Kies uw kerk

Preek van de week

2022-05-29. Hij die over ons waakt

Zevende zondag van Pasen, C

          
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 7, 55-60
          Evangelie: Johannes 17, 20-26

Er is veel geschreven en gesproken over bidden. Misschien kunnen we er vandaag nog een paar woorden aan wijden. Ons gebed kan op persoonlijke en privémomenten een kijkje geven in onze geest. Het gebed kan laten zien, dat we gemakkelijk gewond kunnen worden en arm zijn. Het gebed kan laten zien, of onze harten openstaan om te ontvangen en bezorgd zijn over onze eigen plannen. Of we bereid zijn om de veranderingen aan te brengen. Ons gebed laat ons zien hoe onze geest ervoor staat.

Als we luisteren naar het bidden van Jezus leren we dat Hij bidt voor ons. Hij wil dat we allemaal één zijn. Eenheid met Hem betekent, dat we verenigd zijn met de Vader en met elkaar.
Jezus' gebed komt aan de vooravond van het schijnbaar ineen vallen van zijn levensproject. Zelfs in de nabijheid van zijn dood bidt Hij voor degenen die samen met hem aan tafel zitten en voor de generaties die later in hem zullen geloven. Wat een optimisme! Wat een vertrouwen heeft Hij in zijn Vader.

Wij zijn onderdeel van een grote gemeenschap, toen en nu, die de woorden van de leerlingen hebben gehoord en aanvaard. Daarin zijn we één, verenigd door het horen en het reageren op de woorden, die we gehoord hebben. Het kan best zijn, dat we ons afvragen hoe het mogelijk is, dat we één kunnen zijn terwijl er zoveel verschillende christelijke groeperingen zijn? Hij heeft voor ons gebeden en zijn gebed heeft vrucht gedragen, zoals blijkt uit zoveel krachtige Christelijke getuigenissen in onze wereld, of ze nu bekend zijn of anoniem.

Ons geloof in Christus en ons antwoord op de woorden van zijn leerlingen, hebben ons geroepen om één te zijn in hart en ziel voor het welzijn van de wereld. We moeten vrede te brengen in moeilijke tijden.

Johannes 17, 20-26

Johannes 17, 20-26

Het gebed van Stefanus laat zien, dat hij gepakt is door de Geest van Pinksteren, want net zoals Jezus op het kruis bad hij voor wie hem doodmaakten. "Heer, reken hun deze zonde niet aan..." Stefanus laat door zijn gebed zien dat hij een volgeling is van Jezus, omdat hij net zoals Jezus vergiffenis schenkt. Zijn laatste woorden dagen iedereen uit om getuigen te zijn van de dood van Jezus zoals de heilige Schrift ons voorhoudt. Net zoals Stefanus de eerste martelaar leggen wij onze geest in de handen van Heer.

Om te besluiten. We zullen die nieuwe en verfrissende Heilige Geest van Pinksteren hard nodig hebben! Dat is ook het gebed waarmee de Bijbel eindigt. Christenen van alle tijden hebben dit gebeden. Wat ook het spoorboekje van de Heer zal zijn, we weten in ieder geval zeker, dat God op het eind zal overwinnen. Alle mensen die besluiten om de weg van de Heer te aanvaarden worden uitgenodigd om te vertrouwen op degene, die alles in het begin tot stand heeft gebracht zal. Geen ramp zal komen over ons allen, want God heeft ons lief en waakt over ons!

          Amen.

Handelingen der apostelen 7, 55-60

Stefanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd
Maar hij stond daar, vol van de heilige Geest, hij richtte zijn blik op de hemel, zag de heerlijkheid van God, en daar stond Jezus aan Gods rechterhand. Hij zei: ‘Ik zie de hemelen open en ik zie de Mensenzoon staan aan de rechterhand van God.’ Maar ze hielden hun oren dicht, begonnen luid te schreeuwen, stormden als één man op hem af, sleurden hem de stad uit en stenigden hem. De getuigen legden hun kleren neer bij een jongeman, die Saulus heette. Ze stenigden Stefanus, terwijl hij bad: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’ Hij viel op zijn knieën en riep met luide stem: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan.’ Na deze woorden stierf hij.

Johannes 17, 20-26

Afscheidsgebed van Jezus
Niet alleen voor hen bid Ik, maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven: dat ze allen één mogen zijn. Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, zodat de wereld kan geloven dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de heerlijkheid waarin U Mij hebt laten delen, opdat ze één mogen zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen zoals U in Mij; dat hun eenheid volkomen mag zijn, zodat de wereld kan erkennen dat U Mij hebt gezonden en dat U hen hebt liefgehad met de liefde die U Mij hebt toegedragen. Vader, diegenen die U Mij hebt toevertrouwd, zou Ik graag bij Mij hebben waar Ik ben, zodat ze de heerlijkheid zien waarin U Mij hebt laten delen, want vóór de grondvesting van de wereld had U Mij al lief. Rechtvaardige Vader, hoewel de wereld U niet heeft gekend - Ik heb U gekend - zijn zij het die hebben erkend dat U Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun bekend gemaakt en dat zal Ik blijven doen, opdat de liefde die U Mij hebt toegedragen, in hen mag zijn - opdat Ik in hen mag zijn.’

Archief preken