Kies uw kerk

Preek van de week

2024-01-14 Verwachtingsvol luisteren

Preek 2de zondag van het jaar, B

          
Eerste lezing: 1e boek Samuël 3, 3b-10. 19
          Evangelie: Johannes 1, 35-42

Volgens sommige journalisten wordt het jaar 2024 het jaar van de waarheid. In 70 landen van onze wereld gaan we naar de stembus om op onze kandidaat te stemmen; of we gaan niet, omdat we teleurgesteld zijn! Waar komt die teleurstelling vandaan, van de weggebleven kiezers? Het antwoord laat zich vinden in de lezingen van vandaag. Politici doen precies niet, wat er juist in de lezingen wordt voorgehouden. Laten we eens kijken.


In de eerste lezing horen we hoe de profeet Samuël door de Heer geroepen wordt, maar hij is nog zo jong en onervaren dat hij dat niet door heeft. Het is pas als zijn leermeester Eli hem erop wijst dat het de Heer is die hem roept, dat hij antwoordt in een verwachtingsvol luisteren: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert.’

Misschien zijn we ons daar niet van bewust, maar wellicht zijn ook wij heel dikwijls de jonge Samuël die het niet door heeft dat de Heer hem roept. Ook nu roept de Heer ons bij onze naam, en vraagt Hij ook ons om verwachtingsvol naar Hem te luisteren. En als we dat doen, als we dus echt naar Hem zouden luisteren, zouden we horen: Een kind dat aandacht vraagt aan zijn ouders. Een zieke die graag eens bezoek zou krijgen. Een oudere die zichzelf niet meer kan behelpen. Een gehandicapte die niet voor zichzelf kan zorgen. Een arme die geen toekomst heeft.

Zoveel naasten zijn hulpbehoevend, eenzaam, verlaten en vragen om aandacht, om hulp, om menselijke warmte.
 ‘Nodig een eenzame uit’, was een verwachtingsvolle uitnodiging die we dikwijls vernamen in de kerstreclames. Misschien vinden we dat een heel mooi gebaar, maar hebben we het ooit gedaan? Hebben we ooit eens een eenzame uitgenodigd?

Johannes 1, 35-42

Johannes 1, 35-42


Samuël is echter niet de enige die ons een na te volgen voorbeeld geeft. Dat doet ook Jezus. Wanneer twee leerlingen  van Johannes de Doper verwachtingsvol Hem achterna komen, vraagt Hij: ‘Wat verlangt je?’ Hij zegt dus niet: ‘Kom en volg Mij en doe wat Ik zeg’, maar vraagt naar wat zij willen.

Dat is een vraag die ook dikwijls aan ons wordt gesteld: door onze partner, onze kinderen, of kleinkinderen, onze ouders, onze werkgever. Eigenlijk door gelijk wie van onze medemensen. ‘Wat wil je? Waar wil je naartoe?’ Het is een vraag die ook Jezus ons stelt, net zoals Hij ze verwachtingsvol aan die twee leerlingen stelt. ‘Wat verlang je? Wil je Mij volgen, of kom je alleen maar eens kijken wat Ik allemaal zeg en doe? Of wil je nagaan of je er iets aan overhoudt als je Mij volgt?’
En dat is een vraag die wij zeker aan onszelf mogen stellen: “Volgen wij Jezus in zijn woorden en daden van liefde, vrede en gerechtigheid, of brengen we het niet verder dan luisteren, maar niet doen?” En als we echt naar Hem luisteren, zeggen we dan, net als Samuël verwachtingsvol: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’?

Om te besluiten. Wat zou het goed zijn als ook wij -naar het voorbeeld van Samuël en Jezus- verwachtingsvol naar elkaar zouden luisteren: “Spreek, ik luister naar je. Is er iets dat ik voor je kan doen?” De wereld zou er zeker door veranderen. Nu maar hopen en bidden dat de politici dit ook gaan doen: ‘Verwachtingsvol luisteren!’

          Amen

Afbeelding: Zie het Lam Gods

Door: Caravagio (ca. 1573 – 1610)
          Afmetingen: ca. 202 x 152 cm
          Techniek: olieverf op doel
          Datum: c.a. 1606
          Te bewonderen in: Cleveland Museum of Art, Cleveland, USA
          Gevonden op: www.statenvertaling.net


De apostel Andreas was de broer van Petrus en een van de trouwste volgelingen van Jezus. Een legende wil dat ook hij aan het kruis stierf, in de Griekse stad Patras. Om het sterven te rekken, liet de plaatselijke proconsul Andreas vastbinden aan het kruis, en niet vastspijkeren. Dat stelde de apostel in de gelegenheid door te gaan met preken. De groeiende schare toehoorders eiste na twee dagen dat hij van het kruis zou worden gehaald en dreigde anders in opstand te komen.

Het schilderij toont het moment waarop de beul probeert Andreas van het kruis te halen. Andreas wil echter niets liever dan sterven zoals zijn meester, hetgeen door goddelijk ingrijpen geschiedt. De man in het harnas die ongeduldig toekijkt, is Aegeas, de proconsul van Patras.

Caravaggio schilderde dit werk in 1610, niet lang voor zijn eigen dood. Het hing oorspronkelijk in de aan Mattheüs gewijde kathedraal van Amalfi, niet ver van Napels waar de schilder destijds verbleef.

1e boek Samuel 3,3b-10.19

De openbaring aan Samuël
Samuël lag te slapen in het heiligdom van de Heer, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. Toen riep de Heer Samuël. ‘Ja,’ antwoordde Samuël. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’ Toen Samuël weer lag te slapen, riep de Heer hem opnieuw. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen.’ Samuël had de Heer nog niet leren kennen, want de Heer had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de Heer Samuël, voor de derde keer. Samuël stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de Heer was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuël: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek, Heer, uw dienaar luistert.”?’ Samuël legde zich weer te slapen, en de Heer kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuël! Samuël!’ En Samuël antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’
Samuël groeide op; de heer was met hem en liet niet één van zijn woorden onvervuld.

Evangelie: Johannes 1, 35-42

De eerste discipelen
De volgende dag stond Johannes weer bij de Jordaan met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen hij zag dat ze hem volgden, zei hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ‘Rabbi,’ zeiden zij tegen hem (dat is in onze taal ‘meester’), ‘waar logeert u?’ Hij zei: ‘Kom maar mee, dan zul je het zien.’ Ze gingen met hem mee en zagen waar hij onderdak had gevonden; het was ongeveer twee uur voor zonsondergang en ze bleven die dag bij hem. Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes: gij zult Kefas ”? dat betekent: Rots ”? genoemd worden.'

Archief preken