Kies uw kerk

Preek van de week

2022-03-06. Een mens gebruikt zijn gevoel en zijn verstand

Preek 1ste zondag in de veertigdagentijd 2022, C

          Eerste lezing: Deuteronomium 26, 4-10
          
Evangelie: Lucas 4, 1-13


Gevoelens van verdriet, blijdschap, angst en uitgelatenheid zijn belangrijk, maar gevoelens van haat en liefde de grootste aanstichters van wat we doen in ons leven.
Ons verstand gebruiken we voor allerlei andere dingen, maar vaak ook gaan we het gebruiken om onze gevoelens te uiten. Om je liefde aan iemand te betonen zijn we vaak zeer inventief: de wijze van huwelijksaanzoek, verjaarscadeaus uitzoeken ed. maakt dat al zeer duidelijk. Maar verstand gebruiken om grootsheidswaanzin of haat tot uiting te laten komen is dan vaak iets dat andere gevoelens ver naar de achtergrond verdringt. Zoiets zie je in een oorlogssituatie. Toen ik de eerste keer in 1995 in Bosnië was, schrok ik toen ik zag waar mensen toe in staat waren, die jaren vreedzaam naast elkaar gewoond hadden. En datzelfde zie je nu in Oekraïne. Een land dat bijna een eeuw bevriend was met Rusland wordt nu door de grootheidswaanzin en de haat tegen hetgeen er met zijn Sovjetunie is gebeurd gebombardeerd en veroverd. Bedenk mens, dat ge stof zijt en tot stof zult wederkeren. Vladimir Poetin zegt een gelovig Russisch-orthodox christen te zijn. Als hij het askruisje haalt en hij hoort zulke woorden, zou dat hem dan niet aan het denken zetten: alles wat ik nu doe, moet ik straks verantwoorden?

We leven vaak alsof ons niets gebeurt, sommigen gaan met ruzie het huis uit en allemaal met het idee, dat we tijd genoeg hebben om iets weer goed te maken of om iets te doen wat we nog steeds niet gedaan hebben. Maar helaas zien we ook dagelijks dat mensen iets overkomt, waardoor zij niet meer in staat zijn dat te doen. De een wordt plots door een ziekte getroffen, de ander door een ongeluk.
Deze week hoorde ik een jonge vrouw op televisie zeggen, dat zij uit de Oekraïne kwam en dagelijks haar ouders aan de telefoon had om te informeren hoe het ermee stond, maar ook elke keer afscheid moest nemen, alsof ze elkaar nooit meer zouden spreken, want die kans was reëel. Bedenkt mens dat ge stof zijt. Je bent vergankelijk, hebt niet het eeuwige leven.

Lucas 4, 1-13

Lucas 4, 1-13

Hopelijk hebben we de pandemie achter de rug. Hopelijk maakt niemand meer mee dat er op het einde van een leven geen normaal afscheid van een dierbare genomen kan worden, omdat de regels dat verbieden. Hopelijk maakt niemand meer mee, dat artsen moeten gaan overleggen wie er wel en wie niet direct in een ziekenhuis geholpen worden. Hopelijk kunnen we weer een normaal leven gaan oppakken. Maar wat is normaal? De waarden in ons leven zijn globaal hetzelfde gebleven, maar de normen? Is normaal zo meteen weer mensen die je de eerste keer ontmoet 3 zoenen geven, is normaal weer uren op je werk zitten of in een lange file staan? Is normaal weer leven alsof er eigenlijk niets kan gebeuren? Zoals ik straks al zei, in deze afgelopen tijd is het duidelijk geworden, dat we eigenlijk nauwelijks nog weten wat normaal is en dat we meer dan ooit stil moeten staan bij het feit dat alles plotseling eindig kan zijn. Aswoensdag, de veertigdagentijd, het moet ons in samenhang hiermee goed aan het denken zetten. En als we ons dat dan bewust zijn, kunnen we ons weer richten tot die andere gevoelens. Geniet van het leven, geniet van de vrijheid, geniet van gezondheid, van vriendschap, van elkaar, van liefde. En ook: wees blij met Christus ’boodschap van Gods liefde voor jou.

           Amen

Verzoeking van Christus

12de-eeuws mozaïek
          Te bezichtigen in: Basiliek van San Marco (Venetië)

Het mozaïek toont de samenkomst van Jezus met de duivel. De drie verzoekingen; De uitdaging van stenen brood te maken; De uitdaging van de tempel te springen; Het aanbod heerser te worden over alle koninkrijken van de wereld, zijn afgebeeld. Evenals het heengaan van de Duivel.

Deuteronomium 26, 4-10

Het aanbieden van de eerstelingen
De priester neemt dan de korf van u aan en zet hem voor het altaar van de Heer uw God. Dan moet u, staande voor de Heer uw God, het woord nemen en zeggen: “Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij is met een klein aantal mensen naar Egypte gegaan en, terwijl hij daar als vreemdeling verbleef, een groot, machtig, talrijk volk geworden. Toen de Egyptenaren ons slecht behandelden, ons onderdrukten en ons harde slavenarbeid oplegden, hebben wij tot de Heer, de God van onze vaderen, geroepen. En de Heer heeft ons verhoord en zich onze vernedering, ons zwoegen en onze verdrukking aangetrokken. Hij heeft ons uit Egypte geleid met sterke hand, met uitgestrekte arm, onder grote verschrikkingen, en met tekenen en wonderen. Hij heeft ons naar deze plaats gebracht en ons dit land geschonken, een land dat overvloeit van melk en honing. Daarom breng ik nu de eerste vruchten van de grond, die U, Heer, mij hebt geschonken.”? Dan moet u die voor de Heer uw God neerleggen, u voor Hem neerbuigen en samen met de Levieten en de vreemdelingen die bij u wonen, feestvieren vanwege al de weldaden die Hij aan u en aan uw huis heeft geschonken.

Lucas 4, 1-13

Door de duivel op de proef gesteld
Vol van heilige Geest keerde Jezus terug van de Jordaan. Hij bleef veertig dagen lang in geestvervoering in de woestijn, waar Hij door de duivel op de proef werd gesteld. Al die dagen at Hij niets, en toen ze voorbij waren kreeg Hij honger. Toen zei de duivel tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, zeg dan tegen deze steen dat hij een brood moet worden.’ Jezus antwoordde hem: ‘Er staat geschreven: Niet van brood alleen zal de mens leven.’ Daarop nam de duivel Hem mee omhoog en liet Hem in een flits alle koninkrijken van de wereld zien en zei: ‘Heel die macht en al hun pracht zal ik U geven, want zij zijn mij in handen gegeven en ik geef ze aan wie ik wil. Als U mij aanbidt zal het allemaal van U zijn.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: De Heer uw God zult u aanbidden en Hem alleen dienen.’ Hij bracht Hem naar Jeruzalem, zette Hem op de rand van de tempel en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: Aan zijn engelen zal Hij bevelen U te beschermen, en: Op hun handen zullen ze U dragen, zodat U aan geen steen uw voet zult stoten.’ Jezus antwoordde hem: ‘Er is gezegd: U zult de Heer uw God niet op de proef stellen.’ Toen de duivel alle beproevingen had uitgevoerd, ging hij van Hem weg voor een bepaalde tijd.

Archief preken