OVERWEGING
Jezus leerde de onontbindbaarheid van het huwelijk, terwijl in zijn tijd de mannen het
recht hadden hun vrouwen weg te zenden. Dat recht hadden ze al 12 eeuwen eerder
gekregen van de profeet en wetgever Mozes. Je zou verwachten dat Jezus die
tegemoetkoming zou sanctioneren. Maar het tegendeel is waar. Jezus grijpt terug naar
het begin, naar de ordening die de Schepper zelf heeft aangebracht in de wereld en
tussen de mensen. Die ordening is heilig en een mens mag daaraan niet tornen. Jezus
bekrachtigt die scheppingsorde: “wat God heeft verbonden mag een mens niet scheiden.”
Het is geen gemakkelijke opgave om vandaag de dag deze voor velen
zo onbegrijpelijke en pijnlijke boodschap te verkondigen. Toch geloof ik dat ze een
bevrijdende waarde in zich draagt voor ieder van ons. De eigenlijke vraag die we moeten
stellen is niet of het een gehuwde vrij staat zijn partner te verstoten, maar: waarom de
mens toch maar niet in staat lijkt te zijn om volgens die goddelijke ordening te leven?
Jezus geeft daar volgens mij een antwoord op als Hij zegt: “Om de hardheid van uw hart
heeft Mozes die bepaling voor u neergeschreven.” Dat klinkt op het eerste gehoor nogal
beschuldigend en ongenuanceerd. Jezus heeft zeker niet bedoeld te zeggen dat iedere
echtscheiding het gevolg is van een hardheid van hart. Maar Hij legt wel de vinger op een
zere plek, niet alleen in het huwelijk, maar in iedere relatievorm. Hardheid van hart brengt
namelijk scheiding tussen mensen.
Nu is de vraag wat die “hardheid van hart” feitelijk is. We spreken van ‘een hart van steen
hebben’ als we stuiten op gevoelloosheid en gebrek aan inlevingsvermogen. Ons hart is
de zetel van ons gevoelsleven. En ons gevoel is iets dat we nooit kunnen regisseren. Het
is er gewoon. Gevoelens van liefde en van haat, van woede en van vreugde, van angst en
verdriet. Die gevoelens zijn noch goed, noch slecht. Ze maken ons kwetsbaar. En die
kwetsbaarheid willen we meestal niet zo graag onder ogen zien. Hoe vaak weten we
geen raad met ons gevoel; schamen we ons voor onze gevoelens? Hoe vaak verdringen
we onze gevoelens niet? Zijn we bang erop te worden afgerekend.
Toch zijn het juist onze gevoelens die in een relatie de bepalende factor zijn, meer dan
ons verstand. Veelal redeneren we onze gevoelens weg. We brengen de stem van ons
hart tot zwijgen. Met andere woorden: we verharden ons hart. En dat doen we zowel
naar onszelf toe als in onze onderlinge relaties, alsook in onze relatie met God. Daarmee
isoleren we onszelf. We vervreemden van ons eigen diepste wezen en tegelijkertijd
sluiten we ons af voor onze medemens. Er ontstaat een scheiding. Het is alsof we een
muur optrekken om ons af te schermen voor de ander. We raken in onszelf opgesloten.
En zo blijft de mens alleen.
Welnu, dit is nu precies wat God niet wil. We hoorden het in de eerste lezing: “De Heer
God sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij
hem past’.” Vanaf het begin van de schepping heeft God de mens in relatie tot een ander,
tot een mede-mens, geschapen. En die relatie bestaat in een wederzijdse gave van de
eigen persoon, van het eigen hart, van het eigen leven. Zo’n relatie noemen we liefde. En
liefhebben doen we zowel met het verstand en de wil als met ons gevoel. Beminnen is
een bewuste en vrije keuze om jezelf te geven aan een ander, je toe te vertrouwen zoals
je bent, in al je kwetsbaarheid, erop vertrouwend dat de ander je als zodanig wil
aanvaarden en toelaten in zijn of haar hart. Zo’n liefdesband is echter alleen mogelijk op
basis van een standvastige, wederzijdse trouw.
Maar vooraleer we tot zo’n liefde in staat zijn en tot ware levenspartners kunnen
uitgroeien moeten er bepaalde stappen gezet worden. Jezus herneemt de woorden uit
het boek Genesis wanneer Hij zegt: “Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om
zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden.” Om een mede-mens
te worden moeten we ook onthechten en loslaten. “Vader en moeder verlaten” hoort bij
iedere vorm van volwassen worden. Het ouderlijk nest verlaten - niet alleen geografisch,
maar ook psychologisch - duidt op zelfstandigheid. Op eigen benen kunnen staan is dé
voorwaarde om een levensgemeenschap met iemand anders aan te kunnen gaan.
Ik denk dat dit niet alleen voor huwelijkspartners geldt, maar voor iedere vorm van
relatie, ook die met God. Vader en moeder verlaten kan dan betekenen dat je
identificatiemodellen loslaat die je groei als mens in de weg staan. Het kan ook inhouden
dat we oneigenlijke opvattingen, levenshoudingen en gedragspatronen uit onze
opvoeding vaarwel moeten zeggen. Het verleden mag niet heersen over het heden.
Onbewust projecteren we dit verleden vaak op onze medemensen en brengen zo feitelijk
scheiding teweeg.
De blijde boodschap van deze zondag lijkt mij te zijn dat God ons de
weg wijst naar hoe wij ons hart kunnen ont-harden en tot ware liefde kunnen uitgroeien.
En wel door een nieuwe mens te worden, door opnieuw te worden als een kind. Niet
zonder reden stelt Jezus een kind tot voorbeeld van de gelovigen. “Voorwaar, Ik zeg u:
wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.”
Willen we tot een waarachtig en gelukkig leven uitgroeien, tot een goddelijk leven dat
tegelijk volwaardig menselijk is en tot liefde in staat, dan moeten we onszelf de zachtheid
van hart, die kinderen eigen is, toestaan. De ruwe bolster die we om ons hart hebben
laten groeien, het harnas waarin we onszelf hebben opgesloten, het hoeft niet meer!
Wordt als een kind, roept Jezus ons toe: durf kwetsbaar, onbevangen, openhartig en
vertrouwvol te zijn. Als we het kind in onszelf en in elkaar durven omarmen, zoals God dat
met ons doet in Jezus, dan zal er nooit een scheiding meer zijn. Niet in ons en niet tussen
ons.
https://willibrordsabdij.nl/?p...bewerkt TS
ZEVENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR
EERSTE LEZING Gen., 2, 18-24
Uit het boek Genesis
De Heer God sprak: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past." Toen boetseerde de Heer God uit de aarde alle dieren op het land en alle vogels van de lucht en bracht die bij de mens om te zien hoe hij ze noemen zou: zoals de mens ze zou noemen, zo zouden ze heten. De mens gaf dus namen aan al de tamme dieren en aan al de vogels van de lucht en aan al de wilde beesten; maar een hulp die bij hem paste vond de mens niet. Toen liet de Heer God de mens in een diepe slaap vallen; en terwijl hij sliep nam hij een van zijn ribben weg en zette er vlees voor in de plaats. Daarna vormde de Heer God uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, een vrouw en bracht haar naar de mens. Toen sprak de mens: “Eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees! Mannin zal zij heten want uit een man is zij genomen." Zo komt het dat een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht dat zij volkomen een worden.
TUSSENZANG Ps. 128 (127), 1-2, 3, 4-5, 6
REFR: U zegene de Heer uit Sion zolang uw dagen duren.
Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat. Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn.
Uw vrouw daarbinnen in uw huis is als een rijkbeladen wijnstok. En als olijventakken rond de stam zo staan uw zonen om uw tafel.
Ja, zo wordt elke man gezegend die eer geeft aan de Heer. Moogt gij Jeruzalem welvarend zien zolang uw dagen duren; Moogt gij de zonen van uw zonen nog aanschouwen, en vrede over Israël.
TWEEDE LEZING Hebr., 2, 9-11
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters, Wij zien hoe Jezus die voor een korte tijd beneden de engelen was gesteld nu met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft verduurd. Door Gods genade kwam zijn sterven aan allen ten goede. God, einddoel en oorsprong van alle dingen wil vele kinderen tot hemelse heerlijkheid leiden; was het dan niet passend dat Hij de aanvoerder die hen redt niet dan door lijden tot de voleinding bracht? Want Hij die heiligt en zij die geheiligd worden, hebben een en dezelfde oorsprong; daarom schrikt Hij er ook niet voor terug hen zijn broeders te noemen.
ALLELUIA Joh., 15, 15b
Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer, Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Alleluia.
EVANGELIE Mc., 10, 2-16 of 2-12
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus
In die tijd kwamen er Farizeeen die Jezus vroegen: “Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?" Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen. Hij antwoordde hun met een wedervraag: “Wat heeft Mozes u voorgeschreven?" Zij zeiden: “Mozes heeft toegestaan een scheidingsbrief op te stellen en haar weg te zenden." Doch Jezus antwoordde hun: “Om de hardheid van uw hart heeft hij die bepaling voor u neergeschreven. Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden. Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden." Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover. Hij sprak tot hen: “Wie zijn vrouw wegzendt en een andere huwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man verlaat en een andere huwt begaat zij echtbreuk." De mensen brachten kinderen bij Hem met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. Toen Jezus dit zag zei Hij verontwaardigd: “Laat de kinderen toch bij Mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan." Daarop omarmde Hij ze en zegende hen terwijl Hij hun de handen oplegde.
Pastoraal uurtje - iedere maand op donderdagmiddag vanaf januari 2025
Wensenboom vanaf begin december 2024
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Kerststal in De Vleut opent op 14 december 2024