Kies uw kerk

Preek van de week

2018-01-14. Een stem in de nacht

        Preek 2de zondag van het jaar, B

Eerste lezing: 1e boek Samuël 3, 3b-10. 19

Evangelie: Johannes 1, 35-42

Het boek Samuel, waar we vandaag een stukje uit gelezen hebben, leest als een roman. Even kort samengevat. De kleine Samuel wordt als baby door zijn moeder Hanna, aan God toevertrouwd en verblijft in het heiligdom van Silo. Dit was nochtans geen ideale plaats. De zonen van de priester Heli maken het er bont en de man zelf is geen sterke persoonlijkheid. Hij was oud, hij zag minder goed. De adem en de geestdrift waren er uit.

De eerste lezing vertelt over de stemmen die de kleine jongen hoort en die zijn roeping inluiden. Tot drie maal toe hoort hij in de nacht zijn naam roepen. Hij denkt dat de priester hem roept. Deze ziet in dat het de Heer is die de jongen roept. Hij geeft hem de goede raad om een volgende keer te antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”? Inderdaad de vierde keer zegt de kleine jongen: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”? Een mooie uitdrukking van beschikbaarheid.

In het Oude Testament wordt vaak gezegd dat God spreekt. Hij spreekt tot Abraham, tot Mozes, tot Elia, tot de profeten die godsspraken weergeven. In het Nieuwe Testament is het eindelijk Jezus die de stem van de Vader hoort. Hijzelf wordt dan degene die anderen roept. Andreas, Johannes en daarna Petrus zijn de eerste geroepenen.

“Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”? Het is een antwoord, waarvan we wensen dat het ook over onze lippen mag komen en over die van alle mensen. Is een mens niet geroepen om verantwoordelijkheid op te nemen en zorg te dragen voor menselijkheid en een leefbare wereld?

We staan huiverig als het over roeping gaat. God en de medemens staan niet vooraan op de lijst van de grote levensvragen. Gezondheid en geluk staan voorop. Vragen naar wat ons overstijgt staan onderaan.

Tocht steekt diep in het hart van de mensen een verlangen naar zin, naar een kracht om vol te houden.

Johannes 1, 35-42

Johannes 1, 35-42

God roept doorheen de levensgeschiedenis van mensen. Hij roept doorheen gebeurtenissen, door mensen. Hij roept in de stilte en het gebed. Hij kan roepen, in een kerk, maar daarvoor hoeft de gsm daar niet aan te staan.

Stemmen zijn geluiden, maar niet elk geluid is een stem. Stemmen kunnen verontrusten of ze kunnen juist rust brengen.

Samuel luistert en wij mogen met hem meeluisteren om de roeping van ons leven te leren verstaan.

 

Amen

Afbeelding: Zie het Lam Gods

        Schilder: Dieric Bouts (ca. 1410 - 1475)

Techniek: olieverf op paneel

Afmetingen (HxB) 53.8 x 41.2 cm

Datum: 1462-1464

Te bezichtigen in: Alte Pinakothek, München


Op de voorstelling van Bouts is geen lam te vinden. De scene zelf wordt in al zijn eenvoud uitgebeeld met de opdrachtgever van het schilderij als bevoorrechte getuige, knielend aan de voeten van Johannes. De wijzende vinger van Johannes is de blikvanger, symbolisch het centrale punt van het schilderij. Dat gebaar van Johannes zo cruciaal: hij wijst naar een mens. hij wijst ons een levende man aan. De joodse traditie is in vervulling gegaan in de mens Jezus.
Over de Nederlandse kunstschilder Dirk Bouts, die gerekend wordt tot de Vlaamse schilderkunst is weinig met zekerheid bekend met betrekking tot zijn opleiding. Dieric Bouts geboren in Haarlem en werkte in Leuven. Vlaamse schilders van die tijd worden ook wel aangeduid als de ‘Vlaamse primitieven’, ook spreekt men van ‘laatgotiek’ of ‘vroege Nederlandse schilderkunst’.

1e boek Samuël 3, 3b-10. 19

        Samuel geroepen
Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. Toen riep de Heer Samuël. ‘Ja,’ antwoordde Samuël. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ Toen Samuël weer lag te slapen, riep de Heer hem opnieuw. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ Samuël had de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de Heer Samuël, voor de derde keer. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuël: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”?’ Samuël legde zich weer te slapen, en de Heer kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuël! Samuël!’ En Samuël antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’
Samuël groeide op. De Heer stond hem bij en bracht alles in vervulling wat hij had voorzegd.

Evangelie: Johannes 1, 35-42

        De eerste discipelen
De volgende dag stond Johannes weer bij de Jordaan met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen hij zag dat ze hem volgden, zei hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert u?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met hem mee en zagen waar hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij hem. Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes: gij zult Kefas ”? dat betekent: Rots ”? genoemd worden.'

Archief preken