Kies uw kerk

Preek van de week

Preek van de week voor de vijfentwintigste zondag door het jaar 22 en 23 september 2018

Preek van de week voor de vijfentwintigste zondag door het jaar 22 / 23 september 2018

'Als iemand de eerste wil zijn,'zei Jezus,'zal hij de dienaar van allen zijn.
Wie een kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij én ontvangt Hem die Mij gezonden heeft.'
( naar Marcus 9,35-37)

overweging bij dit zondags evangelie

Wie is de grootste?


Uit het stukje evangelie van Marcus blijkt dat Jezus bij thuiskomst in Karfanaüm,
haarfijn aanvoelt welke strijd er onderweg tussen zijn leerlingen heeft plaatsgevonden.
Want al hun aandacht ging naar de vraag wie van hen de grootste, de belangrijkste, de beste was.
Wie dus, wanneer Jezus zijn Koninkrijk opgericht zou hebben, de belangrijkste post in de wacht zou slepen,
omdat ze hoopten dat hij de Romeinen zou verdrijven en een nieuw machtig rijk zou stichten.
En daar hoort, geen lijden en dood bij, wat Hij hun zojuist uitgelegd had, want dan komt er niets terecht van dat rijk
waarin ieder van hen de grootste, de belangrijkste wil zijn.
De grootste, de belangrijkste zijn: het is zo menselijk en zo herkenbaar, want wellicht wil ieder van ons wel een groot en belangrijk zijn:
in onze relatie, in ons gezin, ons dorp, stad, sport, buurt of op het werk of school.
Je mag opnoemen wat je wil, er zal altijd wel iemand de grootste en belangrijkste willen zijn.
Maar wat zegt Jezus? 'Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste moeten zijn en de dienaar van allen.'
En omdat te verduidelijken roept Hij een kind en zegt:'Wie een kind opneemt in mijn Naam, neemt Mij op.
En wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.'
Het kind wordt door Jezus niet op schoot genomen als model van onschuld, maar als voorbeeld voor alles wat weerloos is,
wat zichzelf niet kan redden, wat niet de dienst uitmaakt.
Keer op keer wijst Jezus er mij op om te kijken met andere ogen: meer open, meer ontvankelijk,
gericht op de ander en niet allereerst uit op eigen voordeel en gewin.
Hij vraagt mij ook om niet met oogkleppen op te lopen, maar om mij heen te kijken en te kijken met de ogen van diegenen die naast je staan, vooral met de ogen van hen die het het slechts getroffen hebben en het minst in aanzien zijn.
Een kind wordt door Jezus in het midden gezet, de eenvoudige en kleine mens wordt daarmee in het centrum van mijn zorg en aandacht geplaatst.
Een mens, afhankelijk van de genade van anderen, welke positie je ook hebt verworven, en hoe goed je je inmiddels ook zelf kunt redden, je hebt als mens behoefte aan vriendschap, aan een gesprek, aan een weerwoord, aan aandacht en medemenselijkheid.
De eerste, de grootste, de belangrijkste zijn: we kennen het allemaal, de een al wat beter dan de ander, willen scoren.
Voor God hoef je niet te scoren, Gods liefde stelt geen voorwaarde vooraf, God is voelbaar in de zekerheid dat je er mag zijn.
Je mag je als mens geliefd weten, niet omdat je een 'heilige' bent, maar omdat je bent zoals je bent, met bijv. je beugel, je pruik of pijnlijke knie,
met je littekens, of stroeve bewegingen, geen plastische chirurg is nodig, geen rapport met achten en negens, geen erepodium.
Gods liefde is onvoorwaardelijk, en die liefde maakt een mens gezond, die haalt het beste uit je wat in je zit.
Niet de vlotste verteller is Jezus' beste leerling, maar gewoon iemand die wandelt door de zon,
die zijn liedje fluit en van de vogels geniet en die omziet naar anderen.
Die mens leeft relaxed in Gods liefde.
( preken.be + embe)
********************************************************************************************************************************

Gebed

God onze vader,
Ik ben een kind van Jou, ik rol door de dagen, ik rol door de tijd, de wereld is mijn thuis!
Zie je mijn handen, God ?
Zie je hoe ik scheppen kan?
De aarde is mijn werktafel, bomen en bloemen, water en lucht maken me tot kind van Jou.

God mijn Vader, ik ben een kind van Jou, met schamele woorden, een stamelend hart.

Ik leef het leven, door Jou gegeven, in het licht van de dag, in het donker van de nacht.
Zie je hoe hard ik leef, mijn God?
Wil me dragen in je Hart, me koesteren in je armen, wil me nemen bij de hand, me bergen dicht bij Jou.
Wil me liefhebben zoals ik ben: dit kind van Jou!


 

Archief preken