Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - 27e zondag door het jaar C - 4 en 5 oktober 2025

OVERWEGING ZEVENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR

Als gij het geloof/het vertrouwen hebt van een mosterdzaadje, kun je tegen een moerbeiboom zeggen: ’kom met de wortel uit de grond’ en hij zal je gehoorzamen'. Het is een van die prachtige beelden die Jezus gebruikt om zijn leerlingen en ons iets duidelijk te maken. Het is een beeld dat we ook terug vinden bij Matheus en later bij Paulus, als zij spreken over een geloof dat bergen kan verzetten. Een berg verzetten: het is bijna onmogelijk, een klein mosterdzaadje tegenover een grote boom, het zijn beelden die ons proberen duidelijk te maken wat de kracht, de enorme kracht van geloof kan zijn.

We horen vandaag de leerlingen vragen om geloof, letterlijk staat er:‘versterk ons vertrouwen”. Bij geloven denken wij al gauw aan het aannemen van waarheden. Maar vandaag klinkt een ander geluid: het gaat niet om een verstandelijk aannemen van zaken, het volgen van voorschriften. Het gaat om een houding, vertrouwen. Ja, een klein beetje vertrouwen kan de wereld veranderen

De eerste lezing van vandaag kan ons helpen zicht te krijgen op deze houding van vertrouwen, van geloven. We hoorden de eerste verzen uit het boek Habakuk. Een van de acht kleine profeten. Zijn boekje is kort en beslaat drie hoofdstukken. Het heeft als opschrift: dit is een visioen. Een visioen is een vergezicht, een visie op de wereld en een visioen vraagt om een manier van kijken, om schouwen. Het is een kijkrichting. Habakuk begint met een klacht, wij hoorden het zo juist: “Hoe lang nog moet ik roepen Heer. Waarom, Waarom laat u mij onrecht zien, terwijl u niet ingrijpt. Waarom doet u mij dit aan..,”. Het is niet zo moeilijk om in deze klacht, alle onrust en klachten uit onze samenleving te herkennen. Het antwoord dat Habakuk geeft op dit gejeremieer, op deze klachten is: Schrijf het visioen op en geef het wachten niet op. Wie in zijn hart niet deugt, kwijnt weg, maar de rechtvaardige blijft leven door zijn geloof.

De rechtvaardige blijft leven door zijn geloof. Hoe kunnen, hoe mogen we dit verstaan? We horen een mens klagen. De wanhoop nabij. Wat een ellende. Dit zou toch niet mogen gebeuren. Maar juist in dit klagen zit ook een verlangen naar een andere wereld, in wanhoop klinkt ook de hoop. Habakuk nodigt ons vervolgens uit om waakzaam te zijn. Niet in de zin van wacht maar, stil maar het komt wel goed, maar juist zorgzaam, attent zijn. Onze stem verheffen tegen onrecht, geweld en bedrog en het opnemen voor de verdrukten, de vluchtelingen, de slachtoffers van onrecht. Wie zo in het leven staat, heeft oog voor het geheim van het leven, voor God zelf . Over deze zorgzame houding gaat het als gelovige.

Je zou kunnen zeggen:  een gelovige is iemand die iets heeft met God. Een relatie die gekenmerkt wordt door een visioen van gerechtigheid en door aandachtig schouwen en zorgvuldig om te gaan met elkaar. Habakuk nodigt ons uit het wachten niet op te geven. 

Jezus sluit aan bij deze wijze van leven, dit oog hebben voor recht en gerechtigheid. Als je maar een klein beetje, zo veel als een mosterdzaadje, van dit vertrouwen hebt, kun je bergen verzetten.

In het evangelie van vandaag komt er nog een verhaal achter aan, ‘Stel iemand van jullie heeft een slaaf‘. Bij het woord slaaf kunnen we al snel verzeild raken in de huidige discussie over slavernij. Wat Jezus duidelijk wil maken is: doe wat je moet doen, wat voor de hand ligt, waarvoor je bent ingehuurd. Doe je werk en dan komt de rest naar je toe, het wordt je geschonken,

Misschien is het evangelie vandaan vandaag wel samen te vatten in het ene woord Amen, letterlijk moge het zo zijn. Het is een antwoord op het visioen van vrede en gerechtigheid, van God als leidsman ten leven.

https://prekenkloosterhuissen.... bewerkt TS

ZEVENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING          Hab., 1, 2-3; 2, 2-4

Uit de Profeet Habakuk

Hoelang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij maar niet luistert? Hoelang moet ik de hemel nog geweld aan­doen, terwijl Gij maar geen uitkomst brengt? Waarom laat Gij mij onrecht lijden en ziet Gij die ellende maar aan? Waarom moet ik leven te midden van geweld en verdrukking en waarom rijst er twist en moet men lijden onder twee­dracht? De Heer gaf mij antwoord: “Schrijf het visioen op, zet het duidelijk op schrift, zodat men het vlot kan lezen. Want dit visioen, - al wacht het de vastgestelde tijd nog af, - hunkert niettemin naar zijn vervulling: het vertelt geen leugen. AI blijft het ook uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te laat. Bezwijken zal hij die in zijn hart niet deugt; de rechtvaardige echter blijft leven door zijn trouw.



TUSSENZANG  Ps. 95 (94) 1-2, 6-7, 8-9

Refr: Luistert heden naar Gods stem. Weest niet halsstarrig zoals weleer.

Komt, laat ons de Heer met gejubel begroe­ten, juichen wij toe de Rots van ons heil. Laat ons verschijnen voor Hem met een lof­zang, Hem met liederen eren.

Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen, neerknielen voor Hem die ons schiep. Hij is onze God en wij zijn volk, Hij is de herder en wij zijn kudde.

Luistert heden dan naar zijn stem: weest niet halsstarrig als eens in Meriba. Waar uw vaderen Mij wilden tarten ofschoon zij mijn daden hadden gezien.


TWEEDE LEZING         2Tim., 1, 6-8. 13-14

Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan Timoteus

Dierbare, Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is door de oplegging van mijn handen. Want God heeft ons niet een geest geschonken van vreesachtig­heid maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Schaam u dus niet van onze Heer te getuigen. Schaam u evenmin voor mij, zijn gevangene. Draag uw deel in het lijden voor het evangelie. Neem als richtsnoer de gezonde beginselen die gij uit mijn mond hebt vernomen en houdt ze vast in het geloof en de liefde van Christus Jezus. Bewaar de u toevertrouwde schat met de hulp van de heilige Geest die in ons woont.


ALLELUIA         Joh., 17. 17b en a

Alleluia. Uw woord is waarheid, Heer, wijd ons U toe in de Waarheid. Alleluia.


EVANGELIE     Lc., 17, 5-10

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd zeiden de apostelen tot de Heer: “Geef ons meer geloof." De Heer antwoordde: “Als ge een geloof hadt als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen. Wie van u zal tot de knecht die hij in dienst heeft als ploeger of veehoeder bij diens thuiskomst van het land zeggen: Kom meteen aan tafel en tast toe? Zal hij niet eerder zeggen: Maak mijn maaltijd klaar; omgord je en bedien mij terwijl ik eet en drink; daarna kun je zelf eten en drinken? Moet hij die knecht soms dankbaar zijn omdat hij heeft uitgevoerd wat hem is opgedragen “Zo is het ook met u: wanneer ge alles hebt gedaan wat u opgedragen werd, zegt dan: Wij zijn maar gewone knechten; wij hebben alleen maar onze plicht gedaan."



Archief preken