Kies uw kerk

Preek van de week

2021-02-17. Bekeren en geloven

Preek As-Woensdag, B

 

Eerste lezing: Joël 2, 12-18

Evangelie: Matteüs 6, 1-6. 16-18

Vandaag op Aswoensdag geen askruisje! Wel asoplegging. Het kruisje verwijst naar de kruisiging van Jezus. De asoplegging is een teken van rouw en smart (Jesaja 61,3). “Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.” Het zijn de woorden die Jezus sprak aan het begin van zijn openbare leven. We zullen ze komende zondag in het evangelie horen.

De twee woorden die Jezus sprak: ‘Bekeert u en gelooft’, zijn beide werkwoorden en geen zelfstandige naamwoorden! Met andere woorden, we mogen aan de slag.

Hoe zit dat met het bekeren? Hierin zit het woord: keren. Je omdraaien, het anders gaan doen. Het is de uitnodiging aanvaarden om je eigen leven in je handen te nemen en het aan alle kanten te bekijken. Wat wil ik houden, wat houd mij tegen in de liefde naar de ander, naar Jezus?

 Geloven is niets zeker weten, niets pretenderen! Het is wel vast vertrouwen in de waarheid van de bewering van een ander. Voor ons is dat de Persoon Jezus. Hij geeft ons vandaag de belofte dat alles wat we in stilte doen en betekenen voor een ander, door God onze Vader gezien wordt.

De Blijde Boodschap is vandaag dat Jezus, dat God zelf onder de mensen komt wonen. En hoe die ontmoeting plaatsvind hoorden we zowel in de eerste lezing, als in het evangelie: door vasten, met anderen delen en te bidden. Jezus roept ons uitdrukkelijk op dat in nederigheid en eenvoud te doen. Geen grote woorden en opvallende gebaren, maar eerlijkheid. En niet uitstellen tot morgen, maar vandaag beginnen met soberheid, met bezinning en met delen met anderen.

Om te besluiten. Laten we vol toewijding doen wat Jezus ons vraagt als we onszelf de as opleggen zeggende “Ik bekeer me en geloof in Gods Blijde Boodschap”.

          Amen

Matteu 6, 1-6. 16-18

Matteu 6, 1-6. 16-18

Gravure in CHRISTOPHORUS (1654)

Gevonden op: www.beeldmeditaties.nl

Een gravure uit de 17e eeuw. Het is de kerkvader Sint Hiëronymus. Na enige tijd in Rome te hebben doorgebracht als secretaris van de toenmalige paus, trok hij zich terug in de woestijn rond Bethlehem in Palestina. Daar leidde hij het leven van een kluizenaar. Naast vasten en gebed legde hij zich toe op de studie van de Bijbel. Daarop wijst het boek dat we op de afbeelding achter hem zien liggen.

Als kluizenaar bracht hij in praktijk wat we vandaag Jezus horen zeggen. Zo had Jezus het zelf gedaan aan het begin van zijn openbaar leven. Hij had zich teruggetrokken in de woestijn en was het gevecht aangegaan tegen de verleidingen. Als Hiëronymus zich dus terugtrekt als kluizenaar, wil hij de rest van zijn leven stilstaan bij het geheim van die eerste veertig dagen van Jezus’ openbaar leven. We zien hem bijna naakt geknield voor een kruisbeeld. Met de rechterhand klopt hij zich op de borst, symbool van het bekennen van eigen fouten en tekorten. Daarbij ziet hij op naar Jezus aan het kruis, wetend dat hij van daar vergeving en liefde zal ontvangen.

Achter hem op het boek zien we een doodshoofd. Een vast symbool op afbeeldingen van kluizenaars en kluizenaressen. Vandaag ook voor ons heel toepasselijk. Want bij het ontvangen van het askruisje kunnen we te horen hebben gekregen: ‘Gedenk dat je stof bent, en tot stof zult wederkeren.’

Joël 2, 12-18

        Oproep tot bekering
Maar ook nu nog - Godspraak van de Heer: 'Keer u om naar Mij met heel uw hart, vastend, wenend en rouwend.’ Scheur uw hart en niet uw kleren, keer u om tot de Heer uw God, want genadig is Hij en genadig, barmhartig, toegevend en vol liefde, en Hij heeft spijt over het onheil. Wie weet, zal Hij omkeren en krijgt Hij spijt, en laat dan zegen achter zich,  een huldigingsoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God! Blaas de bazuin op Sion, kondig een heilige vastentijd af, roep een plechtige bijeenkomst bijeen. Verzamelt het volk, beleg een heilige bijeenkomst, brengt de oudsten samen en verzamelt ook de kinderen en de zuigelingen; laat de bruidegom zijn kamer verlaten en de bruid haar bruidsvertrek. Laat tussen de voorhal en het altaar de priesters, die de dienst van de Heer verrichten, wenen en zeggen: Spaar uw volk, Heer, laat niet met uw erfdeel spotten, laat de heidenen het niet overheersen. Waarom zouden we onder de volken zeggen: Waar blijft hun God? Toen is de Heer voor zijn land opgekomen en heeft Hij zijn volk gespaard.

Matteüs 6, 1-6. 16-18

        De Vader ziet in het verborgene
Pas op dat jullie je gerechtigheid niet beoefenen voor de ogen van de mensen, om door hen gezien te worden. Anders wacht je geen loon bij jullie Vader in de hemel. Dus wanneer je barmhartig bent, loop er dan niet mee te koop, zoals de schijnheiligen dat doen in de synagogen en op straat, om door de mensen geprezen te worden. Ik verzeker jullie, zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als je barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt, en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen. En wanneer je bidt, wees dan niet als de schijnheiligen, zij staan graag in de synagogen en op de straathoek te bidden, om op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie, ze hebben hun loon al ontvangen. Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, en bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je belonen.
Wanneer je vast, zet dan geen somber gezicht als de schijnheiligen, want zij vertrekken hun gezicht om met hun vasten op te vallen bij de mensen. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jij vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, opdat het bij de mensen niet opvalt dat je vast, maar wel bij je Vader, die in het verborgene is; En je Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.

Archief preken