Kies uw kerk

Preek van de week

Preek van de week voor de dertigste zondag door het jaar 26 en 27 oktober 2019

Preek van de week voor de dertigste zondag door het jaar -C- 26/27 oktober 2019
'De farizeeër dacht in zijn gebed alleen maar aan zichzelf.
De tollenaar daarentegen vroeg om vergeving. Wie zich verheft wordt vernederd,
maar wie zich vernedert wordt verheven.'
( Lucas 18,10-14)

overweging bij dit zondags evangelie

Tollenaar of farizeeër...in de spiegel kijken

Een kerk had een nieuwe voorganger gekregen, hij bracht de mensen met zijn uitdagende preken in onrust.
Sommigen, die zich vooral zeker voelden in hun behoudend en besloten christen zijn, klaagden hierover:
'hij brengt ons in verwarring', anderen echter, die open stonden om nieuwe wegen te gaan, zeiden:
'hij moest nog veel eigentijdser preken. Maar bij zijn overweging over de farizeeër en de tollenaar werd het stil in de kerk,
het was de kortste preek die zij ooit hadden gehoord. De voorganger las het evangelie van Lucas voor, zei twee zinnen
als verklaring en stelde toen de vraag: bent u de farizeeër of de tollenaar? Toen ging hij zitten en hield vijf minuten lang stilte.
Een zekere Jan zat vergenoegd met een schuin oog naar Peter te kijken, die twee rijen voor hem zat en dacht:
dat is een goede vraag voor die 'farizeeër', die zit daar altijd vooraan in de kerk terwijl hij buiten de kerk de mensen bedriegt
waar hij kan, en dat noemt zich dan een christen! Ene Marieke zat vermakelijk te kijken naar An: wat zal die nu denken?
Dat ze nu maar eens een antwoord geeft, die kwezel, ze bidt haar rozenkrans kapot en ondertussen haalt ze iedereen over de tong,
dat ze nu maar eens haar geweten onderzoekt. Velen zouden zo'n gewetensonderzoek houden over een ander en voor de ander.
Wij weten allemaal zo goed wie de farizeeër is en wie de tollenaar, tenminste als het over anderen gaat, maar over onszelf,
dan wordt het moeilijker. De bekende parabel van de farizeeër en de tollenaar, kennen we allemaal vrijgoed, en misschien vragen
we ons zelf ook weleens af wie van de twee ik ben: de farizeeër of de tollenaar. Wellicht kom ik dan tot de vaststelling
dat ik een beetje op allebei lijk, waarschijnlijk ben ik liever die brave tollenaar dan die zeer zelftevreden farizeeër.
Maar naar de buitenwereld toe gedraag ik me wellicht toch meer zoals die farizeeër, die zich ook beter voordoet dan hij is.
Want wie geeft nu graag zijn gebreken toe? Ik loop veel liever te koop met mijn kwaliteiten, die kan ik heel goed opsommen,
maar mijn gebreken? Heb ik die wel? Vraag ik me misschien af, eentje zal ik wel toegeven, zo'n kleintje van; dat ik soms ongeduldig ben, maar veel meer zal er niet uitkomen, dus lijk ik misschien toch meer op die farizeeër dan dat ik wil toegeven, want die lijkt er ook zeker van dat hij enkel goede kwaliteiten heeft.Hij leeft echt volgens de voorschriften van de godsdienst, vast twee keer per week,
en geeft tien procent van zijn inkomen aan armen. Maar bidt hij? Hij praat vooral over zichzelf, ikke, ikke, ikke...ben een hele goeie,
hij is vol van zichzelf, en dan is er geen plaats voor iets anders, hij staat niet open voor het mysterie in zijn leven.

De tollenaar is niet vol van zichzelf, hij weet dat hij fouten maakt, nu kunnen we daar wel een lieve jongen van maken, maar in die tijd
werden ze gehaat, omdat mee heulde met de Romeinse bezetting, en het volk afperste met belastingen. Hoe kwam het dan dat
de tollenaar gerechtvaardigd werd en de farizeeër niet? Jezus maakt dat duidelijk door hun gebedshouding, de farizeeër vooraan in de tempel, met opgeheven hoofd bidt tot zichzelf, en is enkel met zichzelf bezig met ik-zinnen: ik dank u, ik vast, ik betaal, God zou hem moeten bedanken, omdat hij alles zo goed doet.En wat doet de tollenaar? Hij blijft achteraan staan, hij durft zijn hoofd niet op te heffen,
hij weet zich teveel schuldig voor God, hij vindt zich een hopeloos geval, hij kan het afgeperste geld nooit terugbetalen, daarom zegt
hij deze vijf woorden: God, wees mij, zondaar, genadig. Jezus koppelt altijd vergiffenis aan oprecht berouw, en de wil om het beter te doen.
De openheid van de tollenaar, het niet vol zijn van zichzelf, het toegeven van zijn fouten en dat hij hulp en genade nodig heeft,
is dat Jezus onder de aandacht wil brengen, en dat hij die genade kan krijgen.
In welke persoon vind ik mezelf terug, want dat is niet zo makkelijk, want het gaat niet om twee categorieën van mensen,
maar wel om twee levenshoudingen die in één en dezelfde mens terug te vinden zijn.
Misschien ben ik wel een tolli-zeeër, of een fari-naar, dit verhaal houdt me een spiegel voor, waarin ik kan zien dat ik twee gezichten heb. Soms sta ik open, luister ik naar het mysterie in het leven, en soms ben ik vol van mezelf, ikke, ikke, ikke, en lachen om anderen die in de fout gaan.
Als mensen rondom mij zien hoe ik leef, door te proberen voor wie naast mij leeft een stukje hemel op aarde te brengen, door open te staan, stil te worden,
en te luisteren, zonder eerst naar mijzelf te kijken, dan is dat het fundament van het leven, en deze mysterie is een goede kracht.
En die kan ik alleen voelen, als er plaats voor is, als ik niet vol zit van mezelf.
( preken.be + embe)
**********************************************************************************************************************************

Gedicht

Zonnestraal
Er is zo weinig nodig om blij te kunnen zijn,
een handdruk of een glimlach zijn soms zo reuze fijn.
Dan kan de zon gaan stralen al regent het dat het giet,
en heel diep in je harte vergeet zoiets niet.
( Riek Elbers)

 

Archief preken