Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - derde zondag van de Advent jaar A - 13 en 14 december 2025

OVERWEGING DERDE ZONDAG VAN DE ADVENT

Johannes de Doper neemt in de evangelielezing van vandaag een centrale plaats in. In Jezus’ dagen was de Doper een bijzonder invloedrijke figuur. Niet alleen in de bijbel wordt er over hem gesproken. Ook in niet-bijbelse literatuur van die tijd wordt zijn naam genoemd. Hoe dan ook, alles wijst erop, dat Johannes in die dagen een per­soonlijkheid met groot aanzien was. De confrontatie van de “nieuwkomer” Jezus met deze gevestigde grootheid moest daarom wel van groot gewicht zijn voor het al dan niet slagen van Jezus’ zending.

In de dagen, dat dit verhaal speelt, zat Johannes in de gevangenis. Maar hij kon nog contact onderhouden met zijn leerlingen. Die hadden hem verteld over Jezus, die zo anders was. Heel wat mensen zagen in hem de Messias. Uit de opdracht, waarmee Johannes zijn leerlingen naar Jezus stuurt, blijkt wel dat hij in grote onzekerheid verkeerde. Zelf had Johannes uitgesproken ideeën over de komende Messias. Hij beschouwde zich als diens voorloper “Hij die na mij komt is sterker dan ik “, waren zijn woorden.

Zijn opvattingen over de aard van de Messias had Johannes vooral ontleend aan uitspraken van de profeet Jesaja. De Messias zou met kracht komen, volgens Jesaja. Kracht, dat was in de visie van Johannes hèt karakteristiek van de Komende. Met krachtige hand zou de Messias hardhandig vonnis vellen over al wat niet deugde. Als een verslindend vuur zou hij al wat verkeerd was verdelgen. Alleen radicale bekering van zonden zou de mens kunnen behoeden voor het vreeswekkend ingrijpen Gods. Vandaar zijn oproep: “Bekeert u want het rijk der hemelen is nabij.” Bekeren of weggevaagd worden, het een of het ander. Geen compromis. Dat was de klare boodschap van de Doper.

Het antwoord, dat de leerlingen mee terug brachten van Jezus, moet onthutsend geweest zijn voor Johannes. Geen onverbiddelijk oordeel maar barmhartigheid. En ook Jezus beriep zich daarbij op uitspraken van diezelfde profeet Jesaja. Die had namelijk ook over de wéldaden van de messiaanse tijd gesproken. Daarvan hoorden we iets in de eerste lezing: “Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme”. Jezus voorziet het schokeffect, dat zijn woorden op Johannes moesten hebben. Daarom vraagt Hij Johannes heel discreet de rol van de Messias ook eens vanuit een andere gezichtshoek te willen bezien: “Gelukkig, is hij, die aan Mij geen aanstoot neemt”. Het voor Johannes zo teleurstellende antwoord van Jezus mag geen afbreuk doen aan Johannes’ geloof in Gods beloften. Jezus presenteert zich niet als de Sterke, die heftig Gods toorn gaat uitstor­ten over het zondige mensdom, maar als de manifestatie van Gods barmhartige liefde voor wie arm is en te lijden heeft.

Zou Johannes die grote tegenstelling, dat scherpe contrast kunnen aanvaarden? Hoe Johannes zijn beproeving in feite verwerkt heeft, het staat niet met even zoveel woorden in het evan­gelie verhaal. Maar de woorden van Jezus tot de omstanders spreken een duidelijke taal: “Onder wie uit de vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan, die groter is dan Johannes de Doper.” Jezus wist, hoe Johannes deze geloofscrisis zou doorstaan.

Johannes, die opriep tot verandering en loslaten, wist zelf los te laten. Hij is niet verbitterd blijven steken in zijn eigen actie. Hij wist de fakkel door te geven en kon daardoor een unieke schakelfiguur worden tussen de oude en de nieuwe heilsbedeling, een scharnier tussen het Oude en het Nieuwe Testament. God zal komen, daarvan was Johannes diep overtuigd en ook wij geloven dat. Maar God zal telkens nieuw komen en anders dan wij gedacht hadden. Daarom zullen we telkens weer oude, verouderde ideeën en beelden moeten loslaten, zonder verbitterd te worden en te verstarren in onwrikbare overtuigingen.

Zou dat niet de les zijn van deze zondag Gaudete, de wijsheid die wij van de stoere voorloper kunnen leren dat wij van de ene kant onwrikbaar moeten vasthouden aan Christus onze Voorganger, maar dat wij ons dienen te hoeden voor hardhoofdigheid, dat wij soepel en meegaand moeten zijn, volgzaam. Dat wij eigen inzichten moeten kunnen opgeven als dat van ons gevraagd wordt. Moge Gods Geest, die soepel maakt wat is verstijfd, een grote en wijze soepelheid geven ten opzichte van de heilsplannen van de Heer.

https://www.abdijvanegmond.nl/... bewerkt TS

DERDE ZONDAG VAN DE ADVENT



EERSTE LEZING          Jes.35,1.6a-10

Uit de Profeet Jesaja

Zo spreekt de Heer: "Woestijn en steppe zullen zich verheugen, jubelen en bloeien de dorre vlakte. Pronken zal zij met lelies, van blijdschap jubelen en juichen. De glorie van de Libanon valt haar ten deel, de luister van Karmel en Sjaron. Zij zullen de glorie van de Heer aanschou­wen, de luister van onze God. Maak slappe handen sterk, geef kracht aan knikkende knieën. Spreek tot allen die de moed verloren hebben: Vat moed en vrees niet: Uw God komt om de wraak te voltrekken, God komt om te vergelden en om u te redden." Dan gaan de ogen van de blinden weer open en zullen de oren van de doven geopend worden. De lamme zal springen als een hert en jubelen zal de tong van de stomme. Die door de Heer verlost zijn, zullen weer terugkeren. Jubelend komen zij naar Sion, hun hoofden omgeven met eeuwige vreugde. Zij zullen vreugde verkrijgen en blijdschap, en pijn en gejammer nemen de vlucht.


TUSSENZANG  Ps. 146 (145), 7, 8-9a, 9bc- 10

REFREIN: Kom, Heer, om ons te redden.   (Cf. Jes., 35,4) of: Alleluia.

De Heer doet altijd zijn woord gestand, verdrukten verschaft Hij recht.

De Heer geeft brood aan wie honger heeft, gevangenen geeft Hij de vrijheid.

De ogen van de blinden opent de Heer, gebrokenen richt Hij weer op.

De Heer bemint de rechtvaardigen, de Heer behoedt de ontheemden.

De Heer geeft wees en weduwe steun, maar zondaars laat Hij verdwa­len.

De Heer is koning in eeuwigheid, uw God, Sion, heerst over alle ge­slachten.


TWEEDE LEZING         Jak.,5,7-10

Uit de brief van de heilige apostel Jakobus.

Broeders en zusters, Hebt geduld tot de komst van de Heer. De boer die uitziet naar de heerlijke vrucht van zijn land, kan alleen maar geduldig wachten, totdat de winter- en voorjaarsregens gevallen zijn. Ook gij moet geduldig zijn en moedig, want de komst van de Heer is nabij. Klaagt elkaar niet aan; dan valt ge zelf onder het oordeel. Denkt eraan: de rechter staat al voor de deur. Broeders en zusters, neemt een voor­beeld aan de lijdzaamheid en het geduld van de profeten, die gesproken hebben in de naam van de Heer.


ALLELUIA         Jes., 61, 1 (cf. Lc., 4, 18)

Alleluia. De geest des Heren is over Mij gekomen om aan armen de Blijde Boodschap te brengen. Alleluia.



EVANGELIE     Mt., 1, 2- 1 1

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteus.

In die tijd hoorde Johannes in de gevangenis over de werken van de Christus en hij liet Hem door zijn leerlingen de vraag stellen: "Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?" Jezus antwoordde hun: "Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. Gelukkig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt." Toen zij vertrokken waren, begon Jezus tot de menigte te spreken over Johannes: "Waar zijt gij in de woestijn naar gaan zien? Naar een riethalm door de wind bewogen? Waar zijt gij dan wél naar gaan zien? Naar iemand in verfijnde kleding? Die verfijn­de kleding dragen zijn te vinden in de paleizen der koningen. Waartoe zijt gij dan uitgetrokken? Om een profeet te zien ? lnderdaad, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet! Hij is het over wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor U uit die de weg voor uw komst zal bereiden. Voor­waar, Ik zeg u: Onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is nie­mand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper. Niettemin is de kleinste in het Rijk der hemelen groter dan hij." 



Archief preken