Preek 3de zondag in de veertigdagentijd 2019, C
Eerste lezing: Exodus 3, 1-8a. 13-15
Evangelie: Lucas 13, 1-9
Hoe gaan wij, mensen, om met het leed van onze naasten? In het evangelie wordt het menselijk antwoord maar al te snel pijnlijk duidelijk. Achttien mensen zijn gedood door het instorten van de toren van Siloam. Meteen wordt de schuld gelegd bij de slachtoffers. Een eventueel ongeluk, natuurgeweld, een slechte bouwconstructie door architect en bouwlieden, worden niet eens overwogen. Wat je overkomt is je eigen schuld!
In onze samenleving is al lange tijd de gedachte levend dat ik zelf voor mijn voorspoed, mijn geld en mijn geluk gezorgd heb. Daarmee wordt gezegd dat de mens zonder voorspoed, met te weinig geld en geluk, dit alles aan zichzelf te danken heeft. Het is dit argument dat er voor zorgt dat de rijken zich blijven verrijken over de ruggen van anderen. Immers, zij hebben er recht op, zij hebben er hard voor gewerkt; de ander dus blijkbaar niet!
Zo geheel anders komt het verhaal van God en Mozes bij ons binnen. Al vier eeuwen zucht het Joodse volk onder de knechting van de Egyptenaren. God buigt zich over het volk, zoals de rug van het volk zich buigt onder hun lasten. Er is hier geen eigen schuld, er is hier alleen barmhartigheid. God verleidt Mozes om naar de heilige grond te gaan en maakt daar zijn Naam bekend.
Heilige grond is elke plaats waar mensen kwetsbaar zijn, zich kwetsbaar opstellen. Waar mensen gebroken zijn en verlaten, te ziek en te uitgeput, om voor zichzelf op te komen. Daar past het om je schoenen uit te doen en voorzichtig de grond te betreden. Om zelf kwetsbaar te worden en je te buigen in mededogen en zacht Gods namen uit te spreken: “Ik ben er nu voor jou”?.
Niet de vraag: “Wie is schuldig”?, telt, maar wie mag ik hier en nu voor jou zijn op het meest kwetsbare moment van je leven. Dat is wat we Jezus vandaag horen zeggen, dat is wat ons als christen wordt voorgehouden.
Lucas 13, 6-19
De gelijkenis van de vijgenboom - die Jezus vertelt - vertelt ons het zelfde verhaal. De vijgenboom die tot nu toe waardeloos is geweest. Wat hebben we aan een boom die geen vruchten draagt? De eigenaar zegt dat hij al drie jaar is komen kijken en vindt dat hij genoeg geduld heeft getoond. Het is een parabel, er wordt niet gesproken over een gewone boer met een waardeloze boom. De boom krijgt meer tijd en extra zorg. Waarom nog meer tijd, moeite en middelen verspillen als het tot dusver niet gelukt is. Heeft het wel zin?
Ouders en geliefden begrijpen deze gelijkenis. Hoeveel ouders zijn doorgegaan met hun onhandelbare kinderen en hoeveel geliefde zijn doorgegaan met hun onhandelbare partner, ook al hebben anderen allang gezegd, dat ze het maar moeten opgeven? Waarom? Omdat het altijd zin heeft om heilige grond te betreden en je te buigen in barmhartigheid.
Amen.
Kunstenaar: Jan Luyken
Techniek: Etsen
Afmetingen: 251 mm ?? 196 mm
Datum: 1708
Te bezichtigen in het Rijksmuseum (Amsterdam, Nederland)
Roeping van Mozes
Mozes hoedde de kudde van zijn schoonvader Jetro, de priester van Midjan. Eens dreef hij de kudde tot ver in de woestijn en kwam hij bij de berg van God, de Horeb. Toen verscheen hem de engel van de heer, in een vuur dat opvlamde uit een doornstruik. Mozes keek toe en zag dat de doornstruik in lichterlaaie stond en toch niet verbrandde. Hij dacht: ‘Ik ga eropaf om dat vreemde verschijnsel te onderzoeken. Hoe komt het dat die doornstruik niet verbrandt?’ De heer zag hem naderbij komen om te kijken. En vanuit de doornstruik riep God hem toe: ‘Mozes, Mozes.’ Hij antwoordde: ‘Hier ben ik.’ Toen sprak de heer: ‘Kom niet dichterbij en doe uw sandalen uit, want de plaats waar u staat is heilige grond.’ En Hij vervolgde: ‘Ik ben de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God op te zien. De heer sprak: ‘Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord; Ik ken hun lijden. Ik ben afgedaald om hen te bevrijden uit de macht van Egypte, om hen weg te leiden uit dit land, naar een land dat goed en ruim is, een land dat overvloeit van melk en honing,
Maar Mozes sprak opnieuw tot God: ‘Als ik nu bij de Israëlieten kom en hun zeg: “De God van uw vaderen zendt mij naar u”?, en zij vragen: “Hoe is zijn naam?”? Wat moet ik dan antwoorden?’ Toen sprak God tot Mozes: ‘Ik ben die er is.’ En Hij zei: ‘Dit moet u de Israëlieten zeggen: “Hij die er is zendt mij naar u.”? ’ Bovendien zei God tegen Mozes: ‘Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De heer, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob, heeft mij naar u gezonden. Dit is mijn naam voor altijd. Zo moet men Mij aanspreken, door alle generaties heen.
Gelijkenis van een vijgenboom zonder vruchten
Op dat ogenblik kwamen er mensen bij Hem met het bericht over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met dat van hun offerdieren had vermengd. Hij zei daarop: ‘Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat hun dit is overkomen? Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen. Of die achttien die gedood werden toen de Siloam-toren instortte, denkt u dat zij schuldiger zijn geweest dan alle andere inwoners van Jeruzalem? Geen sprake van. Maar als u zich niet bekeert, zult u allemaal, net als zij, omkomen.’ Hij vertelde deze gelijkenis: ‘Iemand had in zijn wijngaard een vijgenboom staan. Hij kwam kijken of er vruchten aan zaten, maar vond er geen. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: “Dit is nu al het derde jaar dat ik kom kijken of er aan deze vijgenboom vruchten zitten, en er geen vind. Hak hem maar om. Waarom zou hij de grond nog verder in beslag nemen?”? De wijngaardenier antwoordde: “Mijnheer, laat hem dit jaar nog staan, zodat ik de grond eromheen kan omspitten en bemesten. Wie weet draagt hij dan volgend jaar vrucht. Zo niet, hak hem dan maar om.”? ’
Alpha-cursus september
De 2de Digidulfke uitgave september 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal
75 Jaar H. Antoniuskerk én 60 jaar Lidwinakoor