OVERWEGING MARIA TENHEMELOPNEMING (15 AUGUSTUS)
Toen paus Pius XII in 1950 plechtig het dogma van de Tenhemelopneming van Maria afkondigde, bevestigde hij dit met deze woorden: “ … dat de Onbevlekte Moeder Gods altijd Maagd Maria, na het voltooien van haar aardse levensweg, met lichaam en ziel tot de hemelglorie is opgenomen”.
Waarom is dit belangrijk voor de Kerk? Waarom is dit belangrijk voor ons?
Wij geloven dat Christus ten hemel is opgestegen. Na zijn verrijzenis met Pasen vieren we op de donderdag een week voor Pinksteren het feest van zijn hemelvaart. Op zich is hemelvaart niet onbekend in de Bijbel. In het Oude Testament wordt de hemelvaart van de profeet Elia beschreven. Ook zijn er oude verhalen over de hemelvaart van Mozes. Die twee verschenen met Jezus op de berg. Dat hebben we op 6 augustus nog herdacht. Er is weinig discussie over Elia of over Mozes, net zo min als er discussie is over Jezus’ hemelvaart. Maar over de tenhemelopneming van Maria is wel flink gediscussieerd, omdat die niet beschreven is in de Handelingen van Apostelen, net zo min als haar overlijden. Daarvoor moet je te raden gaan in latere bronnen.
Misschien moeten we ons eerst afvragen wat de hemel is. En als je een idee hebt van wat de hemel is, dan kun je ook nadenken over de tenhemelopneming van Maria met ziel en lichaam.
Wat Jezus betreft is zijn hemelvaart de uitdrukking van de voltooiing van zijn zending. Zelf zegt Hij dat men Hem zal zien zitten aan de rechterhand van God. Zijn hemelvaart is de bevestiging dat Hij zijn definitieve plek bij God, in Gods Koninkrijk, in de hemel, heeft ingenomen.
Zo is de hemelvaart van Elia de bevestiging dat Elia een bijzondere krachtige profeet was die zijn zending van Godswege heeft volbracht en dat daar niets meer aan of afgedaan kan worden. Om die reden is er ook de traditie over de hemelvaart van Mozes.
Maar hoe zit dat dan met Maria? De tweede lezing van dit feest geeft ons een hint. Paulus schrijft: “Zoals allen sterven in Adam zo zullen ook allen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rangorde: als eerste en voornaamste Christus, vervolgens, bij zijn komst zij die Christus toebehoren; …”.
“Zij die Christus toebehoren”. Maria, zijn moeder, behoorde Christus volledig toe. Haar moederschap was volledig aan Hem gewijd. Haar leven was volledig aan God gewijd. De Kerk erkent haar zondeloosheid vanaf het begin van haar bestaan. En zo erkent de Kerk ook dat haar einde zonder bederf is geweest. Voor de Kerk is dit zo duidelijk dat zij dit als dogma heeft vastgesteld.
Toch weten we daarmee niet wat die lichamelijke tenhemelopneming dan precies is. Als Jezus na zijn verrijzenis verschijnt aan zijn leerlingen, herkennen ze Hem meestal niet. De verhalen over zijn verschijning geven weer dat Hij aan de ene kant met hen eet, maar dat Hij ook zonder dat er een deur open gaat in hun midden staat. Zijn Lichaam is niet zo lichamelijk meer als dat van ons.
Misschien moeten we om dat te verstaan naar onze geloofsbelijdenis kijken. Aan het einde belijden wij dat we geloven in de verrijzenis van het lichaam. Op een audiëntie van 4 december 2013 sprak paus Franciscus daarover. “Omdat Jezus verrezen is zullen wij verrijzen. Wij bezitten de hoop op de verrijzenis omdat Hij ons de deur naar die verrijzenis heeft geopend. En deze verrijzenis, deze gedaanteverandering van ons lichaam wordt in dit leven voorbereid door de band met Jezus in de Sacramenten, vooral in de Eucharistie”.
Zoals Maria aan het begin van haar leven deel heeft gekregen aan de zondeloosheid van Jezus, zo krijgt Maria aan het einde van haar leven ook deel aan zijn verrijzenis.
Waarom is dat van belang voor ons? Met die vraag begon ik deze homilie. Omdat Maria een gewoon meisje was bij wie God grote dingen heeft gedaan, is zij de gezegende onder alle vrouwen en mannen en is zij ons voorbeeld. Zoals God met haar heeft gedaan, zo zal Hij ook met ons doen.
Zoals Jezus is verrezen en niet meer sterft, zo zal ook Maria het bederf niet zien, zij heeft deel gekregen aan diezelfde onsterfelijkheid van Jezus.
Het klinkt waarschijnlijk allemaal wat theologisch, maar de boodschap is eenvoudig. Zo bijzonder als haar begin was, waarover we lezen in het Evangelie, zo bijzonder is ook haar einde, want God is begin en einde en wat Hij begint, voltooit Hij ook.
Zoals Hij met Maria heeft gedaan, zo zal Hij ook met ons doen. Hier in de Eucharistie hebben we al deel aan de verrijzenis van Jezus. Hier zijn wij lichamelijk al met Hem verbonden. Hier worden we als gemeenschap samen Lichaam van Christus, Kerk, Bruid van Christus, Volk van God.
Dat zien we bij Maria, zijn Moeder en onze Moeder. Dat is een feest waard en dat vieren we op deze dag. We vieren dus ook onze eigen toekomst, want wat God in ons begonnen is, zal Hij ook tot voltooiing brengen. Net als bij Maria die voorgoed haar plaats heeft bij God, Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
https://hagenpreken.nl/Preken/...
OVERWEGING TWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR
In de derde lezing, het evangelie, wordt gesproken over de verdeeldheid onder de mensen. Want er is veel verdeeldheid. Verdeeldheid van de vader tegenover de zoon en de zoon tegenover zijn vader; de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover de moeder, de schoondochter tegenover de schoonmoeder. De teksten van deze dag lijken daarom een omgekeerde wereld. In plaats van oproepen tot vrede, liefde en saamhorigheid, gaat het heel vaak om ruzie, twist, en verdeeldheid. Jezus is daar heel duidelijk in, als Hij zegt: ‘Ik kom geen vrede op aarde brengen. Nee zeg Ik u, juist verdeeldheid’.
In onverbloemde taal geeft Jezus te kennen wat voor strijd in ons leven te wachten staat.
Jezus zegt: ‘Vuur ben ik komen brengen’. Weinig dingen zijn zo fascinerend als vuur. Wat voor vuur is het, wat Jezus hier bedoelt? Het vernietigende vuur? Het koesterende, het hartverwarmende of het louterende, zuiverende vuur? Jezus wil dat het oplaait, nu al!
Het vuur dat Hij brengt, keert zich als het ware ook tegen hemzelf. Zijn boodschap heeft iets explosiefs. Zoals elke verandering, elke vernieuwing bedreigend is, omdat ze aan het bestaande komt en de zwakke plekken blootlegt. Vuur krijgt dan de betekenis van het oordeel van God dat boven de wereld hangt. Niet dat wij dat oordeel moeten voltrekken – de geschiedenis heeft te veel brandstapels en boekverbrandingen gekend. Maar ons wordt wel de vraag gesteld, of ons eigen gedrag in het licht van Gods oordeel overeind blijft. Het vuur dat Christus brengt, wil ons wakker schudden uit onze gezapigheid, wil wat er nog aan gloed aan vonken onder de as schuilgaat, aanblazen. Hij wil dat we weer gloeiende mensen worden, die tegen de verkilling van onze tijd een ander geluid, een ander instelling uitstralen. Maar zoiets roept weerstand op. Het vuur dat de een verwarmt, schroeit een ander. Wat voor de een lauw is, ervaart een anders als te heet.
Jezus wist dat hij een fakkel droeg van gerechtigheid en liefde. Hij was de laatste die iemand anders afschreef. Maar Hij wist ook dat Hij het daarmee moest opnemen tegen duivelse krachten. De kinderen van de duisternis tegenover de kinderen van het licht. Sint Franciscus werd door zijn eigen vader voor de rechtbank gebracht. Martin Luther King kwam op zijn bevrijdende weg de dood tegemoet. ‘Ik breng u geen vrede, maar verdeeldheid’. Wij kunnen om Christus' wil niet alle conflicten uit de weg gaan. We moeten de moed hebben om van het Evangelie te getuigen, ook als dat conflicten met anderen oproept. Waar het gaat om de rechten van het ongeboren leven, om ontwapening en milieubescherming, om rechtvaardigheid voor de kleine man, daar zouden wij op de bres moeten staan en zouden wij de bakens moeten neerzetten voor een nieuwe tijd.
Als volgeling van Jezus zijn wij geen laffe toeschouwers van de strijd die in de wereld wordt gevoerd op dood en leven. Strijd tussen honger en overvloed, tussen vrijheid en verdrukking. We mogen ons best eens afvragen hoe het komt dat een miljard christenen blijkbaar niet in staat zijn deze wereld te veranderen in de wereld van God. Als we zouden delen in het vuur van de eerste christenen, dan zouden we zeker de wereld kunnen verbazen dat het anders kan! Niet blijven roepen: dat gaat allemaal buiten ons om. Nee, te rade gaan bij jezelf en je afvragen in hoeverre jijzelf consequent de weg gaat van Jezus Christus, die van ons geen salonchristenen heeft gemaakt, maar ons heeft willen vormen tot mensen die het vuur komen brengen, ook al zal de wereld dat ons dat niet altijd in dank afnemen.
https://www.augustinusparochie... bewerkt TS
MARIA TENHEMELOPNEMING
EERSTE LEZING Apokalyps 11, 19a; 12, 1-6a. 10ab
Lezing uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes
Toen ging de tempel van God in de hemel open, en er verscheen een groot teken aan de hemel: een Vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren. Zij was zwanger en kreet in haar weeën en barensnood. Toen verscheen aan de hemel een ander teken: een grote, vuurrode Draak. Hij had zeven koppen en tien horens en op elke kop een diadeem. En zijn staart vaagde een derde deel van de sterren des hemels weg en wierp die op de aarde. En de Draak stond vóór de Vrouw die zou baren om zodra zij gebaard had, haar kind te verslinden. En zij baarde een kind, een zoon, die alle volken zal weiden met een ijzeren staf. En haar kind werd ijlings weggevoerd naar God en zijn troon. En de vrouw vluchtte naar de woestijn waar zij een plaats heeft, door God bereid. En ik hoorde een stem in de hemel roepen: "Nu is gekomen het heil en de macht en het koningschap van onze God en de heerschappij van zijn Gezalfde."
TUSSENZANG Psalm 45 (44), 10bc, 11, 12ab, 16
Refrein: Naast u staat de koningin, getooid met goud.
Prinsessen komen u daar tegemoet, en naast u staat de koningin, getooid met goud uit Ofir.- Refrein.
Nu luister, dochter, wees aandachtig, vergeet uw volk, vergeet uw vaderhuis. Uw schoonheid wekt de liefde van de koning, breng hem uw hulde, want hij is uw heer. – Refrein.
Men haalt hen in met blijdschap en gejuich, zij treden binnen in de koninklijke woning. – Refrein.
TWEEDE LEZING 1 Korintiërs 15, 20-26
Lezing uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte
Broeders en zusters, Christus is opgewekt uit de doden als eersteling van hen die ontslapen zijn. Want omdat door een mens de dood is gekomen komt door een mens ook de opstanding der doden.
Zoals allen sterven in Adam zo zullen ook allen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rangorde: als eerste en voornaamste Christus, vervolgens, bij zijn komst, zij die Christus toebehoren; daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader zal overdragen na alle heerschappijen en alle machten en krachten te hebben onttroond. Want het is vastgesteld dat Hij het koningschap zal uitoefenen, tot Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd. En de laatste vijand die vernietigd wordt is de dood.
ALLELUIA
Alleluia. Maria is ten hemel opgenomen: het engelenkoor jubelt. Alleluia.
EVANGELIE Lucas 1, 39-56
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die dagen reisde Maria met spoed naar het bergland, naar een stad in Juda. Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Elisabeth werd vervuld met de heilige Geest en riep uit met luide stem: "Gij zijt gezegend onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. Waaraan heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt? Zie, zodra de klank van uw groet mijn oor bereikte sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Zalig zij die geloofd heeft dat tot vervulling zal komen wat haar vanwege de Heer gezegd is."
En Maria sprak: "Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder, daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen."
Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was keerde zij naar huis terug.
TWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR
EERSTE LEZING Jer., 38, 4-6. 8-10
Uit de Profeet Jeremia
In die dagen zeiden de edelen tot de koning: “Laat die profeet Jeremia ter dood brengen. Door zijn woorden ontmoedigt hij de soldaten die nog in de stad zijn en de hele bevolking. Die man wil niet het welzijn van het volk, maar zijn ondergang." Koning Sidkia antwoordde: “Goed, hij is in uw macht; ik kan toch niet tegen u op. Toen grepen zij Jeremia vast en wierpen hem in de put van prins Malkia, in de nabijheid van het wachthuis; met touwen lieten ze hem neer. In de put was geen water, alleen slijk, zodat Jeremia erin wegzonk. Terwijl de koning zitting hield in de Benjaminpoort, verliet Ebed-Melek het paleis, ging naar de koning en zei: “Heer koning, deze mannen hebben een misdaad begaan tegen de profeet Jeremia, door hem in de put te werpen." Daarop gaf de koning aan de Ethiopiër Ebed-Melek de opdracht: “Neem drie mannen met u mee en haal de profeet Jeremia uit de put eer hij sterft."
TUSSENZANG Ps.40 (39) 2, 3, 4, 18
Refr: Heer, kom haastig mij te hulp.
Met groot vertrouwen heb ik op de Heer gehoopt, Hij heeft zich tot mij neergebogen, mijn geroep verhoord. Hij heeft mij opgetrokken uit de valkuil, uit de modderpoel, Hij gaf mijn voeten vaste grond, mijn schreden kracht.
Hij legde in mijn mond een nieuw gezang, een lied voor onze God en velen zullen zien en vrezen en vertrouwen op de Heer. Gelukkig is de man, die op de Heer zijn hoop stelt, die met opstandigen en onoprechten niet verkeert.
Al ben ik ook ellendig en armoedig, toch weet ik dat de Heer zorg voor mij draagt. Mijn helper zijt Gij toch en mijn bevrijder, mijn God, blijf dan niet talmen.
TWEEDE LEZING Hebr., 12, 1-4
Uit de brief aan de Hebreeën
Broeders en zusters, Laten wij ons aansluiten bij die menigte getuigen van het geloof en elke last en belemmering van de zonde van ons afschudden, om vastberaden de wedstrijd te lopen waarvoor we ons hebben ingeschreven. Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof. In plaats van de vreugde die Hem toekwam heeft Hij een kruis op zich genomen en Hij heeft de schande niet geteld: nu zit Hij aan de rechterzijde van Gods troon. Denkt aan Hem die zoveel tegenwerking van zondaars te verduren had; dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet op te geven. Uw strijd tegen de zonde heeft u nog geen bloed gekost.
ALLELUIA Hand. 16 14b
Alleluia, Maak ons hart ontvankelijk, Heer, opdat wij de woorden van uw Zoon zouden begrijpen, Alleluia,
EVANGELIE Lc., 12, 49-53
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Vuur ben Ik op aarde komen brengen, en hoe verlang Ik dat het reeds oplaait! “Ik moet een doopsel ondergaan, en hoe beklemd voel Ik mij totdat het volbracht is. Meent gij dat Ik op aarde vrede ben komen brengen? Neen zeg Ik u, juist verdeeldheid. Want van nu af zullen er vijf in één huis verdeeld zijn; drie zullen er staan tegenover twee en twee tegenover drie; de vader tegenover de zoon en de zoon tegenover de vader; de moeder tegenover de dochter en de dochter tegenover de moeder, de schoonmoeder tegenover de schoondochter en de schoondochter tegenover de schoonmoeder."
De Digidulfke uitgave augustus 2025 is uit
ZONNELIEDPAD: de etappe van Boxtel naar Oirschot op 24 augustus
Lezing : Maria in vijftig tinten blauw door prof. Wim Weren op 13 september
Diocesane Dag “Pelgrims van Hoop” - zaterdag 25 oktober 2025
H. Mis op woensdagavond bij Sint-Annakapel Aarle en Mariakapel De Vleut van mei tot en met augustus