Kies uw kerk

Preek van de week

2024-01-28. Geloof, hoop en liefde

          Preek 4de zondag van het jaar, B

          Eerste lezing: Deuteronomium 18, 15-20
          Evangelie: Marcus 1, 21-28

Beste medegelovigen. Het eerste wonderverhaal dat Marcus ons in zijn evangelie vertelt, gaat over de uitdrijving van een onreine geest. Uitdrijvingen van boze geesten nemen in zijn evangelie veel plaats in. Bezetenheid is in het evangelie volgens Marcus een hartverscheurende vorm van menselijk lijden. Altijd en overal ervaren mensen hoezeer ziekte en lijden greep hebben op hun leven. En natuurlijk is iedere ziekte erg en vervelend. Maar de volksmond zegt heel dikwijls terecht. Soms kun je beter lichamelijk iets mankeren dan geestelijk. Want geestelijke ziektes zijn heel moeilijk te overwinnen.

Waar je in de wereld leeft, bepaalt voor een groot deel hoe je daarmee omgaat. Een Nederlandse pater vertelde eens over medebroeders die jarenlang in Melanesië hebben gewerkt. De eilandbewoners daar hadden geen moeite met duiveluitdrijving. Lijden en ziekte zijn voor hen een teken dat hun leven in de greep is van boze geesten.

Maar wat zegt ons dat die hier wonen, wij wonen in Best. Niet op de Salomonseilanden?

Wellicht staat misschien het verhaal over de bezeten man in de synagoge minder ver van ons vandaan dan we denken. De vriendin van een gitarist vertelde in de krant over haar vriend. Ze zegt. Ik kende hem niet meer terug. Hij was een ander mens geworden. Bezeten van een waanidee.

Inderdaad. Je kunt bezeten zijn van religieuze waanideeën en dwang voorstellingen. Je kunt verslaafd zijn aan drugs, alcohol, gokken, enzovoorts. Er zijn krachten die je leven zo kunnen beheersen dat je niet meer jezelf kunt zijn. We kennen allemaal wel de ervaring dat we wel eens niet onszelf zijn. Bij het tv nieuws was een oude vrouw na een overstroming en ze keek oververmoeid en angstig in de camera en ze huilde. Alles loopt over, zei ze. Alles loopt over en mijn man is pas gestorven.

Ook mensen die woedend zijn en overlopen van opgekropte frustraties kunnen plotseling losbarsten. Op een wijze waarvan iedereen ziet. Nu is hij of zij zichzelf niet meer. Kinderen, pubers, maar ook volwassenen worden dan ineens bezeten door motieven die zij niet als van zichzelf herkennen. Ze hebben dan dringend een medemens nodig die hen tot zichzelf brengt.

Marcus 1, 21-28

Marcus 1, 21-28

We lezen verder. “Jezus gaat met zijn leerlingen naar de synagoge in Kafarnaüm”. Hij treedt op als leraar, dat wil zeggen hij legt de Schriften uit. Hij geeft commentaar op de lezingen van de Schrift. Marcus vertelt niets over de inhoud van de toespraak. Wel vermeldt hij dat de aanwezigen buiten zichzelf van verbazing over Zijn leer zijn. Want Zijn onderricht is niet zoals de Schriftgeleerden, maar als iemand die gezag bezit, die weet waar hij het over heeft en de mensen kunnen merken. Hij staat voor wat hij zegt. Hij is wat hij zegt. En Hij doet wat die zegt.


In het Hebreeuws is het zo mooi en duidelijk. Daar is één woord voor. Het woord “dabar” en dat betekent “In woord en daad”. Dat valt samen. Je doet wat je zegt. Het woord roept de daad op. En dat herkenden de mensen dus bij Jezus. Er gaat echte bevrijding van Hem uit. En weten we allemaal hoezeer mensen bevrijding nodig hebben? Een bevrijdende blik. Bevrijdende woorden die gepaard gaan met daden van bemoediging? Een vriendelijk woord, een glimlach, een schouderklopje?

Iemand die kan luisteren en niet meteen begint met zijn eigen verhaal. We weten allemaal hoe kostbaar dat is en Paulus die zegt ergens: “Ik zou willen dat gij zonder zorgen waart”. Nou, we weten allemaal dat bestaat niet. Een mens zonder zorgen. Natuurlijk, grote zorgen, kleine zorgen, maar mensen moeten soms heel wat dragen en verwerken. Maar Jezus wil ook ons aanraken met zijn bezieling. En stralen wij op onze beurt die bezieling uit om erop uit te gaan in geloof, hoop en liefde en dit met vreugde en enthousiasme.

          Amen

Afbeelding: Folio 166 uit Très Riches Heures

          Auteurs: de (drie) gebroeders Van Limburg, uit Nijmegen
          Datum: ca. 1412 en 1416
          Te bezichtigen in: Museum Condé, Chantilly te Frankrijk.
          Afmetingen: 206 bladeren van zeer fijn kwaliteit perkament, 30 cm hoog en 21,5 cm breed

De afbeelding stelt de onreine geest (duivel) uitdrijving voor van de man in de synagoge.

De ‘Très Riches Heures’ van hertog van Berry is de meest bekende en misschien wel het best bewaard gebleven voorbeeld van de Franse gotische manuscriptenverlichting. Het is een boek van uren: een verzameling van gebeden die kunnen worden opgezegd bij de kerkelijke uren. Het werd gemaakt tussen circa 1412 en 1416 voor de extravagante koninklijke bibliofiel en beschermheer Jan van Berry. Toen de drie schilders stierven in 1416, werd het manuscript afgemaakt. Het werd verder verfraaid in de 1440s door een anonieme schilder, volgens vele kunsthistorici was dat Barthélemy d'Eyck. In 1485-1489 werd het naar zijn huidige toestand door schilder Jean Colombe vervolmaakt.

Het handschrift bevat 66 grote miniaturen en 65 kleinere. Het ontwerp van het boek heeft vele veranderingen en bewerkingen ondergaan. Veel kunstenaars hebben bijgedragen aan haar miniaturen, kalligrafie, initialen, en marginale decoraties, maar het precieze aantal en hun identiteit blijft een punt van discussie. Geschilderd grotendeels door kunstenaars uit de Lage Landen, vaak met behulp van zeldzame en kostbare pigmenten en goud, en met een ongewoon groot aantal illustraties, het boek is een van de meest luxueuze laatmiddeleeuwse verluchte handschriften.

 

          Zie voor de andere folio’s  Wikimedia.org: Très Riches Heures

Deuteronomium 18, 15-20

          Waarzeggers en profeten
Mozes sprak tot het volk en zei: De Heer zal in uw midden profeten laten opstaan, profeten zoals ik, naar wie u moet luisteren. U hebt dat immers bij de Horeb, op de dag van samenkomst, aan de Heer uw God gevraagd. U zei: ‘Wij kunnen het stemgeluid van de Heer, onze God, en de aanblik van dit enorme vuur niet langer verdragen; dat overleven we niet.’ De Heer heeft toen tegen mij gezegd: ‘Zij hebben goed gesproken. Ik zal in hun midden profeten laten opstaan zoals jij. Ik zal hun mijn woorden ingeven, en zij zullen het volk alles overbrengen wat ik hun opdraag. Wie niet wil luisteren naar de woorden die zij in mijn naam spreken, zal ik ter verantwoording roepen. Maar als een profeet de euvele moed heeft om in mijn naam iets te zeggen dat ik hem niet heb opgedragen, of om in de naam van andere goden te spreken, dan moet hij ter dood gebracht worden.’

Evangelie: Marcus 1, 21-28

          Genezingen in Kafarnaüm
In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen in Kafarnaüm aan, en op de eerstvolgende sabbat ging Hij naar de synagoge en gaf er onderricht. Ze waren geestdriftig over zijn leer, want Hij onderrichtte hen als iemand met gezag, en niet zoals de Schriftgeleerden. En meteen begon er in de synagoge iemand die in de greep was van een onreine geest, luid te schreeuwen. 'Wat wilt U van ons Jezus van Nazaret? Bent U gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie U bent: de heilige van God.' Jezus strafte hem toe: 'Houd uw mond en ga uit hem weg.' En de onreine geest schudde hem heen door elkaar en onder enorm schreeuw ging hij uit hem weg. Allen stonden zo verbaasd, dat ze onder elkaar vroegen: 'Wat is dat toch? Een nieuwe leer met gezag! Zelfs de onreine geesten geeft Hij bevelen, en ze luisteren naar Hem.' Als een lopend vuurtje ging zijn faam rond in heel de streek van Galilea.

Archief preken