Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - 19e zondag door het jaar C - 9 en 10 augustus 2025

OVERWEGING NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAA

Jezus zegt: Waar je schat is, daar zal je hart zijn. Wij begrijpen dat meestal zo: als je hart uit
gaat naar geld, zul je een schat van geld verzamelen. Als je hart uit gaat naar macht of aanzien,
zal een invloedrijke positie aan de top je schat zijn. Als je hart uit gaat naar mensen, zul je een
schat van mensen om je heen verzamelen. Waar je hart is, daar is je schat.
Alsof het leven zo simpel en overzichtelijk is. Alsof ieder mens weet wat hij of zij wil. Alsof het
leven het uitvoeren van een van te voren bedacht plan is. 

Jezus zegt dan ook iets anders. Hij draait het om. 

We zijn in ons leven met allerlei dingen bezig, de een met dit, de ander met
dat. En zonder dat we het in de gaten hebben, verzamelen we daarmee onze schat. Aan het
eind blijkt waarvoor we hebben geleefd, en wat onze schat is. Misschien is de schat kleiner
dan gehoopt, en dan is er teleurstelling en spijt. 

Bij die schat, of hij nou groot is of klein, goed of slecht, ligt je hart. Als je je hele leven hebt
gestreefd naar macht of aanzien, of voor het geld hebt geleefd, dan kan je hart niet meer
liggen bij wat je voor mensen hebt betekent, of bij de bedroefde hunkering naar een andere
wereld. De schat ligt dan niet waar je hart is, maar het hart is waar je schat ligt. Daarom zegt
Jezus: verwerf je een schat in de hemel, want waar je schat is, daar zal ook je hart zijn, daar ga
ook jij heen, namelijk naar de hemel, zegt Jezus.

En daarom volgt meteen op het beeld van de schat de parabel van de waakzame knechten.
Hoe kan de knecht wachten op de komst van de heer? Niet door de hele dag uit het raam te
kijken, of naar de hemel te staren, of Christus met zijn engelen al van de wolken afdaalt. Maar
door na te denken en zich af te vragen, of de schat die hij bezig is te verzamelen, wel de juiste
is. Want aan het eind is het een voldongen feit: je hart zal zijn waar je schat is.


https://www.sintandreas.nl/Ove... bewerkt TS


Schriftlezingen van deze zondag



NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR

EERSTE LEZING          Wijsh., 18, 6-9

Uit het boek Wijsheid

De nacht van de uittocht uit Egypte was aan onze voorvaderen tevoren aangekondigd. Zo konden ze vol vreugde de vervulling verwachten van de beloften waarop ze vertrouwden. Zo kon uw volk ook uitzien naar de redding der recht­vaardigen en de ondergang van hun vijanden. De straf, die Gij onze vijanden deedt ondergaan werd voor ons, uitverkorenen, een zege. Want de kinderen der vromen hadden in stilte het offermaal gebruikt, en zich met een heilige belofte verplicht dat ze gelijkelijk het goede zouden delen en de gevaren trotseren, en daarom hadden de vromen reeds hun oude liederen aangeheven.

TUSSENZANG  Ps. 33 (32) 1 en 12, 18-19, 20 en 22

Refr: Zalig het volk dat de Heer heeft als God, de natie door Hem tot zijn erfdeel geko­zen.

Jubelt, gerechtigen, voor de Heer, wie vroom is dient Hem te loven. Zalig het volk dat de Heer heeft als God, de natie door Hem tot zijn erfdeel gekozen.

Maar het is God die zijn dienaars bewaakt, hen die op zijn gunst vertrouwen. Dat Hij hen redden zal van de dood, bij hongersnood hen zal voeden.

Daarom vertrouwt ons hart op de Heer, is Hij ons een schild en een helper. Geef ons dus, Heer, uw barmhartigheid, zoals wij op U vertrouwen.

TWEEDE LEZING         Hebr., 11, 1-2. 8-19 of 11, 1-2. 8-12

Uit de brief aan de Hebreeën

Broeders en zusters, Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen. Om hun geloof zijn de oudsten met ere vermeld. Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roeping van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen. Door het geloof heeft hij als vreemdeling vertoefd in het land dat hem beloofd was; hij woonde er in tenten, evenals Isaak en Jakob, die dezelfde belofte erfden; want hij zag uit naar de stad met de fundamenten, waarvan God de ontwerper en de bouwer is. Door het geloof heeft ook Sara, ofschoon haar tijd al lang voorbij was, de kracht tot vruchtbaarheid ontvangen, want zij wist dat Hij die de belofte had gedaan, zijn woord zou houden. Daarom is dan ook aan één man, en nog wel in zijn hoge ouderdom een nageslacht gegeven talrijk als sterren aan de hemel, ontelbaar als de zandkorrels aan het strand van de zee. In geloof zijn zij allen gestorven zonder te hebben ontvangen wat hun beloofd was. Zij hebben het heil alleen uit de verte gezien en begroet. Zij hebben zichzelf vreemdelingen en passanten op aarde genoemd. Wie zo spreken, geven duidelijk te kennen dat zij op zoek zijn naar een vaderland. Hadden zij heimwee gehad naar het land van hun her­komst dan hadden zij gemakkelijk kunnen terugkeren, maar hun verlangen ging uit naar een beter vaderland, het hemelse. Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hun een stad gebouwd. Door het geloof heeft Abraham, toen hij op de proef gesteld werd Isaak ten offer gebracht. Hij die de beloften had ontvangen stond op het punt zijn enige zoon te offeren, de zoon van wie hem gezegd was: “Alleen zij die van Isaak afstammen, zullen gelden als uw nageslacht." Want Abraham was ervan overtuigd dat God zelfs de macht heeft om doden ten leven te wekken; en uit de dood heeft hij, om zo te zeggen zijn zoon ook teruggekregen.



ALLELUIA         Lc., 19, 38

Alleluia. Gezegend de koning die komt, in de naam des Heren! Vrede in de hemel en eer in den hoge. Alleluia.



EVANGELIE     Lc., 12, 32-48 of 35-40

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Weest niet bevreesd, kleine kudde; het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te schenken. Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoezen; verschaft u beurzen die niet verslijten, en verwerft een onuitputtelijke schat in de hemel, waar geen dief komt en geen mot hem bederft. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Houdt uw lendenen omgord en de lampen brandend! “Gedraagt u als mensen die wachten op de terugkomst van hun heer die naar de bruiloft is om, als hij aankomt en klopt, hem aanstonds open te doen. Gelukkig de dienaars die de heer bij zijn komst wakende zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden en hij zal hen aan tafel nodigen en langs hen gaan om te bedienen. AI komt hij ook in de tweede of de derde nachtwake, gelukkig die dienaars die hij zo aantreft. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur de dief zou komen zou hij niet laten inbreken in zijn huis. Weest ook gij bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht Petrus vroeg Hem nu: “Heer, bedoelt Gij deze gelijkenis voor ons of voor iedereen?" De Heer sprak: “Wie zou die trouwe en verstandige beheerder wel zijn, die de heer over zijn dienstvolk zal aanstellen om hun op de gestelde tijd hun rantsoen koren te geven? Gelukkig de knecht die de heer bij zijn aankomst daarmee bezig vindt. Waarlijk, Ik zeg u: Hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. Maar zegt die knecht bij zichzelf: Mijn heer blijft nog wel een poosje weg, en begint hij de knechten en dienstmeisjes te slaan, en gaat hij zich te buiten aan spijs en drank, dan zal de heer van die knecht komen op een dag dat hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet kent; en hij zal hem met het zwaard straffen en hij zal hem zo het lot doen ondergaan van de ontrou­wen. De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geen beschikkingen trof noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigd worden. Wie echter in onwetendheid dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen, zal slechts licht gestraft worden. Van ieder aan wie veel is gegeven zal veel worden geëist; en van hem aan wie veel is toevertrouwd zal des te meer worden gevraagd."

Archief preken