Kies uw kerk

Preek van de week

Bezinning door het jaar - zesde zondag van Pasen jaar C - 24 en 25 mei 2025/Hemelvaart van de Heer

OVERWEGING ZESDE ZONDAG VAN PASEN


In die tijd zei Jezus: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben’. Het klinkt zo gewoon, alsof op een achternamiddag een wijze goeroe aan het woord is. Maar wat was het een puinhoop: Judas was uit de kring verdwenen, Petrus en Thomas hadden zich ook niet van hun fraaiste kant laten zien, veel leerlingen waren na de dood van Jezus via de achterdeur stilletjes verdwenen. Deze herinnering aan de woorden van Jezus wordt opgehaald zo'n tien jaar na het heengaan van Jezus, als de eerste christengemeenschappen uiteen dreigen te vallen.

In de tweede lezing, uit de Apocalyps, horen we dat er ook in de gemeente van God een conflict is ontstaan. Petrus vindt dat de volgelingen van Jezus zich aan de Joodse wetten moeten houden, terwijl Paulus dat niet noodzakelijk vindt. Er dreigt een scheuring in de kerk. Er is sprake van een groeiend conflict. Jezus was een geboren en getogen Jood. En Joden hebben een ontzag voor de wet van Mozes. De wet is voor hen geen vrijheidsbeknotting, maar een levensgezel. Zij koesteren de wet, zoals een moeder haar kind koestert. Het was bijna vanzelfsprekend dat de eerste christenen allemaal joden waren, maar Paulus komt in contact met de niet-joden, voor wie de Wet van Mozes niet dezelfde betekenis had als voor de joden. Daar lag de conflictstof. Daar dreigde de eerste scheuring in de kerk. ‘Mijn vrede geef Ik u’, had Jezus gezegd. Maar nu is er een zwaar conflict.

Bij een conflict zijn er altijd drie mogelijkheden: een scheiding, een oorlogsverklaring of een uitputtend gesprek. Een scheiding is de gemakkelijkste weg, maar niet de beste. Je kunt ook de oorlogsverklaring zoeken, dan zoek je bondgenoten, verzamel je medestanders. Zijn er voldoende bij elkaar, dan kun je de ander afmaken. De jonge kerk heeft voor de derde mogelijkheid gekozen: het gesprek, hoe moeilijk ook. Standpunten werden uiteengezet. Er zijn woorden gevallen, keihard, zonder iets weg te slikken. Maar wel met één doel voor ogen: sámen moeten we eruit komen. ‘Mijn vrede geef Ik u’, had Jezus gezegd. Ze kregen die vrede niet cadeau.

De woordenwisseling was fel, weten we van de evangelist Lucas. Overeenstemming leek uitgesloten, totdat ze de gehele gemeente in het beslissingsproces inschakelden en er een oplossing gevonden werd. ‘Ik zal jullie een helper zenden’, had de man van Nazareth gezegd. ‘De Geest van waarheid, vrede en liefde zal Ik je doorgeven.’ In het christelijk westen gelooft men dat de Geest aan ieder persoonlijk is gegeven en door haar aan de gemeenschap. In het christelijk oosten gelooft men dat de Geest eerst aan de gemeenschap (aan ons sámen) is gegeven en door haar aan elk individu.

Ze vullen elkaar aan. Johannes geeft de heilige Geest een naam. Hij noemt haar para-clétos. Het woord laat zich moeilijk in het Nederlands vertalen. Maar het betekent zoiets als: advocaat, trooster, raadgever, maar misschien is het woord ombudsman wel de beste vertaling. Alleen via deze ombudsman kunnen we tot vrede komen. Die vrede kunnen we onszelf niet geven. Ons hart is vaak van binnen te veel verscheurd. Er is een grote breuk tussen ons denken en doen, tussen ons gevoel en ons verstand, tussen onze wil en ons niet kunnen. Jezus wil vlak voor zijn afscheid ons een weg wijzen. Of eigenlijk is het geen afscheid. Op drie manieren wil Hij bij ons blijven: in zijn Woord, in zijn Geest, in zijn Vrede. En die vrede is geen ‘wereldse’ vrede, maar een innerlijke vrede.

Goed dat er kerkmensen zijn, maar ook goed dat er anderen zijn. God laat zich vinden in de schoonheid van de schepping (en niet de ontluistering ervan). Hij laat zich ook vinden in mensen die gedupeerd worden door het onrecht. Het is duidelijk: Jezus belooft ons zijn vrede. Hij geeft die ook. ‘Mijn vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden’. En Jezus belooft dat Hij een Helper zal sturen die de Vader in zijn Naam zal zenden: de heilige Geest. De geest van Pinksteren begint eraan te komen! Dan verwachten we de zeven Pinkstergaven van de H. Geest. Het zijn de gaven van wijsheid, inzicht, goede raad, sterkte, kennis, vroomheid en eerbied voor God. Zeven hemelse gaven om elk conflict op te kunnen lossen.

Maar dat betekent niet dat we deze gaven zomaar cadeau krijgen. Het is vaak een eindpunt zijn van een levenslange worsteling, van een proces van vallen en opstaan en weer onderuitgaan. Gelukkig dat Jezus ons bij zijn afscheid een Parakleet heeft beloofd, een Trooster, een Raadgever, een Ombudsman. Die zal aanvullen waarin wij mensen tegenover God, tegenover elkaar en vaak ook tegenover onszelf hopeloos te kort schieten. En dat is wat we over veertien dagen met Pinksteren zullen vieren.

https://www.augustinusparochie...

Bewerkt TS




OVERWEGING HEMELVAART VAN DE HEER

De hemel lijkt zover weg, zover van onze aarde verwijderd, dat de mensen hem zich altijd achter die onbereikbare hoogte van zon, maan en sterren hebben voorgesteld. De hemel is immers de plaats waar God woont. Die onvoorstelbaar grote God, die hemel en aarde gemaakt heeft en bij wie vergeleken wij, mensen maar prutsers zijn. Die onvoorstelbaar heilige God, die totale liefde is en in wie geen gebrek te vinden is.

Tussen die sfeer van God en de aarde van de mensen ligt een onvoorstelbare afstand. En de zonde en de onvolkomenheden van de mensen maken die afstand alleen nog maar groter. Zo groot zelfs dat hij door de mens niet overbrugd kan worden.

Geen enkel wonder van de techniek, geen toren van Babel en geen ruimtesonde, hoe hoog ze ook streven, hoezeer ze ook proberen God in zijn hemel te bereiken; het lukt niet. Oh, de mens wil wel; het streven naar het goddelijke zit er als het ware in gebakken. Maar bij alles wat hij uit zichzelf onderneemt om de hemel te bereiken, vindt hij slechts afgoden. Afgoden, die na verloop van tijd niets waard blijken te zijn. Als de mens op eigen houtje de hemel gaat bestormen, een Hemelvaart gaat ondernemen, loopt het altijd op een mislukking uit. Of het nu de toren van Babel is, de socialistische heilsstaat of de consumptiemaatschappij waarmee we de hemel willen bereiken: we kunnen het niet, een Hemelvaart op eigen kracht.

Alleen Gods genade kan die hemel een stukje dichterbij brengen. Alleen God, die uit pure liefde onze aarde nadert, brengt de hemel binnen het bereik van de mensen. In Jezus Christus is God in de wereld gekomen en daarmee een stuk hemel op aarde. Voor hen die geloven is de hemel niet alleen meer ver weg. Het Rijk der hemelen is nabij, zegt Jezus. Wat Hij zegt, wat Hij doet is iets van het Rijk der hemelen. In zijn liefde voor de mensen wordt God zichtbaar in de wereld, is de hemel ontzettend dichtbij. Dat is dan ook de hemel die we moeten zoeken.

Natuurlijk is die hemel er hier op aarde nooit helemaal. Maar alleen in die richting is hij te vinden: God en zijn hemel. Niet in de richting van maanraketten en statussymbolen of ideologieën, van welvaartsdrang of macht is de hemel te vinden, maar in rechtvaardigheid, vrede, dienstbetoon en naastenliefde. Als je zo leeft, net als Jezus: dan is de hemel dichtbij. Dan blijf je niet gespaard voor ellende, maar in de diepste ellende is de hemel, is God het meest nabij. Kruisdood en verrijzenis liggen vlak bij elkaar.

Alleen Jezus kent de juiste hemelvaart: Hij is de goede weg gegaan en Hij is opgestegen tot de hoogste hemel. Dat vieren we vandaag. Hij zit aan Gods rechterhand. Onze broeder Jezus Christus heeft door zijn leven en sterven de afstand tussen God en mensen overbrugd. En Hij wil ons allen tot zich trekken.

Zijn Hemelvaart moet de onze worden. Wij zullen zijn weg moeten gaan in verbondenheid met Hem. En die weg ligt allereerst op onze eigen aarde: werken aan het rijk der hemelen, dat rijk van liefde en gerechtigheid. Gods aanwezigheid bespeuren in de mensen, die je liefde en je hulp nodig hebben, dat is het begin van onze hemelvaart, al een stukje hemel op aarde. Niet omhoog kijken naar de hemel, maar getuigen zijn van Christus Rijk tot aan het uiteinde der aarde.

Dat is niet altijd gemakkelijk: het zicht is soms verduisterd net als bij de apostelen door een wolk, die Hem aan onze ogen onttrekt. Alleen het geloof kan door die wolk heen kijken. Gelukkig worden wij in ons geloof geholpen door de Goddelijke Helper, die Jezus samen met de Vader over ons uitblaast: de heilige Geest, die ons begeestert en ons samenbrengt, die ons drijft tot de liefde. Levend in die heilige Geest zijn wij een stukje hemel op aarde. Verbonden met de reeds volledig hemelse Mens Jezus, die zetelt aan de rechterhand van God, waar wij Hem zullen zien van aangezicht tot aangezicht, als onze hemelvaart volbracht is.

https://mennenpr.nl/hemelvaart... bewerkt TS

Schriftlezingen van deze zondag



ZESDE ZONDAG VAN PASEN

EERSTE LEZING          Hand., 15, 1-2. 22-29

Uit de Handelingen van de Apostelen

In die dagen verkondigden enige mensen die van Judea waren gekomen, aan de broeders de leer: “Indien ge u niet naar Mozaïsch gebruik laat besnij­den, kunt ge niet gered worden." Toen hierover onenigheid ontstond en Paulus en Barnabas in een felle woordenwisseling met hen raakten, droeg men Paulus en Barnabas en enkele andere leden van de gemeente op met deze strijdvraag naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem te gaan. Deze besloten samen met de hele gemeente enige mannen uit hun midden te kiezen en met Paulus en Barnabas naar Antiochië te sturen: Judas, bijgenaamd Barsabbas en Silas, mannen van aanzien onder de broeders, en hun het volgende schrijven mee te geven: “De apostelen en de oudsten zenden hun broederlijke groet aan de broeders uit de heidenen in Antiochië, Syrië en Cilicië. Daar wij gehoord hebben dat sommigen van ons u door woorden in verwarring hebben gebracht en uw gemoederen hebben verontrust, zonder dat ze van ons enige opdracht hadden gekre­gen, hebben wij eenstemmig besloten enige mannen uit te kiezen en naar u toe te sturen, in gezelschap van onze dierbare Barnabas en Paulus, mensen die zich geheel en al hebben ingezet voor de naam van onze Heer Jezus Christus. Wij hebben dus Judas en Silas afgevaardigd die ook mondeling hetzelfde zullen overbrengen. De heilige Geest en wij hebben namelijk besloten u geen zwaardere last op te leggen dan het strikt noodzakelijke: namelijk u te onthouden van spijzen die aan afgoden geofferd zijn, van bloed, van verstikt vlees en van ontucht. Als gij uzelf daarvoor in acht neemt zal het u goed gaan. Vaarwel!"



TUSSENZANG  Ps. 67 (66) 2-3, 5, 6 en 8

Refr: Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren. of: Alleluia.

God, wees ons barmhartig en zegen ons, toon ons het licht van uw aanschijn; Opdat men op aarde uw wegen mag kennen, in alle landen uw heil.

Laat alle naties van vreugde juichen omdat Gij de volken rechtvaardig regeert en alles op aarde bestuurt. Geef dat de volken U eren, o God, dat alle volken U eren.

God geve ons zo zijn zegen dat heel de aarde Hem vreest.

TWEEDE LEZING         Apok., 21, 10-14. 22-23

Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes

Een engel bracht mij, Johannes in de geest op een zeer hoge berg en toonde mij de heilige Stad, Jeruzalem, terwijl zij van God uit de hemel neerdaalde, stralend van de heerlijkheid Gods; zij schitterde als het kostbaarste gesteente en als kristalheldere jaspis. De Stad was omringd door een zeer hoge muur met twaalf poorten en aan de poorten stonden twaalf engelen; namen waren daarop gegrift, de namen van de twaalf stammen van Israël. Er waren drie poorten op het oosten, drie op het noorden, drie op het zuiden en drie op het westen. En de stadsmuur had twaalf grondstenen en daarop stonden de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam. Maar een tempel zag ik er niet want God, de Heer, de Albeheerser is haar tempel zoals ook het Lam. En de Stad heeft het licht van zon en maan niet nodig want de luister van God verlicht haar en haar lamp is het Lam.



ALLELUIA         Joh., 14, 23

Alleluia. Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhou­den; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen. Alleluia.

EVANGELIE     Joh., 14, 23-29

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Als iemand Mij liefheeft zal hij mijn woord onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft onderhoudt mijn woorden niet; en het woord dat gij hoort is niet van Mij maar van de Vader die Mij gezonden heeft. Dit zeg Ik u terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb. Vrede laat Ik u na; mijn vrede geef Ik u. Niet zoals de wereld die geeft, geef Ik hem u. Laat uw hart niet verontrust of kleinmoedig worden. Gij hebt Mij horen zeggen: Ik ga heen maar Ik keer tot u terug. Als Gij mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga want de Vader is groter dan Ik. Nu, eer het gebeurt zeg Ik het u, opdat gij, wanneer het gebeurt, zult geloven. 





HEMELVAART VAN DE HEER

EERSTE LEZING          Hand., 1, 1-11

Uit de Handelingen der Apostelen

Mijn eerste boek, Teofilus, heb ik geschreven over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag, waarop Hij zijn opdracht gaf aan de Apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, en waarop Hij ten hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods. Terwijl Hij met hen at beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten, maar de belofte van de Vader af te wachten die, zo zei Hij, gij van Mij vernomen hebt: “Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest." Terwijl zij eens bijeengekomen waren stelden zij Hem de vraag: “Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israël het koninkrijk herstellen?" Maar Hij gaf hun ten antwoord: “Het komt u niet toe dag en uur te kennen die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld. Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het einde der aarde." Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaar­den, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen die zeiden: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.'

TUSSENZANG  Ps. 47 (46), 2-3, 6-7, 8-9

Refr: God stijgt ten troon onder luid ge­juich, de Heer met geschal van bazuinen.           of: Alleluia.

Alle volkeren, klapt in de handen, jubelt voor God met blij geroep. Want groot is de Heer en alom geducht, een machtig vorst over heel de aarde.

God stijgt ten troon onder luid gejuich, de Heer met geschal van bazuinen. Zingt nu voor God, laat klinken uw zang voor onze koning een loflied.

Koning is God over heel de aarde, zingt dus een psalm voor Hem. Koning is God over alle naties, zetelend op zijn heilige troon.

TWEEDE LEZING         Ef., 1, 17-23

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de chris­tenen van Efeze

Broeders en zusters, Ik smeek de God van onze Heer Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u de Geest te geven van wijsheid en openbaring om Hem waarachtig te kennen. Moge Hij uw innerlijk oog verlichten om te zien, hoe groot de hoop is waartoe Hij u roept, hoe rijk de heerlijkheid van zijn erfdeel te midden der heiligen en hoe overgroot zijn macht is in ons die geloven. Dezelfde sterkte en kracht heeft Hij getoond in Chris­tus, toen Hij Hem opwekte uit de dood en zette aan zijn rechterhand in de hemelen, hoog boven alle heerschappijen, machten, krachten en hoogheden en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze maar ook in de toekomstige tijd. Alles heeft God onder zijn voeten gelegd, en Hemzelf, verheven boven alles, heeft Hij als Hoofd gegeven aan de kerk die zijn lichaam is, de volheid van Hem, die het al in alles vervult.

ALLELUIA         Mt., 28, 19 en 20

Alleluia. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen, zegt de Heer; Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld. Alleluia.

EVANGELIE     Lc., 24, 46-53

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Zo spreken de Schriften over het lijden en het sterven van de Messias en over zijn verrijzenis uit de doden op de derde dag, over de verkondiging onder alle volkeren, van de bekering en de vergiffenis der zonden in zijn Naam. Te beginnen met Jeruzalem moet gij van dit alles getuigen. Daarom zend Ik tot u wat door mijn Vader beloofd is; blijft dus in de stad totdat gij uit den hoge met kracht zult zijn toegerust." Nu leidde Hij hen naar buiten tot bij Betanië; Hij hief de handen omhoog en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende verwijderde Hij zich van hen en Hij werd ten hemel opgenomen. Zij aanbaden Hem en keerden met grote blijdschap naar Jeruza­lem terug. Zij hielden zich voortdurend op in de tempel en zij verheerlijkten God.




Archief preken