Preek 19de zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Het eerste boek Koningen 19, 4-8
Evangelie: Johannes 6, 41-51
In de eerste lezing van vandaag komt de grote profeet Elia van God in moeilijkheden. Hij is een machtige profeet, maar nu voelt hij zich niet zo sterk en roept uit: "Het is genoeg Heer. Neem mijn leven want ik ben niet beter dan mijn voorgangers". Is dat waar? Elia heeft heel wat gepresteerd. Hij heeft het op de berg Karmel opgenomen tegen de vele profeten van Baäl. Juist dat heeft hem ook de vijandschap opgeleverd van koningin Izebel. Izebel wil Elia doden en hij is gevlucht naar de woestijn. Zijn geloof in God heeft hem haar doodsdreiging gebracht
Johannes 6, 41-51
Zo vinden we Elia vandaag, moe en de dood zoekend als een oplossing. Zijn eigen kracht, zijn ‘brood’ is niet genoeg om hem door dit gedeelte van zijn leven te brengen. Ik denk dat iedereen, die vecht tegen valse goden, maar heel weinig verandering ziet, zich makkelijk kan aansluiten bij het gevoel van Elia. We vechten ook tegen onze eigen goden: afnemende lichaamskrachten, onenigheid tussen en met de kinderen, ziek zijn, het gevoel dat er niet naar je geluisterd wordt, enz. Het schijnt alleen maar erger te worden.
Wat voor veranderingen heeft al ons pogen gebracht? Hoe lang zal het duren voordat we zien dat ons werken verbetering heeft gebracht in ons gezin, onze gemeenschap, onze Kerk en onze wereld? Waarom nog doorgaan, waarom ons niet terugtrekken in onze comfortabele wereld, de deur sluiten en stoppen met het geven van onze krachten aan schijnbaar nutteloze pogingen? Hoe blijven we persoonlijk de energie krijgen en houden, om door te gaan met de belangrijke dingen in ons leven?
God was aan het werk met Elia en is aan het werk met ons en heel veel andere mensen, maar dat schijnen we niet altijd te voelen. Daarom ploft Elia neer onder een bremstruik; de uitgeputte profeet op de rand van wanhoop. God bezoekt hem door een engel, voedt hem met eten en drinken: dat geeft hem kracht. Het is een teken, dat God heeft gezien wat nodig is, dat God medelijden met hem heeft en er voor wil zorgen, dat hij klaar is voor wat er allemaal nog komt.
Om over na te denken. We zouden ons zo kunnen indenken dat we soms ook wel wat weg hebben van Elia. We zijn moe van het vele proberen, wachten, pogen, uitnodigen, misschien wel van ons leven… Is deze kerk, deze gemeenschap, dit samenzijn onze ‘bremstruik’ waar we mogen en durven te schuilen? Wie durft ons net als de engel bij Elia aan te stoten om ons moed te geven om verder te gaan? Waar halen wij ons ‘brood’ vandaan dat voedsel is voor onze geest en lichaam? Is het Woord en de Eucharistie het ‘brood’ voor onze geest en lichaam? Als we in ons het verlangen voelen om op te staan, opnieuw te beginnen en verder te gaan, dan hebben we ons ‘brood’ ten leven gevonden. Het antwoord is aan u!
Amen
Elia naar de Horeb
Na een tocht van een dag in de woestijn kwam hij bij een bremstruik. Hij ging eronder zitten. Hij wilde sterven en zei: ‘Het wordt mij teveel, heer; laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn voorvaders.’ Daarna ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in. Maar opeens stootte een engel hem aan en zei tegen hem: ‘Sta op en eet.’ Hij keek op en daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek, op gloeiende stenen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en viel weer in slaap. Maar opnieuw, voor de tweede maal, stootte de engel van de heer hem aan en zei: ‘Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.’ Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb bereikte.
Jezus: het brood om van te leven
Intussen waren de Joden gaan morren omdat Hij gezegd had: ‘Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald.’ ‘Dit is toch Jezus, de zoon van Jozef?’ zeiden ze. ‘En zijn vader en moeder zijn hier toch bekend? Hoe kan Hij dan beweren: “Ik ben uit de hemel neergedaald”?’ Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Houd op met dat gemor! Niemand kan naar Mij toe komen tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem naar Mij toe haalt – en Ik laat hem op de laatste dag opstaan. Er staat geschreven bij de Profeten: En allen zullen onderricht ontvangen van God. Wie naar de Vader heeft geluisterd en bij Hem in de leer is geweest, komt naar Mij toe. Niet dat iemand de Vader ooit gezien heeft: alleen Hij die van God komt, heeft de Vader gezien. Waarachtig, Ik verzeker u: wie gelooft, bezit eeuwig leven. Ik ben het brood om van te leven. Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten, en toch zijn ze gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dát brood eet, zal men leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, voor het leven van de wereld.’
Alpha-cursus september
De 2de Digidulfke uitgave september 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal
75 Jaar H. Antoniuskerk én 60 jaar Lidwinakoor