OVERWEGING EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
Deze eerste zondag van de Advent is tegelijkertijd ook de eerste zondag van het kerkelijk jaar.
Een soort kerkelijk nieuwjaar dus. Gedurende de komende Advent mogen wij opnieuw verwachtingsvol toeleven naar het Kerstfeest, het geboortefeest van onze Heer.
Maar staan wij echt zo verwachtingsvol in het leven? Deze tijd van het jaar, met zijn korte dagen en lange nachten, zijn er relatief veel mensen eerder wat down en depressief. En laten wij eerlijk zijn, ieder van ons ziet het, om het modieus te zeggen, wel eens niet zo zitten. Ons leven is bijna nooit volkomen wolkeloos. Er zijn zorgen over studie of werk; zorgen over relaties en onderlinge verhoudingen. En op de achtergrond is er veel nieuws dat de angst en het onbehagen in ons hart dreigt aan te wakkeren. Veel seinen in onze samenleving lijken op onveilig te staan. In die situatie kunnen mensen moedeloos en onverschillig worden. Het gevaar is groot dat wij Gods water over God akker laten stromen. Het zal mijn tijd wel duren, kan dan de redenering zijn. En de wereld wordt de wereld gelaten. Met het beeld van het evangelie van vandaag: na ons de zondvloed.
Jezus schetst ons een herkenbaar beeld. Het waren dagen van eten en drinken; van kopen en verkopen; van verliefd worden en huwen. De dagen van huisje, boompje, beestje. Vlakke dagen, zonder veel toekomstverwachting. Vooral een tijd dat je zorgt er zelf zo goed mogelijk uit te springen. En plotseling is daar de zondvloed. Hoe verstaan wij dit evangelie? Als dreiging of toch meer als een boodschap die ons wil uitdagen? De Mensenzoon komt, Christus komt, even onverwacht als eens de zondvloed kwam. Het evangelie daagt ieder van ons uit om ons leven tegen het licht te houden; om eerlijk in de spiegel te kijken. Ben ik echt een waakzaam mens dat vol vertrouwen uitziet naar de komst van de Heer? Leef ik werkelijk vanuit een concrete toekomstverwachting? Het zijn gewetensvragen die alleen wijzelf kunnen beantwoorden.
Ons aardse leven is eindig. Wij krijgen het voor een beperkt aantal jaren. Als wij geluk hebben voor 70 of 80 jaar. Maar iedereen weet: vroeg of laat komt het einde. Mogen wij het evangelie van vandaag niet horen als een oproep om onze geschonken tijd goed te gebruiken?
Wees een waakzaam mens die de geschonken tijd gebruikt als een kans, als een uitdaging.
Waakzaam zijn heeft in de H. Schrift te maken met durven verwachten en blijven hopen.
Sommigen van u zullen misschien zeggen: Jij hebt gemakkelijk praten, je moest maar eens in mijn schoenen staan. Er zijn mensen, ook in ons midden, die zoveel te verstouwen krijgen dat ieder verwachtingsvol leven direct in de kiem wordt gesmoord. Zoveel zaken kunnen onze hoop en verwachting tot in de wortel kapot maken. Je zult maar geen werk hebben en na iedere sollicitatiebrief nul op het rekest krijgen. Een ander heeft angst voor de uitslag van een medisch onderzoek. Een derde heeft ellende met een van de kinderen. Alles lijkt onverzoenlijk te zijn vastgelopen. In een dergelijke situatie wordt de oproep tot waakzaamheid tot een vreemd en vervreemdend woord. Een woord voor de preekstoel maar zonder veel realiteitsgehalte.
Toch klinkt vandaag aan het begin van de Advent die evangelische oproep tot waakzaamheid. En de diepste reden ligt niet in onze voor- of tegenspoed maar allereerst in een houding van vertrouwen. Vertrouwen dat God ons vasthoudt, hoe dan ook. Te midden van verwarring en onbehagen over kleine en grote problemen in ons eigen leven en de grote wereld, mogen wij leven vanuit hoop. Niet met ons hoofd in de wolken maar vanuit het gelovig besef dat wij het allemaal niet alleen hoeven te klaren. God is trouw. Met ons gaat Hij die ons tot waakzaamheid oproept.
Vandaag is de eerste Adventskaars ontstoken. Een klein licht dat verwijst naar het grote licht, naar de komende Christus als het Licht van de wereld. Vroeg of laat komt het einde. Het evangelie van deze dag scherpt ons dat nog eens goed in. Niet om ons te verlammen, maar ons uit te dagen. Veeleer roept het evangelie ons op de geschonken tijd goed te gebruiken. Leef zo dat je je kunt verantwoorden als de Mensenzoon komt. Als je Christus zult ontmoeten van aangezicht tot aangezicht. Niet tot ons oordeel maar tot ons voordeel! Dat wij met aandacht voor God en de medemens leven; gerechtigheid realiseren en vrede stichten, in het groot en in het klein.
https://www.tijdschriftvoorver... bewerkt TS
EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT
EERSTE LEZING Jes.,2, 1-5
Uit de Profeet Jesaja
Visioen van Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem. Op het einde der dagen zal de berg waarop de tempel van de Heer staat, oprijzen boven alle bergen en uitsteken boven alle heuvels. Alle volkeren zullen erheen stromen en talloze naties erheen trekken. Zij zullen zeggen: "Kom, laat ons optrekken naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jakobs God. "Hij zal ons zijn wegen wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen. "Want uit Sion komt de Wet, het Woord van de Heer uit Jeruzalem. "Oordelen zal Hij de volkeren, rechtspreken over de talloze naties. "Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot sikkels. "Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander, en niemand zal nog leren oorlog voeren. "Huis van Jakob, kom, Iaat ons wandelen in het licht van de Heer."
TUSSENZANG
Ps.122 (121), 1-2, 3-4a, 4b-5, 6-7, 8-9
REFR: Hoe blij was ik, toen men mij riep: wij trekken naar Gods huis!
Hoe blij was ik, toen men mij riep: wij trekken naar Gods huis !
Nu mag mijn voet, Jeruzalem, uw poorten binnentreden.
Jeruzalem, ommuurde stad, zo dicht opeengebouwd:
Naar U trekken de stammen op, de stammen van Gods volk.
( Zij gaan naar Israëls gebruik de Naam van God vereren.
Daar staan de zetels van het recht, de troon van Davids huis.
Bidt dan om vrede voor Jeruzalem: dat ieder die u liefheeft veilig zij.
Dat eendracht heerse binnen uw omwalling, in al uw huizen rust. )
Terwille van mijn broeders en mijn makkers wens ik u vrede toe;
Terwille van het huis van onze God bid ik voor u om zegen.
TWEEDE LEZING Rom., 13, 11-14
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome
Broeders en zusters,
Gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken. Thans is ons heil dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen.De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan. Laten wij ons dus ontdoen van de werken der duisternis en ons wapenen met het licht. Laten wij ons behoorlijk gedragen als op klaarlichte dag, en ons onthouden van braspartijen en drinkgelagen, van ontucht en losbandigheid, van twist en nijd. Bekleedt u met de Heer Jezus Christus en koestert geen zondige begeerten meer.
ALLELUIA
Ps. 85 (84), 8
Alleluia. Laat ons uw barmhartigheid zien, geef ons uw heil, o Heer. Alleluia.
EVANGELIE Mt., 24, 37-44
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteus
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Zoals het ging in de dagen van Noach, zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Zoals de mensen in de dagen voor de zondvloed doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging, en zij niets vermoedden totdat de zondvloed kwam en allen wegrukte: zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon. Dan zullen er twee op de akker zijn: de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten: twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn: de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten. Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. Begrijpt dit wel: als de eigenaar van het huis wist op welk uur van de nacht de dief zou komen, zou hij blijven waken en in zijn huis niet laten inbreken. Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht."
Kerststal in de Sint-Odulphuskerk
Kerststal in De Vleut opent op 13 december 2025
Zestig jaar Adventsactie in 2025: ‘Koester een kind, bouw mee aan morgen’
De Digidulfke uitgave november 2025 is uit
Reactie van bisschop Mgr. Gerard de Korte naar aanleiding van “Dilexi te”