Kies uw kerk

Preek van de week

2021-11-14. “Ik ben er” en “Ik zal er zijn”

Preek 33ste zondag van de advent, B

          Eerste lezing: Daniël 12, 1-3
          Evangelie: Marcus 13, 24-32


Het evangelie van vandaag is niet optimistisch, maar wel realistisch. Jezus doelt op de schokkende dingen in zijn generatie, dingen die altijd gebeuren en nooit veranderen. Oorlogen en martelingen, vervolging en verkrachting, geweld tussen volken, en zelfs binnen het gezin. Het gezin, destijds en ook nu voor velen van ons dé plek van geborgen zijn. Sommigen van ons hebben verschrikkingen in hun leven ervaren: de macht van geweld, vernedering, de onmacht van ziekte, een handicap die je overkomt, het verlies van een partner, of je kind. Wij zijn helaas ook ervaringsdeskundigen van onze tijd.

Moeten we ellende die je overkomt vrezen? Ik heb dit lang gedacht, maar het leven leerde me, dat verschrikkingen toch niet het ergste hoeven te zijn. In grote ellende die me overvalt kan het gebeuren dat ik ervaar de geweldige vitaliteit die in mij als mens steekt. “Wie had gedacht dat ik dit aankon”, denk ik achteraf. Ook heb ik de kracht mogen ervaren die uitgaat van mensen in mijn directe omgeving, die als een warme deken blijken te zijn, iets wat ik niet had kunnen dromen.

Vreselijk is het mensen te horen zeggen: wanneer je dit of dat doet, of niet doet, kom je in de hel, of: dan zal God jou straffen. Wee de mensen die deze angst als wapen gebruiken. Mensen die werkelijk ellende ervaren hebben, onder ogen gezien, zullen dit wapen niet hanteren. Jezus was zo'n mens. Jezus maakt niet bang, noch legt Hij zich neer bij ellendige feiten. "Wanneer je deze dingen ziet gebeuren, dan weet je dat het einde nabij is”, hoorden we.

Wat mogen wij dan verwachten? In mijn ogen blijft Jezus vaag in het antwoord op deze vraag. Hij heeft het over de komst van de Mensenzoon! Een beeld van de profeet Daniël, dat Jezus op zichzelf toepast. Deze Mensenzoon zal bij zijn komst zijn uitverkorenen verzamelen. Hij zegt dit alles in kleine kring, aan Petrus en Jakobus, Johannes en Andreas, de leerlingen die Hij het eerst geroepen had. Dit neemt de vaagheid voor mij niet weg, maar de intimiteit van deze kleine groep geven kracht aan de woorden van Jezus.

Marcus 13, 24-32

Marcus 13, 24-32

Een mens kan zichzelf niet gelukkig maken; een mens kan ook een ander niet werkelijk gelukkig maken… Niemand kan je immers zeggen hoe je dat doet, hoe je leven moet. Niet de Kerk, niet de politiek, niet de wetenschap, de economie of de media. We moeten het doen met mensen, die net als Jezus niet schromen het achterste van hun tong te laten zien. Hun pijn, hun verdriet, hun zorgen, hun angst uiten, en daarin tegelijk het vertrouwen laten zien dat in hen steekt.

Om te besluiten. Daarvan getuigt Jezus vandaag en daartoe nodigt hij ons uit: om te vertellen uit onze levenservaringen zoals Hij zelf dit doet. Ellende, ja zelfs de hel die op aarde bestaat; we weten het, we zien het elke dag om ons heen, ervaren het soms aan den lijve. Laten we onze ogen er niet voor sluiten, maar sper ze dan juist open: nu gaan we ervaren wat je niet denken of geloven kon. Jezus’ woord: “Ik ben er” en “Ik zal er zijn”.
  

          Amen

Afbeelding: Zevende artikel - Van daar zal Hij komen oordelen, de levenden en de doden

Uit: Prentencatechismus


Deze prent stelt het Laatste Oordeel voor. Jezus Christus zit op de wolken, omgeven door engelen, heiligen en de twaalf apostelen. Deze laatsten zullen samen met Hem de twaalf geslachten van Israël oordelen. Het kruis en vier engelen die op hun trompet blazen, gaan Jezus vooraf, om de mensen uit te dagen tot het oordeel. De heilige Maagd zit aan zijn rechterhand en aan het hoofd van de rechtvaardigen tegen wie Hij troostend zegt: “Kom, gezegenden van mijn Vader, neem het koninkrijk in bezit dat vanaf het begin van de schepping voor jullie klaar ligt”?. Aan zijn linkerhand stort de wrekende engel de verdoemden in de afgrond van de hel. Zij krijgen het verschrikkelijke vonnis: “Ga weg van Mij, vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat aangelegd is voor de duivel en zijn engelen.”?

Daniël 12, 1-3

De openbaring van de toekomst

In die tijd zal de grote vorst Michaël opstaan om de kinderen van uw volk te beschermen. Want het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is voorgekomen zolang er volken bestaan. Maar al degenen van uw volk die in het boek staan opgetekend, zullen in die tijd worden gered. En velen van hen die slapen in het land van het stof zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om de vernedering van een eeuwige schande te ondervinden. Dan zullen de wijzen stralen als de glans van het uitspansel en degenen die de mensen op het rechte pad hebben gebracht zullen schitteren als de sterren, voor eeuwig en altijd.

Marcus 13, 24-32

Onderricht over het einde
Maar in die dagen na de verschrikking zal de zon verduisterd worden, en de maan haar licht niet meer laten schijnen, en zullen de sterren van de hemel vallen en de hemelse machten wankelen. En dan zal men de Mensenzoon op wolken zien komen, met veel macht en heerlijkheid. Dan zal Hij de engelen uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het uiteinde van de aarde tot aan het uiteinde van de hemel. Leer van het beeld van de vijgenboom: als zijn twijgen zacht worden en zijn bladeren zich ontvouwen, dan weten jullie dat de zomer in aantocht is. Zo moeten jullie ook weten: wanneer je deze dingen ziet gebeuren, dan staat het vlak voor de deur. Ik verzeker jullie, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit allemaal gebeurd is. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Maar wanneer die dag of dat uur aanbreekt, weet niemand, de engelen in de hemel niet, de Zoon niet, maar alleen de Vader.

Archief preken