Kies uw kerk

Preek van de week

2021-10-31. Een vernuftige geest

Preek 31ste zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Apokalyps 7, 2-4. 9-14
          
Evangelie: Marcus 12, 28-34

‘Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het rijk der hemelen.’ Dit is één van de meest bekende uitspraken van Jezus. Helaas zijn deze worden niet altijd goed begrepen. Want wie wil er nu arm van geest zijn? Wie wil er nu een sukkelaar zijn die niet kan denken, niet kan redeneren! Trouwens, zeggen de tegenstanders, de mens is helemaal niet arm van geest. Zie maar vanwaar hij komt en waar hij nu staat.

 Door zijn intelligentie en heeft de mens de aarde naar zijn eigen beeld gevormd. Prachtige bouwwerken opgericht en water naar zijn hand gezet. Lichaamsdelen worden getransplanteerd, zieken genezen, alsof de mens zelf schepper is van hemel en aarde. De mens is dus helemaal niet arm van geest, integendeel, hij is bijzonder rijk van geest.

Maar in die positieve opsomming vergeet men gemakshalve de keerzijde van de medaille, en die is heel wat minder fraai. Helaas zijn er steeds te veel mensen die deze maatschappij niet aan kunnen en vluchten in medicijnen en verdovende middelen. Nog steeds wordt de rijkdom van de geest gebruikt om wapens te ontwikkelen om de anderen te kunnen vernietigen. Staatsgrepen worden er gepleegd om aan de macht te blijven of te komen. Dit alles ondanks onze vernuftige geest!

Het zou dus beter zijn als we Jezus’ uitspraak niet zouden afwijzen en dat we zouden zeggen: “Spijtig genoeg is de mens niet arm van geest!” Want als hij dat wél was, zou hij niet meewerken aan de wreedheid tegenover zijn medemensen en de ondergang van de aarde. 

Marcus 12, 38-34

Marcus 12, 38-34

Want arm van geest wil niet zeggen dat je een sukkelaar bent die niet eens kan denken, laat staan nadenken. Integendeel, het wil zeggen dat je zo goed kan denken dat je verder denkt dan jezelf. Dat je dus niet bulkt van zelfverheerlijking, van egoïsme en eigen groot gelijk. Dat je er niet bent om je macht en je rijkdom uit te bouwen ten koste van je medemensen, maar om voor iedereen een leefbare wereld uit te bouwen.

En dat sluit heel mooi aan bij Allerheiligen. Want dat is niet alleen het feest van de heiligen die op de kalender staan, maar van alle heiligen – zoals de benaming van het feest het zo mooi uitdrukt. Het feest van alle mensen die zich door de eeuwen heen hebben ingezet om het Koninkrijk van God uit te bouwen.

Om te besluiten. We kunnen gerust zijn. Het feest van Allerheiligen is ook het feest van de mensen die zich daar vandaag voor inzetten, want allen zijn we geroepen om heilig te zijn. Dus om in naam van God mee te bouwen aan een wereld van liefde en vrede, van respect voor alles en iedereen, van hulpvaardigheid, van meevoelen en meedenken met elkaar. Wie dat doet, is een mens met een vernuftige geest.

 
          Amen

Afbeelding: Detail van Mozes verbrijzelt de tafelen der wet

Schilder: Rembrandt Harmensz. van Rijn (ca. 1606 - 1669)
          Techniek: Olie op canvas
          Datum: 1659
          Afmetingen geheel schilderij: 168.5 bij 136.5 cm (h , b)
          Te bewonderen in Gemäldegalerie, Berlijn, Duitsland

Apokalyps 7, 2-4. 9-14

De getekenden op aarde en de martelaren in de hemel
En ik, Johannes, zag een andere engel opstijgen van de opgang van de zon, met het zegel van de levende God. Hij riep met luide stem tot de vier engelen, aan wie macht gegeven was om schade toe te brengen aan land of zee:  ‘Breng geen schade toe aan land of zee of aan de bomen voordat wij de dienstknechten van onze God met het zegel op hun voorhoofd getekend hebben.’ Daarop vernam ik het aantal getekenden: honderdvierenveertigduizend uit alle stammen van de Israëlieten.

Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het lam, in witte kleren en met palmtakken in de hand, en luid riepen zij: ‘De redding komt van onze God, die op de troon zetelt, en van het lam!’ Alle engelen stonden rondom de troon, samen met de oudsten en de vier dieren, en zij wierpen zich neer voor de troon en aanbaden God: ‘Amen! Lof en heerlijkheid en wijsheid en dank en eer en macht en sterkte aan onze God tot in alle eeuwigheid, amen!’ Toen richtte zich een van de oudsten tot mij en zei: ‘Wie zijn dat in die witte kleren en waar komen zij vandaan?’ Ik antwoordde hem: ‘Heer, dat weet ú.’ Toen zei hij: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verdrukking komen, die hun kleren hebben wit gewassen in het bloed van het lam.

Marcus 12, 28-34

Vragen aan jezus
Toen iemand van de Schriftgeleerden hen had horen redeneren en zag dat Hij hun een juist antwoord had gegeven, ging hij Hem vragen: ‘Wat is het allereerste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het eerste is dit: Luister Israël, de Heer onze God is de enige Heer; u zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht. Het tweede is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Een ander gebod, groter dan deze twee, is er niet.’ De Schriftgeleerde zei Hem: ‘Juist, Meester, terecht zegt U: Hij is de Enige en er is geen ander dan Hij. Hem liefhebben met heel ons hart en heel ons inzicht en heel onze kracht en onze naaste liefhebben als onszelf is veel meer dan alle brand- en slachtoffers.’ Toen Jezus zag dat hij met begrip antwoordde, zei Hij tegen hem: ‘U staat niet ver van het koninkrijk van God.’ Niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.

Archief preken