Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - Hoogfeest van het Heilig Sacrament jaar B - 1 en 2 juni 2024

Sacramentsdag

Sacramentsdag is een hoogfeest binnen de Katholieke Kerk dat valt op de tweede donderdag na Pinksteren. Sacramentszondag wordt gevierd op de tweede zondag na Pinksteren. Op dit feest wordt gevierd dat Jezus Christus zich in de gedaanten van brood en wijn aan de gelovigen wil geven als voedsel en voortdurend onder de mensen wil blijven door middel van zijn waarachtige tegenwoordigheid in de geconsacreerde offergaven. De eerbied die in de katholieke Kerk voor de geconsacreerde hostie bestaat, wordt op deze feestdag benadrukt.

Overweging
Met het feest van Sacramentsdag vieren we de meest bijzondere gave van Christus aan ons (de Kerk), waarin Hij ons het meest nabij is: de Eucharistie! In de evangelielezing hoorden we hoe Jezus, op die laatste avond vóór zijn dood, tijdens het paasmaal afweek van de gebruikelijke liturgie van het joodse paasfeest. Dat joodse paasfeest vierde de bevrijding van de Israëlieten uit de slavernij van Egypte.
Ook Jezus en de apostelen hadden die avond op de deurposten van de bovenzaal in Jeruzalem het bloed van het paaslam gestreken, om zo te vieren dat God hun voorouders in de nacht van de uittocht bevrijd had. De engel des doods, die alle eerstgeborenen van Egypte deed sterven, was voorbijgegaan aan de huizen van de Israëlieten die het bloed van het paaslam gestreken hadden aan de deurposten van hun woningen.
Jezus had tijdens dit paasmaal met de apostelen het geroosterde vlees van het paaslam gegeten, met bittere kruiden gedoopt in zout water, om de bitterheid en de tranen van de slavernij te gedenken waaruit God de voorouders had bevrijd.
En tijdens dit bijzondere maal neemt Jezus brood en later de wijn en zegt: “Neemt, dit is mijn Lichaam; drinkt, dit is mijn Bloed van het verbond, dat vergoten wordt voor velen tot vergeving van de zonden”.

Zo stelde Jezus de Eucharistie in om het offer van verzoening en verlossing aanwezig te brengen voor allen die Hem in doopsel en geloof toebehoren, door alle eeuwen door. Dit offer zou Hij de volgende dag aan het kruis volbrengen,

Om de diepe betekenis van de Eucharistie goed te begrijpen is het vooral wezenlijk om te lezen wat Jezus daar zelf over leert in hoofdstuk 6 van het Johannesevangelie.

Jezus’ rede van Johannes hoofdstuk 6 bestaat uit drie delen.
Het eerste deel vertelt van het wonder van de broodvermenigvuldiging.
Direct hierna, in het tweede deel, geeft Jezus aan, dat dit wonder ons tot een dieper geloof moet brengen en een grotere openheid voor God. Want veel belangrijker dan het tastbare brood dat een mens voor enige tijd lichamelijk kan voeden, is het geestelijke brood van het Woord dat God tot ons spreekt en dat wij nog steeds in de Bijbel vinden.
In het derde van deze belangrijke rede gaat Jezus nog een stap verder. Nu leert Jezus ons dat Hij niet alleen degene is die het geestelijke brood, het Woord van God, geeft, maar dat Hij zelf het Brood is!

Jezus zegt in zijn rede: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.’ Hiermee verwijst Jezus naar het geheim van zijn persoon: in de Menswording is de Zoon, die van eeuwigheid in de heerlijkheid van de Vader was, mens geworden.
Paulus spreekt daarover in Filippenzen 2. Daar staat dat, hoewel Christus aan de Vader gelijk was, Hij zich niet daaraan heeft vastgeklampt maar de vorm heeft aangenomen van een mens. En dat Hij zichzelf aan het kruis overgeleverd heeft als een verzoeningsoffer voor heel de wereld, in dienstbaarheid en goddelijke liefde. Aan het kruis breekt Jezus zichzelf als brood en vergiet Hij zijn bloed tot vergeving van de zonden van geheel de mensheid. Hiertoe was Hij in de wereld gekomen en dit is “zijn uur”: het geheim van zijn kruisoffer en verrijzenis. In de Eucharistie zal Hij die eeuwige genade van het kruis beschikbaar maken voor alle gelovigen van alle tijden en van alle eeuwen en werelddelen; zo geeft Jezus in deze rede van Johannes 6 aan.

Eerst verwijst Jezus naar het manna, dat God in de tijd van Mozes in de woestijn gegeven had om de Israëlieten te voeden die God bevrijd had van de slavernij in Egypte. Het manna heeft hen niet alleen lichamelijk gevoed maar ook hun geloof gevoed en hun hoop en vertrouwen dat God met hen meetrok. Zoals het manna in de woestijn van God kwam, zo is ook Jezus ons door God, uit de hemel, gegeven.

In de Eucharistie is Gods Zoon ons op de meest intieme wijze nabij. Hij verandert brood en wijn in zijn Lichaam en Bloed, om op mystieke wijze bij ons aanwezig te zijn. In de Eucharistie doet Hij ons delen in de verzoening van zijn kruisoffer. Zijn verzoening op het kruis opent voor ons de poorten tot het eeuwig leven. De gelovige mens kan door Hem gaan van duister naar licht, van zonde naar Gods eigen leven, opnieuw geboren worden, deel zijn van een nieuw verbond met God.

In de Eucharistie nodigt Jezus elke gelovige uit om zich met Hem te verenigen, één te worden met Hem. Jezus gebruikt daarbij woorden die de Joodse aanwezigen in eerste instantie shockeerden en verbijsterden. Hij zei: “Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees ten bate van het leven van de wereld”. Toen vele Joodse omstanders geshockeerd zeiden: “Hoe kan Hij ons zijn vlees ten eten geven!” wist Jezus natuurlijk ook dat dit in hun oren weerzinwekkend klonk: “zijn vlees eten en zijn bloed drinken”. Alle Joden hadden uit de Thora geleerd dat bloed heilig is en nooit gedronken mag worden. Zorgvuldig letten de Joden erop dat zij dieren kosher slachten en dat al het bloed van het dier eruit vloeit. Zij zullen zelfs het vlees wassen met zout en water voordat ze het gaan bakken in de pan, om er zeker van te zijn dat er geen bloed meer in zit. Dus hoe kan Jezus hen nu zeggen, dat zij zijn bloed moeten drinken?!

Toch zien we dat Jezus, die de verontwaardiging en boosheid van de omstanders ziet en hoort, niet zegt: “Nee, nee, jullie begrijpen me verkeerd! Ik bedoelde dit gewoon symbolisch, als een beeldspraak: om jullie duidelijk te maken dat jullie in Mij moeten geloven en dat jullie door het geloof dicht bij Mij moeten leven”. Dat is niet wat Jezus zegt. Hij zwakt het grote geheim van de Eucharistie niet af. Hij herhaalt juist, ondanks alle commotie: “Voorwaar voorwaar, Ik zeg u: als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank”.

In de Eucharistie krijgen brood en wijn, door de genade van de Heer zelf, een nieuwe, diepe betekenis. Ze worden veranderd in de dragers van de werkelijke tegenwoordigheid van de levende Heer. Van Hem die in het kruisoffer zichzelf voor ons heeft overgeleverd. Brood en wijn worden waarlijk het Lichaam en Bloed van Hem die aan het kruis ons uit eeuwige liefde verlost heeft tot een nieuw bestaan in en met God.

Jezus zegt dan: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem”. De woorden: “Blijft in Mij” zijn een heel belangrijke uitdrukking die Jezus wel vaker gebruikt. Hij nodigt ons uit om Hem in onszelf op te nemen en één te worden met Hem. In de Eucharistie verdiepen we onze relatie met Jezus, we ontmoeten Hem in de Eucharistie op een mysterievolle wijze. Jezus schenkt zichzelf aan ons.

In de Eucharistie voedt Hij ons op twee wijzen. In het eerste deel van de Eucharistie voedt Hij ons met het geestelijke voedsel van Gods Woord, zoals Jezus in het tweede gedeelte van zijn rede had duidelijk gemaakt. Daarna voedt Hij ons nog dieper door zijn Lichaam en Bloed, die ons één maken met Hem: “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem”. Daarom spreken wij, katholieken, over de heilige Communie, over te communie gaan, want het woord “communie” komt van het Latijnse “communio”, dat “eenwording” betekent: één worden met Christus.

De Eucharistie is zo het steeds weer tegenwoordig brengen van de liefde en de vergeving van het kruis. De Eucharistie is het geheim van de omvormende liefde van God. God, die evenzeer brood en wijn omvormt tot heel de persoon van zijn Zoon, alsook ons leven wil omvormen tot goede mensen, tot gezegende, hernieuwde mensen.

Eucharistie vieren is daarom niet vrijblijvend. Eucharistie wordt pas zinvol als wij die eenwording met Christus in de heilige communie meenemen in ons leven van elke dag. Als we daar Jezus’ woorden en daden omzetten in onze eigen woorden en onze eigen daden. Dat wij vanuit die verbondenheid met Christus, als mensen die in Hem gedoopt zijn en door Hem geestelijk gevoed worden, dit geloof delen met anderen. Actief worden en ons inzetten in de Kerk daar waar wij kunnen. Van ons geloof in Christus getuigen. De waarden van het evangelie doorleven, omzetten in daden, en zo getuigen van Christus! Dat wij dan steeds meer met Paulus kunnen zeggen: “Niet ik leef: Christus leeft in mij”. Aan de drie-ene God, Vader Zoon en Geest, die ons in de Eucharistie liefde schenkt, genade, verlossing en kracht, zij onze lof en dank, in alle eeuwigheid.

https://omhoog.org/2021/06/05/... bewerkt TS

Pange lingua & Tantum ergo

Het Pange lingua is een Gregoriaans gezang dat geschreven is door Thomas van Aquino. Het wordt onder meer gezongen op Sacramentsdag.

Klik op https://www.youtube.com/watch?v=j3TmQr0h7ew om het gezang te beluisteren.

Pange, lingua, gloriosi
Corporis mysterium,
Sanguinisque pretiosi,
quem in mundi pretium,
fructus ventris generosi,
rex effudit gentium.

Loof, mijn tong, het glorierijke
Lichaam en het kostbaar Bloed
van de Koning aller volken,
dat voor onze schuld voldoet,
uitgegoten als de losprijs.
Loof 't geheim dat leven doet.

Nobis datus, nobis natus
ex intacta Virgine,
et in mundo conversatus,
sparso verbi semine,
sui moras incolatus
miro clausit ordine.

Hij, die uit de Maagd geboren
als een kind van ons geslacht,
God-met-ons werd en als zaaier
strooide 't woord met grote macht,
deed het wonder aller wond'ren
toen zijn loopbaan was volbracht.

In supremae nocte cenae
recumbens cum fratribus,'
observata lege plene
cibis in legalibus,
cibum turbae duodenae
se dat suis manibus.

Op de avond voor zijn lijden
ligt Hij met zijn broeders aan
en nadat met d’oude spijze
Mozes' wetten is voldaan,
reikt Hij hun de nieuwe schotel,
biedt zichzelf als spijze aan.

Verbum caro, panem verum
verbo carnem efficit:
fitque sanguis Christi merum,
et, si sensus deficit,
ad firmandum cor sincerum
sola fides sufficit.

't Vleesgeworden Woord des Vaders
spreekt 'n woord en brood wordt vlees,
Christus' Bloed bevat de beker;
eet en drinkt, wees zonder vrees!
Schenk uw zinnen geen vertrouwen
slechts geloof versterk' uw geest!

Tantum ergo Sacramentum
veneremur cernui,
et antiquum documentum
novo cedat ritui;
praestet fides supplementum
sensuum defectui.

Eren wij dan diep gebogen
dit zo heilig Sacrament.
De oude schaduw is vervlogen
voor dit nieuwe testament.
Wat de zinnen niet vermogen
worde door 't geloof gekend.

Genitori Genitoque
laus et jubilatio,
salus, honor, virtus quoque
sit et benedictio:
Procedenti ab utroque
compar sit laudatio.
Amen.

Ere zij aan God, de Vader,
en dat elke tong belijd'
dat zijn Zoon de macht aanvaard heeft
en regeert in heerlijkheid;
lof ook aan de Geest; hun liefde
hun gelijk in majesteit.
Amen.





Schriftlezingen van deze zondag



HOOGFEEST VAN HET HEILIG SACRAMENT



EERSTE LEZING Ex., 24, 3-8

Uit het boek Exodus


In die dagen stelde Mozes het volk in kennis van alle woorden en bepalingen van de Heer. Eenstemmig betuigde het volk: “Alle woorden die de Heer tot ons gesproken heeft zullen wij onderhouden." Daarop stelde Mozes alle woorden van de Heer op schrift. De volgende morgen bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en stelde twaalf wijstenen op, naar de twaalf stammen van Israël. Toen gaf hij jonge Israëlieten de opdracht stieren op te dragen als brand- en slachtoffers voor de Heer. Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen terwijl hij de andere helft uitgoot over het altaar.
Toen nam hij het verbondsboek en las dit voor aan het volk. En zij verzekerden: “Alles wat de Heer zegt zullen wij doen en ter harte nemen." Vervolgens nam Mozes het bloed, sprenkelde dat over het volk en sprak: “Dit is het bloed van het verbond dat de Heer, op grond van al deze woorden, met u sluit."



TUSSENZANG Ps. 116 (115), 12-13, 15 en 16bc, 17-18


REFR: Ik hef de offerbeker, de naam van de Heer roep ik aan.


of: Alleluia.

Hoe kan ik mijn dank betuigen voor al wat de Heer mij gaf? Ik hef de offerbeker, de Naam van de Heer roep ik aan. Want kostbaar is in de ogen des Heren het leven van wie Hem vereert.

O Heer; ik ben uw dienaar, Gij hebt mijn boeien geslaakt. Met offers zal ik U loven, de Naam van de Heer roep ik aan. Ik zal mijn geloften volbrengen waar heel zijn volk het ziet.



TWEEDE LEZING Hebr., 9, 11-15


Uit de brief aan de Hebreeën


Broeders en zusters, Nu is Christus gekomen, de hogepriester van het waarachtige heil. De tent van zijn priesterschap is groter en volmaakter dan de vorige; ze is niet gemaakt door mensenhand, dat wil zeggen, ze behoort niet tot onze geschapen wereld. Het bloed van zijn offer is zijn eigen bloed, niet dat van bokken en kalveren. Zo is Hij het heiligdom binnengegaan, eens voor altijd en Hij heeft een eeuwige verlossing verworven. Want als het bloed van bokken en stieren en de gesprenkelde as van een vaars de verontreinigden kan heiligen zodat zij wettelijk rein worden, hoeveel groter is dan de kracht van Christus' bloed! Door de eeuwige Geest heeft Hij zichzelf aan God geofferd, een smetteloos offer dat onze ziel zuivert van dode werken om de levende God te eren. En daarom is Hij middelaar van een nieuw verbond: er heeft een sterven plaats gehad dat bevrijding brengt van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven; nu kunnen zij die door God geroepen zijn het erfdeel ontvangen dat hun is toegezegd.


ALLELUJA Joh., 6, 51-52


Ik ben het levend brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet; zal hij leven in eeuwigheid. Alleluia.



EVANGELIE Mc.; 14;12-16. 22-26


Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus


Op de eerste dag van het ongedesemde brood, de dag waarop men het paaslam slacht, zeiden zijn leerlingen tot Jezus: “Waar wilt Gij dat wij voorbereidselen gaan treffen zodat Gij het paasmaal kunt houden?” Hij zond daarop twee van zijn leerlingen uit met de opdracht: “Gaat naar de stad en daar zult ge een man tegenkomen die een kruik draagt; volgt hem en zegt aan de eigenaar van het huis waar hij binnengaat: De Meester laat vragen: Waar is de zaal voor Mij, waar Ik met mijn leerlingen het paas-maal kan houden? Hij zal u dan een grote bovenzaal laten zien met rustbedden en van al het nodige voorzien; maakt daar alles voor ons klaar.” De leerlingen vertrokken, gingen de stad binnen, vonden alles zoals Hij het hun gezegd had en maakten het paasmaal gereed. Onder de maaltijd nam Jezus brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het hun, met de woorden: “Neemt, dit is mijn Lichaam." Daarna nam Hij de beker en na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe en zij dronken allen daaruit. En Hij sprak tot hen: “Dit is mijn Bloed van het Verbond, dat vergoten wordt voor velen. Voorwaar, Ik zeg u: Ik zal niet meer drinken van wat de wijnstok voortbrengt tot op de dag waarop Ik het, nieuw, zal drinken in het Koninkrijk van God.” Nadat zij de lofzang gezongen hadden gingen zij naar de Olijfberg.


Archief preken