15de zondag door het jaar, C
Eerste lezing: Deuteronomium 30, 10-14
Evangelie: Lucas 10, 25-37
'Wie is mijn naaste?' dat is de vraag die een wetgeleerde vandaag aan Jezus stelt. Het is bedoeld als een test voor Jezus. Maar Jezus draait de vraag om en het wordt een test voor de vraagsteller, en ons, luisteraars.
Bij de vraag naar wie onze naaste is, komen herinneringen in me op; misschien is dat ook het geval bij u? Herinneringen aan waar ik opgroeide? Wie naast ons woonden. Ze waren buren en onze ouders hielpen elkaar waar nodig. Natuurlijk werd er ook wel eens geklaagd, maar we hadden het nog niet zo slecht. Mijn ouders volgden daarvoor geen godsdienstige regels.
Wie is onze naaste? Een vraag die niet meer gemakkelijk te beantwoorden is, immers we weten in te veel gevallen niet meer wie er naast ons wonen. We bemoeien ons niet met elkaar, we gaan niet met elkaar om en we spreken elkaar nauwelijks. Ook de multireligieuze samenleving maakt het er niet eenvoudiger op om elkaar op te zoeken en te leren kennen.
De man die Jezus vroeg: 'Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?' wist de antwoorden uit de Bijbel maar al te goed. Jezus citeert twee Bijbelse boeken (Deuteronomium 6: 5), "Heb daarom de Heer lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten" en (Leviticus 19:18): "Heb je naaste lief als jezelf."
Lucas 10, 25-37
Het verhaal van Jezus is niet zo maar een verhaal. De Samaritaan kon bij het zien van de zwaar gewonde zeggen: "Jij bent een Jood, jouw lot gaat mij niet aan omdat jouw volk mijnvolk zoveel pijn heeft gedaan. Maar de Samaritaan kende zijn Bijbel: ‘Gods woord is nooit ver weg’ en ‘Van wie bij jij een naaste?’
Als iemand in nood is, dan, zegt Jezus, zijn we naasten van elkaar. Er zijn geen uitzonderingen. Het lijkt zo gemakkelijk!
Intussen zijn er heel wat muren gebouwd in onze omgeving, in ons land en in de wereld. Jezus wil ze één voor één afbreken. Jezus zegt, dat het zover moet komen, dat als de ander in nood is, zij en hij een identificatieplaatje op hebben dat zegt: "Ik ben je naaste."
Wat mogen we meenemen? De Eucharistie, die we vandaag samen vieren is het voedsel dat we nodig hebben om te groeien als naasten voor elkaar. Daardoor kunnen we Jezus volgen, die de naaste was voor anderen en ons vraagt om dat voorbeeld te volgen. Dus? Als het gaat om een mens die onze zorg nodig heeft, niet meer vragen naar de bekende weg…!
Amen.
Door: Vincent Van Gogh (1853-1890)
Datum:. Juni 1890
Techniek: olieverf op doek
Afmetingen: 73 x 60 cm
Te bewonderen: Kröller-Müller Museum, Otterlo
De man uit Samaria helpt de beroofde man op zijn paard. Links op de achtergrond zijn nog net de twee mannen te zien die de gewonde man links lieten liggen: een priester en een Leviet, beide kennelijk slechts in naam vrome lieden. Alleen de Samaritaan was bereid de beroofde man te helpen.
Terugkeer naar de Heer
Maar dan moet u aan de Heer gehoorzamen en alle geboden en voorschriften onderhouden die in dit wetboek staan opgetekend; dan moet u met heel uw hart en heel uw ziel terugkeren tot de Heer uw God.
Slotvermaning
De geboden die ik u vandaag geef, zijn niet te zwaar voor u en zij liggen niet buiten uw bereik. Ze zijn niet in de hemel en u hoeft niet te zeggen: “Wie zal naar de hemel gaan om ze voor ons te halen en ze ons te laten horen, zodat wij ze kunnen volbrengen?”? Ze zijn niet overzee en u hoeft niet te zeggen: “Wie zal de zee oversteken om ze voor ons te halen en ze ons te laten horen, zodat wij ze kunnen volbrengen?”? Nee, het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart. U kunt het dus volbrengen.
Gesprek met een wetgeleerde; gelijkenis van een barmhartige Samaritaan
Daar kwam een wetgeleerde naar Hem toe om Hem op de proef te stellen. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven?’ Hij zei tegen hem: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Hoe leest u dat?’ Hij gaf ten antwoord: ‘U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ Hij zei tegen hem: ‘Juist geantwoord! Doe dat en u zult leven.’ Maar hij wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Ja maar, wie is mijn naaste?’ Jezus nam weer het woord en zei: ‘Op reis van Jeruzalem naar Jericho viel iemand in handen van rovers. Ze schudden hem uit, mishandelden hem en lieten hem halfdood achter. Toevallig kwam er een priester langs die weg; hij zag hem, maar liep in een boog om hem heen. Ook een Leviet die voorbijkwam en hem zag, liep in een boog om hem heen. Toen kwam er een Samaritaan langs die op reis was; hij zag hem en was ten diepste met hem begaan. Hij ging naar hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze. Toen zette hij hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een herberg, waar hij hem verder verzorgde. De volgende ochtend haalde hij twee denariën tevoorschijn en gaf ze aan de waard. “Zorg voor hem,”? zei hij, “en als u nog meer kosten moet maken, zal ik ze u op mijn terugreis vergoeden.”? Wie van die drie is naar uw mening de naaste geweest van de man die in handen van de rovers was gevallen?’ Hij zei: ‘Hij die hem barmhartigheid heeft bewezen.’ Jezus zei tegen hem: ‘Doe dan voortaan net als hij.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal