Kies uw kerk

Preek van de week

2023-02-26. Door minder meer

Preek 1ste zondag in de veertigdagentijd, A 

          Eerste lezing: Genesis 2, 7-9; 3,1-7
          Tweede lezing: Romeinen 5, 12, 17-19
          
Evangelie: Mattheüs 4, 1-11

We vieren vandaag de 1ste zondag van de 40 dagentijd op weg naar de Goede week en Pasen. De liturgie kleurt paars. Het is een tijd van inkeer. Jezus houdt ons voor aan het begin van de Veertigdagentijd om die inkeer concreet te maken: bidden, vasten en aalmoezen geven. Deze pijlers reikt Jezus ons aan om daadwerkelijk werk te maken van geloof, hoop en liefde en zo meer bezieling en inspiratie te geven aan ons leven.

We zijn mens te midden van andere mensen, medemensen in de kring van gezin, familie, vrienden, werk, hobby’s enzovoort. De mens is echt een relationeel wezen en soms kunnen onze relaties geketend zijn door sleur, de automatische piloot. Dan zijn nieuwe inzichten best wel verrijkend en noodzakelijk. Tijd om te praten, tijd voor liefde en aandacht. Tijd om er voor elkaar te zijn. Tijd misschien zelfs voor een nieuw begin. En voor onze relatie met God is dat niet anders, ook die kan vervlakken en afbrokkelen als we die niet onderhouden en die relatie geen nieuwe impuls weten te geven.

De Veertigdagentijd gaat over herstel, herstel van relaties met God en de naasten. Over het loslaten van jezelf als ik en individu. Vasten, gebed en zorg voor de armen staan daarom centraal en daarover gaan de perikopen, de Schriftlezingen, van vandaag. In de eerste lezing horen we het al oude verhaal over de eerste mensen in de Hof van Eden. Er wordt beeldend verteld waarom de wereld van God geen paradijs is gebleven, dat de wereld verre van mooi is. Dit omdat mensen vanaf den beginne voor God willen spelen. Ze grijpen naar meer en willen meer worden dan ze zijn en zo gaat het paradijs verloren.

Mattheus 4, 1-11

Mattheus 4, 1-11

Mattheüs schetst Jezus Christus als de nieuwe Adam, de nieuwe mens die wel aan de verleidingen weet te weerstaan. Hij wordt veertig dagen beproeft in de woestijn. Net zoals eens zijn volk, het Joodse volk, werd beproefd in de woestijn 40 jaar lang, voordat ze het beloofde land mochten binnentrekken. Nu gaat Jezus Christus na zijn doop aan het begin van zijn openbare leven door de Geest bewogen naar de woestijn. Hij trekt zich als het ware terug om zich voor te bereiden op Zijn zending. Hij wordt dan lastiggevallen door de duivel, die Hem probeert van zijn zending af te houden. Duivel, Satan, is afgeleid is van het Griekse woord van ‘Diabolos’. ‘Hij die verdeeldheid zaait’ en dat doet de duivel precies. Die geeft Jezus in ‘Doe het anders, dat is toch veel aanlokkelijker, das toch beter, das toch gemakkelijker’.

Het gaat over drie mogelijkheden en ze hebben alle drie iets te doen met hoe we ons verhouden tot de ander en daarom ook hoe we ons verhouden tot God:

  • In eerste verleiding is om alleen aan je zelf te denken. Op een heel materialistische manier gewoon voor jezelf van alle stenen brood maken. Technisch kunnen we misschien heel veel, maar niet altijd houden we rekening met de ander.
  • In de tweede bekoring is er de verleiding om onze talenten zo te gebruiken dat die ander ons gaat eren. En dat we zelf met de eer gaan strijken: ‘Ike ikke’.
  • De derde verzoeking gaat weer een stap verder. Nu gaat het over politieke, militaire en economische macht. Het gaat over geweld.In deze dagen horen en lezen we daar ook veel van. We gebruiken onze geestkracht om de ander te onderdrukken en te plunderen.


Alle drie die houdingen worden verworpen. Jezus Christus geeft aan geen van deze bekoringen toe. Hij zegt ‘De Heer uw God zult ge aanbidden en Hem alleen dienen’. We kijken dus in de spiegel die Jezus Christus ons voorhoudt: ‘Wie ben ik, wie zou ik willen zijn?’.

Moge de beleving van de veertigdagen tijd ons doen groeien als mensen van geloof, hoop en liefde. Door te vasten word je sterken. Door te minderen wordt het leven meer, door af te zien ga je beter kijken. Door te bidden zal God je nabij zijn. Door een stap terug te doen kom je dichter bij de dingen. Door minder te spreken wordt alles veelzeggender. Moge we dat ervaren op weg naar Pasen.

          Amen

Afbeelding: Christus in de woestijn omringd door engelen

Door: Charles de La Fosse, (1636 - 1716)
          Afmetingen: 143 x 193 cm
          Techniek: Olieverf op canvas
          Datum: 1680 - 1690

Te bezichtigen in: Het staats museum De Hermitage, Sint Petersburg, Rusland
Gebouw : Het winter paleis, zaal 284

Genesis 2, 7-9; 3,1-7

De tuin van Eden
Toen boetseerde God de mens uit stof dat Hij van de aarde nam, en Hij blies hem de levensadem in de neus: zo werd de mens een levend wezen. Daarna legde God een tuin aan in Eden, ergens in het oosten, en daarin plaatste Hij de mens die Hij geboetseerd had. God liet uit de grond allerlei bomen opschieten, aanlokkelijk om te zien en heerlijk om van te eten. Midden in de tuin stonden de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad.
          Verdrijving uit de tuin
Van alle dieren, die God gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Ze zei tegen de vrouw: ‘Heeft God werkelijk gezegd dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?’ De vrouw zei tegen de slang: ‘Wij mogen wel eten van de vruchten van de bomen in de tuin. God heeft alleen gezegd: “Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat mag je niet eten; je mag haar zelfs niet aanraken; anders zul je sterven.”? ’ Maar de slang zei tegen de vrouw: ‘Je zult helemaal niet sterven! God weet dat je ogen open zullen gaan als je van die boom eet, en dat je dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad.’ Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen. Zij plukte dus een vrucht en zij at ervan; zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond, en ook hij at ervan. Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat ze naakt waren. Daarom hechtten ze vijgenbladeren aaneen en maakten daar lendenschorten van.

Romeinen 5, 12, 17-19

Adam en Christus

Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen en met de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.
Door de overtreding van één mens begon de dood te heersen, als gevolg van zijn val. Hoeveel heerlijker zullen zij die de overvloed van de genade en de gave van de gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dankzij de ene mens Jezus Christus! Dus, zoals één fout leidde tot veroordeling van allen, zo ook leidde één goede daad tot vrijspraak en leven voor allen. Zoals door de ongehoorzaamheid van één mens allen zondaars werden, zo worden door de gehoorzaamheid van één allen gerechtvaardigd.

Mattheüs 4, 1-11

Door de duivel op de proef gesteld
Toen werd Jezus door de Geest naar de woestijn gebracht om door de duivel op de proef gesteld te worden. Na veertig dagen en veertig nachten vasten kreeg Hij tenslotte honger. De beproever kwam naar Hem toe en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, zeg dan dat deze stenen brood worden.’ Hij antwoordde: ‘Er staat geschreven: De mens zal niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God komt.’ Toen nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op de rand van de tempel, en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: Zijn engelen zal Hij bevelen U op hun handen te dragen, zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.’ Jezus zei hem: ‘Er staat ook geschreven: U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.’ Weer nam de duivel Hem mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij liet Hem alle koninkrijken van de wereld zien met al hun pracht, en zei: ‘Dit alles zal ik U geven, als U voor mij in aanbidding neervalt.’ Toen zei Jezus hem: ‘Ga weg, satan. Want er staat geschreven: De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’ Toen liet de duivel Hem met rust, en er kwamen engelen om Hem van dienst te zijn.

Archief preken