierheen komen’ en tegen degene die zonder verstand is zeg ik: ‘Kom, eet mijn brood en drink de wijn die ik gemengd heb. Laat je onnozelheid varen en jij zult leven en de weg van het inzicht betreden.’
Jezus: het brood om van te leven
Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’ Toen ontstond er onder de Joden een discussie: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?’ Daarop hernam Jezus: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: als u het vlees van de Mensenzoon niet eet, als u zijn bloed niet drinkt, is er geen leven in u. Maar wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan, want mijn vlees is echt voedsel, mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem. Zoals Ik leef uit de Vader, de Levende, die Mij gezonden heeft, zo zal ook hij die zich met Mij voedt, leven uit Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald, niet dat wat uw voorouders hebben gegeten, die niettemin gestorven zijn. Wie zich met dit brood voedt, zal leven in eeuwigheid.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal