Preek 6de zondag van Pasen, B
Eerste lezing: Handelingen 10, 25-26, 34-35, 44-48
Evangelie: Johannes 15,9-17
Als redelijke buitenstaanders hebben we misschien naar de eerste lezing geluisterd over de handelingen van apostelen. In de tekst is een veel langere geschiedenis verborgen. Een geschiedenis waarin mensen elkaar uit- en buitensluiten. De Romeinse overheersers hebben met geweld het land Israël ingenomen. Joden en Romeinen gaan niet met elkaar om, ze mijden elkaar en het is zeker niet toegestaan het huis van een romein te betreden.
Met deze lange geschiedenis wordt vandaag in het boek Handelingen en dus ook in onze christelijke geschiedenis, gebroken.
Twee mensen krijgen een droom, een visioen, ze worden uitgenodigd om opzoek te gaan naar elkaar. De Romein Cornelius en de Jood Petrus, worden als het ware vanuit de hemel bij hun kraag gevat. Ze worden uitgenodigd menselijke wetten en scheidslijnen te overstijgen. Wat van de aarde is, is niet van de hemel, zo blijkt vandaag uit deze lezing.
Petrus die een lange tijd met Jezus had opgetrokken, had geleerd te luisteren naar de innerlijke stem die in gebed hoorbaar wordt. Cornelius wist van bidden, hij aanbad al lang mensen en dat dus een engel, een mensengedaante in zijn gebed verschijnt, is niet vreemd, het past bij zijn manier van in contact treden met het hogere. Zo leren we vandaag dat God mensen aanspreekt op de plaatse waar ze zijn en op de wijze die elk mens kan verstaan.
Beide hebben verstaan dat dat wat hen overkomt, niet van mensen en zeker niet van henzelf is!
Petrus heeft het inzicht gekregen dat er voor God geen verschil is in mensen, dat je geen mens onrein of onheilig mag noemen. Daarom heeft Petrus zonder tegenspraak de uitnodiging aanvaard en is op weg gegaan. Cornelius vertelt van zijn kant, hoe hij werd uitgenodigd een grens over te gaan, om niemand buiten te sluiten. Zo zijn beide mannen, te samen met hun gasten, voor Gods aangezicht vereend, verlangend om te horen wat door de Heer in de kern van elk mensenleven is gelegd.
Dat antwoord hoorden we in het evangelie van vandaag: ‘Dat je elkaar liefhebt, zoals Jezus jou liefheeft. En dat de vreugde van mensen volkomen mag zijn.’
Als zichtbaar teken, dat dit besef bij al de aanwezigen is doorgedrongen, laat ieder zich door Petrus dopen.
Cornelius vroeg of Petrus en zijn mannen nog een paar dagen wilde blijven. En dat deden ze. Zij braken brood en dronken wijn.
Amen.
Deze afbeelding wordt veelvuldig gebruikt op het internet, maar er lijkt geen kennis te zijn van het origineel en schilder. Zij die dat wel hebben worden uitgenodigd dit met ons te delen, zodat wij dat hier kunnen vermelden.
Johannes 15, 09-17
Petrus bij Cornelius in Caesarea
Toen Petrus aankwam, liep Cornelius hem tegemoet en viel hem te voet om hem te aanbidden. Maar Petrus richtte hem op en zei: ‘Sta op, ik ben ook maar een mens.’
Petrus opende zijn mond en zei: ‘Nu weet ik zeker dat God geen aanzien des persoons kent, maar dat iedereen, ongeacht het volk waartoe hij behoort, Hem welgevallig is als hij godvrezend is en gerechtigheid doet.
Petrus was nog aan het woord toen de heilige Geest neerdaalde op allen die naar zijn toespraak luisterden. De besneden gelovigen die met Petrus meegekomen waren, stonden versteld, omdat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgegoten; want zij hoorden hen in talen spreken en God verheerlijken. Daarop zei Petrus: ‘Niemand kan toch het doopwater weigeren aan deze mensen, die evenals wij de heilige Geest ontvangen hebben?’ Hij gaf opdracht hen te dopen in de naam van Jezus Christus. Daarna vroegen zij hem enkele dagen te blijven.
Verschijningen van Jezus
In die tijd sprak Jezus tot hun: ‘Trek heel de wereld door om aan elk schepsel de goede boodschap te verkondigen. Wie tot geloof komt en gedoopt wordt, zal gered worden, maar wie niet tot geloof komt, zal veroordeeld worden. De volgende tekenen zullen hen die tot geloof gekomen zijn, begeleiden: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, nieuwe talen zullen ze spreken, met hun handen zullen ze slangen opnemen, en als ze dodelijk gif drinken, zal dat hun niet deren. Zieken zullen ze de handen opleggen en zij zullen gezond worden.’ Nadat de Heer Jezus hun dit gezegd had, werd Hij in de hemel opgenomen en nam Hij plaats aan de rechterhand van God. Zij trokken eropuit om overal de boodschap uit te dragen, terwijl de Heer meewerkte en het woord kracht bijzette door de begeleidende tekenen.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal