Kies uw kerk

Preek van de week

Preek van de week voor de drieentwintigste zondag door het jaar 5 en 6 september 2020


Door het jaar - drieëntwintigste zondag

'Als er twee van jullie eensgezind iets vragen, om het even wat,
zullen ze het krijgen van mijn Vader', zei Jezus.
'Want waar er twee of drie in mijn naam samenzijn, daar ben Ik in hun midden.'
( naar Matteüs 18,19-20)

overweging bij dit zondags evangelie
Vier ogen en waar twee of drie...

Het eerste gedeelte van dit Matteüs evangelie van deze keer kunnen we misschien wel rangschikken
onder een van de moeilijkste, niet wat betreft het begrijpen, maar wel het in de praktijk brengen.
Regels en reglementen, wetten en omgangsnormen, een ieder zou zich eigenlijk daaraan moeten te houden.
We wéten wel wat mag en niet mag, wat verplicht is of gewoon toegelaten wordt, bijvoorbeeld op scholen,
maar ook in het bedrijfsleven, het verkeer, sport en natuurlijk in onze maatschappij. Maar in het dagelijkse
maatschappelijk leven, weten we maar al te goed dat dit niet gebeurd, dat is een utopie. Maar wat doen we
met mensen die zich niet houden aan de regels, die consequent in de fout gaan of zich verkeerd gedragen?
Mensen die verkeerd gehandeld hebben op welke manier dan ook, moet je proberen te helpen om hun leven
weer op orde te brengen, en de eerste manier is een gesprek onder vier ogen, dat is wat Jezus zegt en in dit
evangelie beschreven staat. Dat klinkt mooi, maar kun we dat opbrengen? Meestal zijn we wel goed in het veroordelen
ervan en met een beschuldigende vinger wijzen naar diegenen die een scheve schaats gereden heeft. Maar zo iemand
helpen in een persoonlijk gesprek, dat is voor ons meestal een brug te ver. We blijven toch vaak steken in roddel
en vooroordelen of praten daarbij anderen na en weten soms amper waar het ook alweer over ging. Van Jezus is
bekend dat Hij ook omging met zondaars en tollenaars, en dat de brave burgers zich daaraan ergerden, die staken
ook een beschuldigende vinger naar die personen. Jezus keurde dat gedrag van die 'foute' mensen niet goed,
maar hij probeerde hen wel te helpen om een beter leven te gaan leiden, Hij zegt daarover:'Iemand die in de fout
is gegaan moet je zeker niet onmiddellijk veroordelen, je moet hem of haar voldoende kansen bieden om zich te
veranderen.' We kennen wel het bekende verhaal van de overspelige vrouw die volgens de 'brave' farizeeën gestenigd
moest worden, maar Jezus zei hierover:'Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.'En tegen die vrouw zei Hij:'Ik
veroordeel je niet, maar ga heen in vrede en zondig niet meer.' Die houding van hulp aan medemensen die bewust
in de fout zijn gegaan, vraagt Hij ook van ons, maar in de alledaagse praktijk van het leven is dat misschien wel
het moeilijkste wat van ons gevraagd kan worden. Want iemand aanspreken op zijn fouten of verkeerde houding
wordt al snel ervaren als bemoeizucht, als iemand op mij kritiek heeft is al gauw je reactie:'Wie denk jij wel dat
je bent?' Of we spreken onze opmerking liever uit achter de rug, daar zijn we meestal wel goed in, of tegen een
ander: 'zoals die zich gedraagt, dat kan toch niet.' Terwijl Jezus weer zegt:; Wijs je broeder onder vier ogen terecht,
spreek met hem of haar, maar niet over hem of haar.' Als we de weg van Jezus willen gaan, moeten we daar eigenlijk
toch wel eens over nadenken.Het tweede gedeelte van dit evangelie gaat over kleine getallen, met kleine getallen is
tegenwoordig niemand tevreden, alles moet 'veel' zijn: veel geld, veel verdienen, veel bezittingen, veel winst, veel volk,
veel plezier en vermaak enz. Men wil graag met grote getallen bewijzen dat men succes heeft dat men op de 'goede'
weg zit. Bijeenkomsten met heel veel mensen daar haal je de tv en krant mee, net als bedrijven die veel winst maken.
Dan klinkt het evangelie deze keer toch heel anders in je oren, hier spreekt men enkel van kleine getallen: 'onder vier ogen',
en 'wat twee van u vragen', en 'waar twee of drie in mijn naam samen zijn', een verhaal dus van de kleine getallen. Maar deze
getallen klinken troostvol, zeker ook in deze tijd waar het een van de regels is van het 'nieuwe normaal'. Op grote getallen is
Jezus niet zo gesteld op een enkele bijeenkomst na met heel veel toehoorders, en het is ook niet nodig dat christelijke
gemeenschappen zich kunnen beroepen op grote successen of getallen. In het begin leek er een voorkeur te bestaan voor
'kleine' basis gemeenschappen, waar de nadruk lag op: met - en - voor elkaar. Eigenlijk speelt ons eigen leven toch ook af in
kleine relaties, in de massa lopen we immers verloren. Daarom gaat het in onze kerk ook niet zozeer om de grote getallen,
maar om het samenzijn van wat Jezus zei:'Waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.' Dus waar we
in liefde samenkomen daar komt de Heer in ons midden, als zijn we maar met twee of drie.
(preken.be + embe)
**************************************************************************************************************

Het Licht

Heer,
toen ik in het diepe dal zat en geen spatje meer zag van het licht aan de top,
heb ik U aangeroepen en het werd lichter.
Het licht kwam in het dal, en langs het licht klauterde ik weer omhoog,
moeizaam, maar eenmaal aan de top zag ik het licht in volle glorie.
Het leed was geleden en dankbaar heb ik Uw licht omhelsd.
Nu weet ik zeker: U bent het stralende licht aan de top van de berg,
maar ook de schittering van het vonkje in het dal.
( Toon Hermans)
*****************************************************************

Zomer van het leven

Wandelend in de zomer van het leven, sta je er niet zozeer bij stil.
Dat het groen van het blad zal verkleuren ook wanneer de boom dat zelf niet wil.

Je denkt: de wind blijft wel spelen, de zon die er staat blijft wel staan.
en voor je het weet, ben je vergeten dat de zomer weer over zal gaan.

Wanneer de boom in al zijn weelde, breed uit in volle bloei staat.
Vergeet men, dat het niet blijft duren, omdat de zomer in de herfst overgaat.

Want de vogel die er woonde ging vertrekken, de vruchten die hij droeg werden geplukt.
En de bladeren verkleuren aan de takken, gaan onder de wind van de herfst gebukt.

De wind is niet te vertrouwen, als hij dan ineens de kop opsteekt.
Want de tak die altijd heeft gebogen, buigt nog een keer en breekt.

Archief preken