Kies uw kerk

Preek van de week

2020-05-24. Tussen wolk en Geest?

        Preek 7de zondag van Pasen, A

 

Eerste lezing: Handelingen der apostelen 1, 12-14

Evangelie: Johannes 17, 1-11.

We bevinden ons tussen Hemelvaart en Pinksteren. Tussen de wolk, die de heer Jezus verbergt én het neerdalen van de Geest, die ons voortstuwt. Tegelijk bevinden we in dit coronatijdperk ons tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ normaal. Het is een tussentijd waarin het voorbije nog niet voorbij is en het komende nog net niet is gekomen.

Deze zondag, deze tijd heeft een geheel eigen karakter. Ze vertelt aan de ene kant iets over datgene wat we elke dag ervaren of voelen én aan de andere kant wat we verlangen én waarnaar we uitzien. Deze zondag, deze tijd is een soort momentopname van ons leven als leerlingen van Jezus en Nederlander. Hoe vaak staren we niet naar de wolk? Verlangen we naar een samen zijn en samen optrekken met Jezus en elkaar, ontdaan van franje en het stof van eeuwen!

Dan vraag ik me af: is dat zo erg? We hoorden toch in de eerste lezing dat de leerlingen bijeen zijn, met de zusters en broeders! Dat zij eensgezind zijn in het gebed. Ze bidden, denken na, spreken met elkaar en houden de moed erin. Althans zo stel ik me dat voor.

Is dit verhaal uit de Handelingen niet vol symboliek? Is die kleine groep in de zaal van het laatste avondmaal niet als de parochiekerk, als de huiskerk in haar meest kwetsbare maar ook sterke gedaante? Deze volgelingen geven niet toe aan hun teleurstelling en angst. Ze zoeken nieuwe inspiratie. Ze houden elkaar vast. ‘Ze zijn eensgezind’, zegt het verhaal. Want zelfs als de leerlingen van Jezus teleurgesteld en verdrietig zijn over de gang van zaken, dan wil dat nog niet zeggen dat ze zijn belofte vergeten. “Ik kom terug”?, heeft Hij gezegd. “Ik stuur jullie een Helper”?, heeft Hij beloofd.

Johannes 17, 1-11

Johannes 17, 1-11

Als je daarop vertrouwt gaat het toch maar om één ding: wachten op die Geest! Maar dan wel in een aandachtig en volhardend wachten. Misschien kijken we teveel naar wat ons niet aanstaat en spannen we ons te weinig in om samen te bidden, eensgezind, onverdeeld. Samen zijn in deze geest is de vruchtbare bodem om tot inzicht te komen en te ontdekken hoe we verder moeten op de weg, ook na het coronatijdperk

Om verder over na te denken. Tussen wolk en Geest. Tussen een verborgen God en een bron van goddelijke inspiratie. Tussen een oud en een nieuw normaal. Tussen weemoed en vastberadenheid. Dat leven - het leven van ons als leerlingen van de verrezen Heer Jezus en Nederlander- kun we alleen volbrengen in onderlinge solidariteit. Door vertrouwen in elkaar, de bereidheid tot geven en delen. Dat leven is bestand tegen de wisselvalligheden van elke dag. Dat leven houdt ons gaande. Ook in onze tijd!

 

Amen.

Prent: Twaalfde artikel - Ik geloof in het eeuwig leven

Uit: Het Prentencatechismus

Deze prent stelt de hemel voor. We zien in het midden de drie goddelijke personen in een driehoek op een glorietroon gezeten en omringd door engelen. Velen van hen spelen op diverse speeltuigen en anderen zwaaien met een wierookvat voor de drie goddelijke personen. Aan hun hoofd staat de heilige maagd Maria, hun koningin; zij zit aan de rechterkant van haar zoon, Jezus Christus. Ze zetelt op een troon die kleiner is dan die van God, maar toch hoger dan iedereen die niet aan God gelijk is.

Op de tweede rij bevinden zich rechts de heilige Johannes de Doper, Mozes, David, Abraham en andere heiligen van het Oude Testament. Links zien we de heilige Jozef, de heilige Petrus en de overige apostelen, een evangelist met een boek in de hand en verschillende heiligen van het Nieuwe Testament.

Op de derde rij zien we de andere heiligen waaronder de martelaren, zoals de heilige Stefanus, heilige bisschoppen, een heilige koning, heilige maagd-en-martelaressen zoals de heilige Cecilia en de heilige Catharina, alsook heilige vrouwen zoals de heilige Maria Magdalena.

De heilige Stephanus houdt een steen in de hand, omdat hij gestenigd werd.

De heilige Cecilia heeft een harp in de hand, omdat zij onder begeleiding van muziekinstrumenten Gods lof zong.

Aan de voeten van de heilige Catharina ligt een verbrijzeld rad, omdat men haar probeerde te radbraken, d.w.z. martelen door haar vast te binden op een rad vol met scherpe foltertuigen. Het rad brak echter toen men het in het in beweging wilde zetten.

De heilige Maria Magdalena heeft een kruik in de hand omdat zij het hoofd van Jezus, de Zaligmaker, waste met kostbare, geurige oliën.

Handelingen 1, 12-14

Jezus’ laatste opdracht en hemelvaart
Daarna keerden ze van de zogeheten Olijfberg, die dichtbij Jeruzalem ligt, op een sabbatsreis afstand, terug naar Jeruzalem. Toen ze de stad binnenkwamen, gingen ze naar de bovenzaal waar ze gewoonlijk verbleven: Petrus, Johannes, Jakobus en Andreas, Filippus en Tomas, Bartolomeüs en Matteüs, Jakobus van Alfeüs, Simon de Zeloot en Judas van Jakobus. Zij bleven allen trouw en eensgezind in gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers.

Evangelie: Johannes 17, 1-11a

Afscheidsgebed van Jezus
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen op naar de hemel en bad: ‘Vader, het uur is gekomen! Verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijkt. Laat Hem, krachtens de macht die U Hem gegeven hebt over alle mensen, eeuwig leven schenken aan al degenen die U aan Hem hebt toevertrouwd. Eeuwig leven! Dat betekent dat ze U, de enige waarachtige God, leren kennen, en ook degene die U gezonden hebt: Jezus Christus. Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat U Mij te doen hebt gegeven. Verheerlijk Mij nu, Vader, aan uw zijde, en bekleed Mij met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld bestond. Ik heb uw naam geopenbaard aan de mensen uit de wereld, die U Mij had toevertrouwd. Ze waren van U, en U hebt hen aan Mij toevertrouwd. Ze hebben uw woord ter harte genomen. Nu erkennen ze dat alles wat U Mij gegeven hebt, van U komt. Want de woorden die U Mij gegeven had, heb Ik aan hen doorgegeven, en zij hebben die aangenomen: ze hebben naar waarheid erkend dat Ik van U ben uitgegaan; ze hebben geloofd dat U Mij hebt gezonden. Voor hen bid Ik. Niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij hebt toevertrouwd bid Ik, omdat ze de uwen zijn - al het mijne is trouwens het uwe en al het uwe is het mijne - en omdat in hen mijn heerlijkheid zichtbaar is geworden. Ik ben al niet meer in de wereld, maar zij, zij blijven in de wereld achter, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, die U Mij hebt toevertrouwd, opdat ze één mogen zijn zoals Wij.

Archief preken