Kies uw kerk

Preek van de week

2016-08-28. Tafelmanieren

        22ste zondag door het jaar, C

 

Eerste lezing: Jezus Sirach 3, 17-18. 20. 28-29

Evangelie: Lucas 14, 1. 7-14

Als je rijk bent, blijf dan bescheiden”?, een zin uit de eerste lezing van vandaag. Misschien welt nu in u de gedachte op: is dit nu alles wat ik mee ga krijgen dit weekend?

Het boek Jezus Sirach behoort tot de wijsheidsliteratuur van de Bijbel. Het is een boek dat aan doopleerlingen te lezen werd gegeven. Aan de hand van eenvoudige omgangsvormen, mochten de doopleerlingen ontdekken wie en waar God is. Wat Hij of zij van de doopleerling verwacht.

Ook Jezus gaat staan in deze wijsheidsliteratuur. Aan de hand van twee maaltijden laat Lucas ons zien wat Jezus bedoelt als je leerling van Hem wilt zijn, kind van God wilt worden.

Maaltijd vieren is in de Christengemeente van groot belang. Het komt voort uit een opdracht van de Heer: blijft dit doen om aan Mij te denken! De maaltijden die Jezus met hen hield, de woorden die Hij sprak, het deed hun levensingrijpend veranderen. Van alle uithoeken van de samenleving waren ze gekomen, om Jezus te volgen, naar Zijn woorden te luisteren en aan te zitten aan Zijn tafel. Aan tafel zittend deden oude verhalen de ronde en werden nieuwe verhalen verteld.

Zo is onze tafel thuis niet ver. Ook daar zitten we aan. Eten, maar meer nog, we luisteren naar elkaars verhalen, over de traditie van de familie, over mensen die belangrijk waren en zijn. Ook thuis hoort de jongste al dat hij of zij niet op de beste plaats moet gaan zitten. De gast komt eerst, en toch in ieder geval opa of oma. De ouderdom wordt geëerd. Het is de levende traditie die ons aan God doet denken.

Gastvrijheid staat hoog in ons vaandel. Maar aan wie verlenen wij gastvrijheid? Het is zo vanzelfsprekend om familie, vrienden en bekenden uit te nodigen. Als we Jezus uitnodigen, dan weten we dat met Hem altijd de bedelaars, de armen, zieken en uitgestotene meekomen. Wat Jezus probeert duidelijk te maken is: laat jouw maaltijd een voorafspiegeling zijn van het hemelse maal.

Een stukje van dat hemelse maal brengen wij tot uitdrukking als wij eucharistie vieren. De deuren staan wagenwijd open en wie wil  mag binnenkomen. En dan als je met zo velen aan mag zitten aan die ene Tafel, dan is het goed dat we van jongs af aan hebben geleerd wat tafelmanieren zijn!

 

Amen

Jezus Sirach 3, 17-18. 20. 28-29

        Bescheidenheid
Wat je doet, mijn kind, doe dat met zachtheid en je zult meer bemind worden dan iemand die geschenken geeft. Hoe hoger je staat, des te kleiner moet je je maken, en je zult genade vinden bij de Heer.
Want groot is de barmhartigheid van de Heer en aan de nederigen toont Hij zijn geheimen.
Voor de kwaal van de hoogmoedige bestaat geen genezing, want de plant van de slechtheid heeft wortel geschoten in hem. Het hart van de verstandige mens denkt na over de spreuken; wat de wijze voor zichzelf wenst is een oor dat luistert.

Evangelie: Lucas 14, 1. 7-14

        Genezing van een waterzuchtige op sabbat
Op een sabbat ging Hij bij een van de leiders van de farizeeën thuis eten; zij letten scherp op Hem.

De ereplaats
Omdat Hij zag hoe de genodigden de ereplaatsen uitzochten, hield Hij hun een gelijkenis voor: ‘Wanneer u op een bruiloft bent genodigd, ga dan niet op de ereplaats zitten. Misschien heeft de gastheer iemand uitgenodigd die belangrijker is dan u, en dan zal hij naar u toe komen en zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.”? Vol schaamte moet u dan achteraan gaan zitten. Ga liever, als u ergens uitgenodigd bent, achteraan zitten. Dan zal de gastheer naar u toe komen en zeggen: “Vriend, kom meer naar voren.”? Dat zal een eer voor u zijn in het oog van al uw disgenoten. Iedereen immers die zich verheft zal vernederd worden, maar wie zich vernedert zal verheven worden.’

De gasten
Hij zei ook nog, nu tegen zijn gastheer: ‘Wanneer u ’s middags of ’s avonds een feestmaal geeft, roep dan niet uw vrienden bij elkaar, of uw broers, of uw familie, of rijke buren. Die zouden u op hun beurt uitnodigen, om iets terug te doen. Nodig liever, als u een feest aanricht, armen uit, gebrekkigen, kreupelen en blinden. Wat een geluk voor u dat zij er niets tegenover kunnen stellen. Want het zal u teruggegeven worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’

Archief preken