Kies uw kerk

Preek van de week

2021-09-05. Doofheid genezen

Preek 23ste zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Jesaja 35, 4-7a
          Evangelie: Marcus 7, 31-37

Doof zijn voor wat er speelt in de grote wereld waarin we leven, maar ook doof zijn voor wat er leeft bij de mens die je naaste is, dat is het thema van de schriftlezingen.
In de eerste lezing zegt de profeet Jesaja: ‘God komt om wraak te nemen’. Dat klinkt nogal heftig. Mensen nemen wraak, maar God? Ja, vergis je niet, want God is volgens de bijbel niet doof voor de jammerklachten van mensen in nood. Het gaat bij Jesaja om allerlei situaties waarin mensen tot zwijgen worden gebracht. Ze worden onderdrukt door machthebbers die hun eigen gang gaan. Voor die onderdrukte en machteloze mensen neemt de profeet het op en hij voelt zich daarbij gesteund door God.

Je ziet dat ook nu in allerlei landen gebeuren. Denk aan Wit Rusland, maar als je goed luistert dan gebeurt het in heel veel landen. Soms met veel geweld, soms heel subtiel door de vrije pers aan banden te leggen. En het gebeurt zelfs in ons eigen land. Wij kennen bijv. de kinderopvangtoeslagaffaire. Ik zou de tekst van Jesaja daarom naar onze tijd willen vertalen met: mensen die machteloos zijn een stem geven.

Je ziet dat ook nu in allerlei landen gebeuren. Denk aan Wit Rusland, maar als je goed luistert dan gebeurt het in heel veel landen. Soms met veel geweld, soms heel subtiel door de vrije pers aan banden te leggen. En het gebeurt zelfs in ons eigen land. Wij kennen bijv. de kinderopvangtoeslagaffaire. Ik zou de tekst van Jesaja daarom naar onze tijd willen vertalen met: mensen die machteloos zijn een stem geven.


Want je mag voor onrecht en machtsmisbruik niet doof zijn als je in een bevoorrechte positie verkeert. Men kan lange tijd doof of blind zijn voor wat er overal speelt, men kan zich terugtrekken in zijn eigen bubbel, maar het blijft je achtervolgen. Want God is niet doof en hoort hen wel. En je hoort Zijn stem in je geweten. De beelden raken je hart als je de wanhoop hoort zoals nu van mensen die achterblijven in Afghanistan, of van de vluchtelingen in Griekenland, bootvluchtelingen enz.  Natuurlijk zijn we machteloos als we die beelden zien, maar ze moeten ons wel raken. Want voor je het weet leef je zoals we tegenwoordig zeggen in je eigen bubbel en hoor je alleen nog wat daar in past en wat je horen wil.

Marcus 7, 31-37

Marcus 7, 31-37

Wanneer de evangelist Markus aan wil geven hoe hij het optreden van Jezus heeft ervaren, dan doet hij dat o.a. met het beeld van de dove man, die door Jezus genezen wordt. De band van zijn tong wordt los gemaakt en zijn oren gingen open. Blijkbaar was Jezus in staat om contact te krijgen met allerlei mensen. Hij begreep wat er in hen omging, Hij kende hun honger naar woorden die leven geven, naar woorden van hartelijkheid en begrip. Hij liet mensen in hun waarde en hielp hen overeind te komen.

Om zelf zulke woorden van leven te kunnen spreken, moet je weten wat er omgaat in het hart van de ander. Maar bovenal moet je bereid zijn om te luisteren en vooral om te horen. Want luisteren alleen is niet genoeg.
Jezus had en sprak de taal van het hart en mensen konden hun oren niet geloven.
Hij wist het juiste woord te spreken tegen de man of vrouw die hij tegenkwam en die het niet goed maakte; het was wonderlijk om te zien hoe zij tot leven kwamen.
Jezus had niet veel woorden nodig, maar mensen verstonden Hem en werden anders.

De doofheid waar het hier in het evangelie om gaat heeft niets met onze oren te maken, maar is een kwaal van ons hart. Want elkaar verstaan, dat zit 'm niet in woorden, dat zit 'm niet in de taal die we spreken, maar dat zit 'm in de openheid van mens tot mens, in de openheid van u en mij tot God, tot die stem in ons hart, ons geweten.


          Amen

Afbeelding: Jezus geneest een doofstomme

Schilder: Bartholomeus Breenbergh ( 1598 - 1657 )
          Datum: 1635
          Techniek: Olieverf op paneel (90 x 122 cm)
          Te bewonderen in: Louvre, Paris

Aangetrokken door de bovennatuurlijke scene, heeft een groep mensen zich verzameld voor de oude ruïnes. Jezus is van een van zijn wonderen aan het uitvoeren, de genezing van de doofstomme man. Bartholomeus Breenbergh toont de scene op het moment van het wonder.
De collectie van de gebouwen is een enigszins aangepaste versie van de ruïnes van de Villa van Maecenas in Tivoli, terwijl de details van de verzonken gewelf gezien onder de grootste poort wordt verondersteld te zijn geïnspireerd door de basiliek van Constantijn , één van de belangrijkste monumenten in het Forum Romanum.
Hoewel het belangrijkste deel van het schilderij klein is en omgeven door de groep mensen en de bedelaar op de voorgrond, wordt de blik van de toeschouwer door het samenspel van licht geleidt. De afwisseling van lichte en donkere gebieden. Geeft dat de doof stomme man door de schilder letterlijk in de schijnwerpers wordt gezet. Het lichte gat in de stormachtige hemel, die deze verschillende effecten van licht verklaart, wordt weergegeven met een grote gevoeligheid voor de sfeer.

Jesaja 35, 4-7a

Verlost uit de ballingschap
Spreek tot allen die de moed verloren hebben: ‘Houd moed, wees niet bang, hier is uw God, Hij brengt de wraak mee, de goddelijke vergelding, Hij komt u redden.’ Dan worden de ogen van de blinden geopend en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land. Het verschroeide land wordt een meer, de dorstige grond een waterrijke fontein.

Marcus 7, 31-37

Genezing van een doofstomme
Jezus vertrok weer uit het gebied van Tyrus en ging via Sidon naar het meer van Galilea, midden in de Dekapolis. Ze brachten Hem iemand die doof was en moeilijk sprak, en ze drongen er bij Hem op aan, hem de hand op te leggen. Hij nam hem uit de menigte apart, stak zijn vingers in zijn oren en spuwde en raakte zijn tong aan, en Hij keek op naar de hemel, zuchtte, en zei tegen hem: ‘Effata’, wat betekent: Ga open. Meteen gingen zijn oren open, zijn tongriem ging los, en hij sprak normaal. Hij gebood hun om het aan niemand te zeggen. Maar hoe meer Hij dat deed, des te meer gingen ze het rondvertellen. En ze werden steeds geestdriftiger en zeiden: ‘Geweldig wat Hij allemaal gedaan heeft. Doven laat Hij horen en stommen laat Hij spreken.’

Archief preken