Paaszondag
Toen Maria van Magdala merkte dat de steen voor het graf weg was,
haastte ze zich naar Petrus en Johannes.
En ook zij gingen naar het graf, Johannes ging naar binnen, hij zag en geloofde.
(naar Johannes 20, 1-3.8)
Overweging bij dit zondags evangelie
Ik ben blij - zegt God - dat je vandaag het feest van mijn verrijzenis wilt vieren.
Ik heb je bezig gezien in de voorbije veertigdagentijd en gemerkt hoe je hebt volgehouden,
met vallen en opstaan.
Vandaag leg Ik in jou mijn leven en Ik plaats mijn hart in het midden van jouw pijn en jouw droefheid.
Want met Pasen krijgt het kruis in het leven van mensen een hart, mijn hart - zegt God -
Dat klopt van liefde en tederheid.
Het moge je goed gaan, paasmens!
( uit: Een vuurwerk van tederheid, Erwin Roosen)
De Paasmorgen van Maria van Magdala
Op de eerste dag van de week, vroeg in de morgen - het was nog donker -
gaat een vrouw, Maria van Magdalena de graftuin binnen: wat weten we van haar?
Ze heet dus Maria, en is afkomstig uit Magdala, bij het meer van Galilea,
ze is zonder twijfel de belangrijkste vrouwelijke leerling van Jezus en ook een van de trouwste leerlingen van Jezus.
Ze is de enige die in alle vier de evangelies bij naam wordt genoemd, ze heeft Hem vergezeld tot in zijn dood.
Ze is Jezus op haar weg tegengekomen en die ontmoeting heeft een ander mens van haar gemaakt, zij werd 'apostel der apostelen'.
In die donkerte staat Maria Magdalena op en gaat op weg. De sabbat is voorbij en ze wil het lichaam van haar trouwe vriend Jezus balsemen.
Ze is helemaal ontredderd nu de man in wie ze geloofde, en op wie ze hoopte, gekruisigd werd. Hoe kan dat nu, de Zoon van God?
Dan ziet ze het lege graf, ze haalt er Johannes en Petrus bij, ze stellen vast dat het graf leeg is, enkel Johannes zag en geloofde.
Het klinkt allemaal zo bekend in de oren, het is zo herkenbaar, de ontreddering van Maria Magdalena, haar wanhoop en verdriet.
Maar dan ziet Maria Magdalena tot haar verbazing dat die steen voor het graf al weg is.
Jezus leeft, wij mogen leven, de steen is weggerold.
Jezus nodigt ons uit om ruimte te geven aan onze hoop, om de nieuwe dag een kans te geven, want:
in het midden van de nacht begint een nieuwe dag, na elke Goede Vrijdag komt ook een Pasen.
Pasen zegt ons: het leven overwint - altijd!!
(preken.be + embe)
Geloven
Ik geloof dat God bij ons is
zoals een vader die opkomt
voor zijn kinderen
zoals een moeder die zorgt
en liefde schenkt
en wil dat niemand te kort komt.
Ik geloof dat God bij iedere mens is
vooral bij de mens die zwak is
en kwetsbaar
bij de mens die lijdt en
achtergesteld wordt
en dat Hij wil dat iedere mens
gelukkig kan leven.
Ik geloof dat God is als een Herder
die om ons geeft, die ons blijft zoeken
die zorg heeft om het heil
van iedere mens.
Ik geloof
dat God ons hoop geeft
dat Hij ook de toekomst is
dat Zijn liefde sterker is
dan onrecht en dood.
Ik geloof dankzij
Zijn Zoon Jezus Christus
die mens met de mensen
is geworden.
Amen.
PAASZONDAG
EERSTE LEZING Hand., 10, 34a. 37-43
Uit de Handelingen der Apostelen
In die tijd nam Petrus het woord en sprak: “Gij weet wat er overal in Judea gebeurd is; hoe Jezus van Nazaret zijn optreden begon in Galilea na het doopsel dat Johannes predikte, en hoe God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht. Hij ging weldoende rond en genas allen die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem. En wij getuigen van alles wat Hij in het land van de Joden en in Jeruzalem gedaan heeft. Hem hebben ze aan het kruishout geslagen en vermoord. God heeft Hem echter op de derde dag doen opstaan en laten verschijnen, niet aan het hele volk maar aan de getuigen die door God tevoren waren uitgekozen, aan ons die met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de doden was opgestaan. Hij gaf ons de opdracht aan het volk te prediken, en te getuigen dat Hij de door God aangestelde rechter is over de levenden en de doden. Van Hem leggen alle profeten het getuigenis af, dat ieder die in Hem gelooft door zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgt.”
TUSSENZANG Ps. 118 (117), 1-2, 16ac-17, 22-23
REFR: Alleluia. Alleluia. Alleluia.
of: Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt. Wij zullen hem vieren in blijdschap.
Brengt dank aan de Heer, want Hij is genadig, eindeloos is zijn erbarmen! Stammen van Israël, dankt de Heer, eindeloos is zijn erbarmen!
De Heer greep in met krachtige hand, de hand van de Heer heeft mij opgericht. Ik zal niet sterven maar blijven leven en alom verhalen het werk van de Heer.
De steen die de bouwers hebben versmaad, die is tot hoeksteen geworden. Het is de Heer, die dit heeft gedaan, een wonder voor onze ogen.
TWEEDE LEZING Kol., 3, 1-4
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse
Broeders en zusters,
Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt: zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Zint op het hemelse, niet op het aardse. Gij zijt immers gestorven en uw leven is nu met Christus verborgen in God. Christus is uw leven, en wanneer Hij verschijnt zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
SEQUENTIE (vert. J. W. Schulte Nordholt)
Laat ons 't lam van Pasen loven, 't lam Gods met offers eren.
Ja het lam redt de schapen, Christus brengt door zijn onschuld ons arme zondaren tot de Vader.
Dood en leven, o wonder, moeten strijden tezamen.
Die stierf, Hij leeft, Hij is onze koning.
Zeg het ons, Maria, wat is 't dat gij gezien hebt?
Het graf van Christus dat leeg was, de glorie van Hem die opgestaan is; eng'len als getuigen, de zweetdoek en het doodskleed.
Mijn hoop, mijn Christus in leven! Zie Hij gaat u voor naar Galilea.
Waarlijk Christus is verrezen: stond op uit de doden.
O Koning, onze Held, geef ons vrede.
Alleluia.
ALLELUIA 1 Kor., 5, 7b-8a
Ons Paaslam is geslacht: Christus zelf. Wij moeten ook ons feest vieren in de Heer. Alleluia.
EVANGELIE Joh., 20, 1-9
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena vroeg in de morgen - het was nog donker- bij het graf en zag dat de steen van het graf was weggerold. Zij liep snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling en zei tot hen: “Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd." Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats. Toen ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen; hij zag en geloofde want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond, dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan.
Pastoraal uurtje - iedere maand op donderdagmiddag vanaf januari 2025
Wensenboom vanaf begin december 2024
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Kerststal in De Vleut opent op 14 december 2024