Kies uw kerk

Preek van de week

2019-01-27. Woorden als water van leven

Preek 3de zondag van het jaar, C

 

Eerste lezing: Nehemia 8, 2-4a .5-6. 8-10

Evangelie: Lucas 1, 1-4; 4, 14-21


Door ons zo aan te spreken verraadt hij al iets van de inhoud van de blijde boodschap over Jezus: deze is voor alle mensen bestemd, want God heeft ons allen lief. De inhoud van het evangelie zal ons dus tot zegen en bevrijding strekken. Hoe ziet Jezus zijn eigen opdracht? We kunnen deze samenvatten in de zinnen: ‘Ik ben gezalfd om goede tijding aan te kondigen aan armen, Ik ben uitgezonden om vrijlating te prediken aan gevangenen en een nieuw gezicht aan blinden. Om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een jubeljaar te verkondigen!’.

In navolging van Jezus lees je de bijbel niet als een boek, en je doet het dicht en zet het weg als je het uit hebt. Je hébt de bijbel nooit uit omdat alles wat geschreven staat steeds opnieuw geboren wordt. De bijbel is volgens de profeet Nehemia geen boek, maar een bron. De lezingen van deze zondag laten dat zien.

We hoorden in de eerste lezing hoe Nehemia het volk bijeenroept. Het verhaal, dat we hebben gehoord, moeten we verstaan als één grote liturgie. Heel het volk is samengestroomd op het plein voor de Waterpoort. Natuurlijk bestaat er geen plein ter wereld waar een heel volk tegelijk op kan, maar in het verhaal kan het wel. Het moet zelfs. Het is niet zo maar een plein, maar een plein voor de Waterpoort. Want wat komen gaat, gaat over een bron, een bad, een douche, het gaat over nieuw leven en opgericht worden.

En zo mag het ook bij ons gaan. Wij allen zijn Theophilus: Gods beminden! Ook wij gaan staan als het Woord van God klinkt! Ook wij staan op om van de dode letter een levend woord te maken.

Daartoe buigt God zich over onze wereld. Daartoe zijn ook wij geroepen: om anderen tot opstaan te bewegen. Om zelf door anderen tot opstaan bewogen te worden. Wie daarvoor zijn oren opent zal de woorden als water drinken.

 

Amen

Lucas 04, 14-21

Lucas 04, 14-21

14e eeuw, plafondschildering

Te bezichtigen in Macedonië, Struga, S.Kliment

De afbeelding is een wandschildering in de boogconstructie van de kerk. We kijken hoog tegen Jezus op. Een driehoek herinnert ons aan de Drievuldigheid. Hij heeft de boekrol in de hand, Gods Woord, waarvan Hij de verpersoonlijking is.

Aan Jezus’ voeten staat een klein mannetje. Ook hij draagt een boek. Hij is waarschijnlijk de dienaar in de synagoge die Jezus het boekrol heeft aangereikt, en na de voorlezing weer terug in ontvangst zal nemen. Net als wij, kijkt hij op naar Jezus.

De rechterhand van Jezus wijst erop dat Hij onderricht geeft, goddelijk onderricht. Hij heeft de tekst van Jesaja voor zich liggen, waarin sprake is van God die een genadejaar afkondigt. Hij zegt dat deze aankondiging vandaag, met Hem, in vervulling gaat.
Jezus’ gehoor is niet afgebeeld. We zien Hem alleen. Zodat de nadruk niet valt op de manier waarop zijn gehoor deze woorden ontvangt, maar op zijn goddelijke gestalte die de vervulling is van Jesaja’s tekst.

Nehemia 8, 2-4a. 5-6 .8-10

Ezra, de priester, bracht de leer bij de vergadering van mannen en vrouwen en iedereen die de voorlezing kon volgen. Het was de eerste dag van de zevende maand. Vanaf de dageraad tot de middag las Ezra eruit voor op het plein voor de Waterpoort, verstaanbaar voor de mannen en vrouwen en iedereen die het kon volgen. Het volk luisterde aandachtig naar de voorlezing van het boek van de leer. Ezra, de Schriftgeleerde, ging op een houten verhoging staan die voor die gelegenheid gemaakt was.
Tegenover heel het volk opende Ezra het boek; hij stak immers boven iedereen uit. Op dat ogenblik ging iedereen staan. En Ezra prees de Heer, de grote God, en heel het volk antwoordde: ‘Amen, amen!’ Zij staken hun handen omhoog, zij bogen het hoofd en zij vielen neer voor de Heer, met het gezicht op de grond.
Zij lazen voor uit het boek van Gods leer, legden het uit en verklaarden de betekenis, zodat iedereen de lezing begreep. Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd, Ezra, de priester en Schriftgeleerde, en de Levieten die de uitleg gaven tegen heel het volk: ‘Deze dag is gewijd aan de Heer uw God. Wees dus niet treurig en ween niet.’ Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten toen het de woorden van de leer hoorde. En ze zeiden hun: ‘Kom, ga eten en drink er zoete drank bij, en deel met wie niets heeft, want deze dag is gewijd aan onze Heer. Wees niet bedroefd, maar laat de vreugde die de Heer u schenkt uw kracht zijn.’

Lucas 1, 1-4; 4, 14-21

Velen hebben zich er al toe gezet het verhaal te doen van wat zich bij ons heeft voltrokken, aan de hand van de overlevering van de oorspronkelijke ooggetuigen die dienaar van het woord zijn geworden. Nu heb ook ik besloten alles van voren af aan nauwkeurig na te gaan en voor u, geachte Teofilus, ordelijk op schrift te stellen, zodat u zich kunt overtuigen van de betrouwbaarheid van de berichten die u hebt ontvangen.

Terug naar Galilea
Jezus keerde terug naar Galilea in de kracht van de Geest. Zijn faam verbreidde zich over heel die streek. Hij gaf onderricht in hun synagogen en werd door iedereen geëerd.

In de synagoge van Nazareth
Zo kwam Hij in Nazareth, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Hij stond op om voor te lezen, en kreeg een boekrol van de profeet Jesaja aangereikt. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven staat: De Geest van de Heer rust op mij; daartoe heeft Hij mij gezalfd. Om aan armen de goede boodschap te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen en aan blinden het licht in hun ogen, om verdrukten in vrijheid te laten gaan, en een jaar af te kondigen dat de Heer welgevallig is. Daarna rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten. De ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. Toen begon Hij hen toe te spreken: ‘Vandaag is het Schriftwoord dat u gehoord hebt in vervulling gegaan.’

Archief preken