OVERWEGING HH. PETRUS EN PAULUS, APOSTELEN
Vandaag gedenken we Petrus en Paulus samen op één dag. Dat is eigenlijk vreemd. Want het waren heel verschillende figuren, met een verschillende achtergrond, een verschillend karakter en een verschillende aanpak van hun werk.
Petrus was een visser. Opvliegend van karakter. Hij beloofde het ene moment aan Jezus dat hij Hem nooit in de steek zou laten en voor hem desnoods zijn leven zou geven, het andere moment verloochende hij Jezus. Hij werd kwaad op de Romeinse soldaten die Jezus in de Hof van Olijven gevangen wilde nemen en trok zijn zwaard om de soldaat een oor af te slaan. Petrus wilde wel vechten. Maar lijden kon hij niet aanzien. Toen Jezus gevangen werd genomen vluchtte hij. Hij stond niet onder het kruis. Een man met een grote mond en een klein hartje. Toen Jezus hem riep liet hij alles achter, maar toen Jezus niet meer bij hen was, na Pasen, toen ging Petrus weer vissen. Petrus, een wispelturige man.
Paulus was heel anders. Hij was een farizeeër. Geleerd. Hij kende de joods wet van binnen en van buiten. Hij was standvastig. Een doorzetter. Niet zo welbespraakt, maar onverzettelijk. Hij was aanvankelijk een vijand van Jezus en de eerste christenen. Hij vervolgde de eerste christenen, liet hen gevangen nemen en doden. Maar daarna verscheen de verrezen Christus aan hem en werd hij bekeerd. Vanaf dat moment was hij een onverzettelijke geloofsverkondiger. De joodse wet schudde hij van zich af als een last. Hij was bereid zijn leven voor Jezus te geven en vluchtte daarom ook niet voor de gevaren en de bedreigingen. Naar steden waar hij al eens met de dood bedreigd was, keerde hij later toch terug.
Hij kreeg ruzie met Petrus over de joodse voedselwetten: mochten christenen varkensvlees eten of niet? Paulus vond die wetten niet meer nodig voor christenen. Petrus wel. Petrus was wettisch en conservatief. Paulus beschuldigde Petrus en andere apostelen van huichelarij. Petrus liet zich volgens Paulus makkelijk meeslepen met christenen afkomstig uit het jodendom die nieuwe christenen uit het heidendom nog de joodse voorschriften op wilden leggen, bijvoorbeeld de besnijdenis.
Uiteindelijk zijn Petrus en Paulus op het eerste concilie in Jeruzalem bij elkaar gekomen om de zaak over de besnijdenis uit te praten. Paulus heeft zijn mening gezegd zonder er doekjes om te winden. Petrus heeft hem uiteindelijk gelijk gegeven en ze hebben zich met elkaar verzoend.
Petrus heeft zich in Rome gevestigd omdat dat het centrum was, de hoofdstad van het Romeinse rijk. Petrus werd dus al snel een bestuurder, de eerste paus.
Paulus trok rond van dorp naar stad, van land naar land om het evangelie te verkondigen. Als een missionaris, een zendeling. Hij bleef nergens lang. Overal stichtte hij christelijke gemeenschappen. In elke gemeente stelde hij oudsten aan, priesters. Bovendien waren er in de paulinische gemeenten heel veel functies en ambten: genezers, profeten, uitleggers, leraren, bestuurders, hulpverleners. Vrijwilligers, zeg maar. Paulus delegeerde veel. Hij gaf vrijheid en eigen verantwoordelijkheid aan de gelovigen. Maar het was ook wel eens nodig een pittige brief naar die gemeenten te sturen omdat er tussen die verschillende functionarissen jaloezie en na-ijver ontstond. Hij moest ze dan weer op de liefde wijzen als het allerbelangrijkste.
Uiteindelijk is Paulus als gevangene naar Rome gebracht.
Daar zijn beiden, Petrus en Paulus, de marteldood gestorven. Beiden hebben ze hun leven totaal ingezet voor de kerk. Daarom worden ze samen herdacht.
Welke conclusies kunnen wij uit deze verhalen trekken? Ten eerste wat Jezus zelf voorspelt: de poorten der hel zullen de kerk niet overweldigen. De kerk is in de loop der eeuwen heel wat vervolgd. Honderdduizenden christenen zijn in de loop der eeuwen gemarteld en gedood, zoals Jacobus. Maar de kerk is toch telkens weer uit de schuilkelders gekropen en heeft telkens haar vrijheid weer teruggekregen. De poorten der hel hebben ook de opvolgers van Petrus bedreigd. Er is heel wat machtsstrijd geweest in Rome. En dan de misbruikschandalen in de vorige eeuw, die de afgelopen decennia bekend zijn geworden. Het grootste wonder van de kerk is wel dat ze ondanks al die mistoestanden toch nog bestaat. Dat is het bewijs dat God haar niet in de steek laat.
De tweede conclusie is dat we in de kerk moeten beseffen dat we allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben: Jezus Christus en zijn evangelie verkondigen. Welke functie we ook in de kerk hebben, priester, pastoraal werker of vrijwilliger, gastheer of bestuurslid, lector of ziekenbezoeker. Welk karakter we ook hebben. Of we nu voor een strakke leiding in de kerk zijn of voor meer vrijheid. Of we nu meer een petrinische hiërarchische kerk voorstaan of een paulinische charismatische kerk:
We moeten de handen ineenslaan en samen werken aan die ene kerk. Er mag geen rivaliteit zijn tussen verschillende ambten en functies. In een parochie moet de wederzijdse naastenliefde de hoogste wet zijn, en de eenheid en de saamhorigheid garanderen, ondanks allerlei verschillen.
Er mag overal over gediscussieerd worden, net als Paulus mag iedereen zijn mening geven. Maar uiteindelijk heeft Jezus Petrus en zijn opvolgers toevertrouwd beslissingen te nemen. Dat is de enige garantie voor de eenheid in de kerk. Jezus zei tot Petrus: wat gij zult binden op aarde zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde zal ook in de hemel ontbonden zijn. De bijbeluitleggers verschillen van mening over de interpretatie van deze uitspraak. Sommigen betrekken het op het huwelijk, anderen op de zonden en de zondevergeving: wat de kerk op aarde vergeeft zal ook door God vergeven zijn. Tenslotte kunnen we er de bevoegdheid van de kerk in lezen om regels en dogma’s op te stellen.
We kunnen natuurlijk wel eens aanhikken tegen bepaalde regels. God alleen zal oordelen.
Maar wel is het zeker dat het volgen van kerkelijke leer en moraal niet slecht voor ons is, maar goed. De kerk wijst ons een veilige weg door het leven. De kerk heeft de sleutels van het Rijk der hemelen. Het rijk der hemelen is niet alleen het leven na dit aardse leven, maar ook het leven in gerechtigheid en vrede hier op aarde.
Aan Petrus gaf Jezus de sleutels van het rijk der hemelen, de bevoegdheid om de kerk te leiden. Aan Paulus schonk Jezus zijn Heilige Geest om de gelovigen tot een liefdesgemeenschap te vormen. Laten we beiden gaven in de kerk erkennen en zo bouwen aan de kerk van de toekomst.
https://internetpastoor.nl/syn... bewerkt TS
HH. PETRUS EN PAULUS, APOSTELEN
EERSTE LEZING Hand., 12, 1-11
In die dagen legde koning Herodes de hand op enkele leden van de Kerk om hen te mishandelen: Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. Omdat hij bemerkte dat dit de Joden aangenaam was, liet hij ook nog Petrus gevangen nemen. Het was juist in de dagen van het ongedesemde brood. Toen hij hem in handen had gekregen, wierp hij hem in de gevangenis en liet hem bewaken door vier groepen soldaten, elk van vier man; het was zijn bedoeling Petrus na het paasfeest voor het volk te leiden. Terwijl Petrus in de gevangenis zat, werd door de Kerk vurig voor hem tot God gebeden. In de nacht vóórdat Herodes hem wilde laten voorleiden, lag Petrus met twee kettingen vastgebonden te slapen tussen twee soldaten, terwijl ook voor de poort van de gevangenis wacht werd gehouden. Opeens stond een engel des Heren bij hem en was de cel hel verlicht. Hij stootte Petrus in de zij, wekte hem en sprak: 'Sta vlug op.' Meteen vielen de kettingen van zijn handen. Vervolgens zei de engel: 'Doe uw gordel om en bind uw sandalen onder. Petrus deed het. De engel hernam: 'Sla uw mantel om en volg mij.' Hij ging mee naar buiten zonder nog te beseffen dat het werkelijkheid was wat de engel deed: hij meende een visioen te zien. Zij passeerden de eerste en de tweede wacht en kwamen aan de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad; deze ging vanzelf voor hen open. Zij traden naar buiten, liepen een straat ver en eensklaps was de engel verdwenen. Toen kwam Petrus tot zichzelf en zei: 'Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden en mij heeft ontrukt aan de macht van Herodes en aan alles wat het volk der Joden verwachtte.'
ANTWOORDPSALM: Psalm 34
De Heer heeft mij gered uit al wat ik vreesde.
De Heer zal ik prijzen iedere dag,
zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,
laat elk die het hoort zich verheugen.
Verheerlijkt de Heer tezamen met mij
en laat ons eendrachtig zijn Naam vereren.
Ik ging tot de Heer en Hij heeft mij verhoord,
Hij heeft mij gered uit al wat ik vreesde.
Verlaat u op Hem, dan wordt ge gelukkig,
want Hij stelt u niet teleur.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer
en redt hen uit hun ellende.
De engel van God legt een schans om hen heen,
om elk die God vreest te beschermen.
Let op en bemerkt hoe genadig de Heer is,
gelukkig is hij die zijn heil zoekt bij Hem.
TWEEDE LEZING 2 Tim 4, 6-8. 17-18
Wat mij betreft, mijn bloed wordt weldra geplengd, het uur van mijn heengaan is nabij. Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard. Nu wacht mij de krans der gerechtigheid waarmee de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij zal belonen op de grote dag, en niet alleen mij maar allen die met liefde uitzien naar zijn komst. De Heer heeft mij terzijde gestaan en mij kracht gegeven om mijn ambt als prediker van het evangelie ten einde toe te vervullen, zodat alle volken ervan horen, en ik werd verlost uit de muil van leeuw. De Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze aanslagen en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk
EVANGELIE Mt 16, 13-19
In die tijd toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was, stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: 'Wie is volgens de opvatting van de mensen de Mensenzoon?' Zij antwoordden: 'Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de profeten.' 'Maar gij - sprak Hij tot hen - wie zegt gij dat Ik ben?'
Simon Petrus antwoordde: 'Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.' Jezus hernam: 'Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona, want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard maar mijn Vader die in de hemel is. Op mijn beurt zeg Ik u: Gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen en wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn.'
Bedevaart naar Kevelaer (Duitsland) - donderdag 21 augustus 2025
Diocesane Dag “Pelgrims van Hoop” - zaterdag 25 oktober 2025
Parochiecentrum - beperkt geopend in de vakantieperiode
Opnamen van Odulphusprocessie en eucharistieviering ter ere van de H. Odulphus zondag 15 juni 2025
Odulphusprocessie en eucharistieviering ter ere van de H. Odulphus zondag 15 juni 2025