Kies uw kerk

Preek van de week

2022-09-11. Zorg voor elkaar

24ste zondag door het jaar, C

          
Eerste lezing: Exodus 32, 7-11. 13-14
          Evangelie: Lucas 15, 1-32

Het evangelie van deze Startviering begint met mensen die fouten maken in hun leven, tollenaars en zondaars, en met mensen, die dat niet doen. Door en door fatsoenlijke mensen dus; tenminste aan de buitenkant. Zij vinden het maar niets, dat Jezus met tollenaars en zondaars omgaat, en nog erger, dat Jezus hen ontvangt en met hen eet.

Jezus hoort hun gemor dat Hij al zo vaak gehoord heeft en reageert met twee verhalen waarin een man en een vrouw, dus mensen zoals wij, de hoofdrol spelen. Jezus betrekt ons erbij met de woorden: welke man, welke vrouw zou niet… Zouden wij echt op zoek zijn gegaan naar dat ene verloren schaap? Of denken: het is er maar één van de honderd. En wat dat zilverstuk betreft: och, er komt wel weer een nieuwe, geld genoeg.

Mij valt op dat zowel de man als de vrouw uiterst betrokken zijn op het verlorene. Ze doen niet alleen alles om het terug te vinden, maar halen er hun vrienden en buren bij als ze het verlorene hebben gevonden; zo blij zijn ze.

Lucas 15, 3-10

Lucas 15, 3-10

Als ik hierover nadenk begin ik het te begrijpen. Wanneer er één schaap zoekraakt, heeft dat ook gevolgen voor de negenennegentig anderen: want, ze zijn niet meer compleet.

 Eigenlijk gaat het vandaag over ons, als we dat willen. We mogen beseffen dat we al vele jaren niet meer compleet zijn. Al jaren raken mensen uit ons gezichtsveld zoek. Mensen die we kenden, waarmee we samen hier in de kerkbanken zaten. Mensen waarmee we in het koor zaten en in de vele vrijwilligersgroepen.

 Mensen die zich waarschijnlijk niet meer thuis voelden, onbegrepen, of uitgestoten. Mensen die we de rug hebben toegekeerd omdat we meenden het aan het rechte eind te hebben. Helaas, we zijn niet meer compleet! En dat doet pijn.

De eerste lezing uit de brief van Paulus aan de Christenen van Filipi is heel hoopvol. Want elke keer als Paulus aan hen denkt, denkt hij te gelijk aan God. Als hij voor hen bidt, dan wordt hij blij. Jullie geloven en doen het Goede Nieuws dat jullie hebben gehoord, schrijft hij hen.

We zeggen niet voor niets: ‘Samen uit, samen thuis!’. Als ik Jezus goed begrijp geldt dit niet alleen voor dit ene weekend, maar voor ons hele leven. Net als al de mensen die met mij de wereld bewonen, heb ik het leven gekregen. Samen ons leven delen kan een genot zijn. Zorgen dat ieder tot zijn of haar recht komt kan je veel moeite kosten. Maar het is het waard. Trouwens, het is de opdracht die wij van Jezus hebben gekregen.

Om te besluiten. Voor Jezus hoort ieder bij die honderd of die tien, wat er ook gebeurt. Geen mens kan gemist worden. Verplaats je even in dat ene schaap dat verloren loopt. Jij bent dat schaap en God zelf is naar jou op zoek… De lezingen van vandaag zijn eigenlijk een zending. Een zending om zorg te hebben voor elkaar en om elkaar bemoedigend toe te spreken.

Wat zou dat een mooie start zijn van dit werkjaar als we daarvan kunnen leven, en het handen en voeten geven, met elkaar. Dat is echt zorg hebben voor elkaar.

          Amen

Afbeelding: The Lost Drachma

Door: James Tissot (1836 - 1902)
          Datum: 1886 - 1894
          Afmetingen: 12.7 x 16.8 cm
          Techniek: Dekkende waterverf op grafiet op grijs gevlochten papier
          Locatie: Brooklyn Museum, New York, USA

Uit een brief van de apostel Paulus aan de Filippenzen

Elke keer als ik aan jullie denk, dank ik mijn God. Altijd als ik voor jullie bid, ben ik blij over jullie. Want jullie hebben het goede nieuws geloofd vanaf de eerste dag dat jullie het hoorden. En jullie geloven het nog steeds. God is in jullie een goed werk begonnen. En ik weet zeker dat Hij dat werk ook zal afmaken. Hij zal met jullie bezig blijven, totdat Jezus Christus terugkomt. Het is voor mij heel vanzelfsprekend om zo over jullie te denken. Dat komt doordat jullie en ik heel veel van elkaar houden. Want ik weet dat de liefde van God die in mij is, ook in jullie is. Want jullie zijn één met mij, nu ik gevangen zitten ik mij bij de keizer moet verdedigen en ik moet uitleggen wat ik precies geloof. God weet dat ik er met de liefde van Christus naar verlang om jullie weer te zien.

Ik bid dat jullie liefde aldoor zal blijven groeien. Want daardoor zal ook jullie wijsheid groeien. Dan zullen jullie de dingen van God steeds beter begrijpen. Jullie zullen steeds beter gaan zien welke dingen werkelijk belangrijk zijn. Daardoor zullen jullie zuiver en volmaakt zijn op de dag dat Christus terugkomt. Dan zal aan jullie te zien zijn hoe God jullie heeft veranderd sinds Hij jullie heeft vrijgesproken van schuld. En dat allemaal dankzij Jezus Christus. Daardoor zullen de mensen God eren en prijzen.

Evangelie: Lucas 15, 1-32

Kritiek op Jezus’ omgang met zondaars
Telkens kwamen alle tollenaars en zondaars naar Hem luisteren. De farizeeën en Schriftgeleerden spraken daar schande van en zeiden: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen.’

          Gelijkenis van een verloren schaap en een verloren drachme
Maar Hij vertelde hun deze gelijkenis: ‘Als een van u honderd schapen heeft en er één van verliest, laat hij dan niet de negenennegentig andere schapen in de eenzaamheid achter om op zoek te gaan naar het verloren schaap, totdat hij het vindt? En als hij het gevonden heeft, neemt hij het vol blijdschap op zijn schouders; thuisgekomen roept hij zijn vrienden en buren en zegt hun: “Deel in mijn blijdschap want ik heb mijn verloren schaap weer teruggevonden.”? Ik zeg u, zo zal er in de hemel meer blijdschap zijn over één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben. Of als een vrouw die tien drachmen heeft, er één verliest, steekt ze dan niet een lamp aan, veegt het huis en zoekt zorgvuldig totdat zij die drachme vindt? En als zij die gevonden heeft, roept ze haar vriendinnen en buren en zegt: “Deel in mijn blijdschap, want de drachme die ik verloren had, heb ik teruggevonden.”? Zo, zeg Ik u, is er blijdschap bij de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.’

          Gelijkenis van een vader met twee zonen
Hij zei: ‘Iemand had twee zonen. De jongste zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij mijn deel van de erfenis.”? En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Niet lang daarna vertrok de jongste zoon met al zijn bezit naar een ver land, waar hij het verkwistte in een losbandig leven. Toen hij alles opgemaakt had, kwam er een zware hongersnood over dat land en ook hij begon gebrek te lijden. Hij zwierf rond tot hij in dienst trad bij een van de inwoners van dat land; die stuurde hem het veld in om varkens te hoeden. Graag had hij zijn honger gestild met het voer dat de varkens aten, maar niemand gaf hem wat. Toen kwam hij tot zichzelf en zei: “Zoveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik verga hier van de honger! Ik ga terug naar mijn vader. Ik zal hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten, behandel me als een van uw dagloners.”? En hij ging terug naar zijn vader. Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd; snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem. “Vader,”? zei de zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten.”? Maar de vader zei tegen zijn slaven: “Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan, doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten. Haal het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.”? En het feest begon. Maar zijn oudste zoon was nog op het land. Toen hij naar huis kwam, hoorde hij muziek en dans. Hij riep een van de knechten en vroeg wat er te doen was. Die antwoordde: “Uw broer is thuisgekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond en wel terug heeft.”? Toen werd hij kwaad en hij wilde niet binnenkomen. Daarop kwam zijn vader naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. Maar hij gaf zijn vader ten antwoord: “Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen met hoeren heeft verbrast, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.”? Maar hij zei : “Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat ik heb is van jou. We moeten feestvieren en blij zijn, want die broer van je was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden.”? ’

Archief preken