Kies uw kerk

Preek van de week

2020-08-09. De stem in mij

Preek 19de zondag van het jaar, A

 

Eerste lezing: 1e Koningen 19, 9a. 11-13a

Evangelie: Mattheus 14, 22-33

Mag ik u vertellen wat Elia aan het doen is daar in die grot? Hij schuilt daar en dat is niet voor het weer. Hij had ruzie met koning Achab, of nog erger met koningin Izebel. Op hun bevel zijn al vierhonderdvijftig profeten van Baal gedood. Elia en zijn profetenbroederschap kunnen we heden ten dagen vergelijken met oppositieleiders in landen met een dictatuur. Achab en zijn vrouw Izebel zijn de huidige Poetins, Erdogans en Kims.

Een engel leidt Elia naar de berg Horeb, waar ook Mozes God had ontmoet. Daar spreekt God hem aan en het is wel duidelijk, dat het leven van Elia in gevaar is. Wie van ons zou niet bang zijn, vluchten? 

Als goede leerlingen deden ze wat Jezus had gezegd en nu waren ze in het midden van een storm terechtgekomen. Ze voelden zich gescheiden van Jezus; ze moesten het alleen zien klaar te spelen. Hoe vaak voelen wij ons in zo’n situatie? We hebben ons misschien ook wel een aantal keren afgevraagd: waar was God in mijn nood? Waar was Jezus in het midden van mijn storm?

En die storm die duurde lang, want Jezus kwam pas na drie uur in de morgen. Denken we dan toch teveel, dat Jezus alles wel in orde zal maken? Petrus maakte het nog bonter. Toen hij hoorde dat het Jezus was, wilde hij meteen de proef op de som nemen. Jawel hoor, hij kon over het door de storm bewogen wateren lopen.  Totdat hij schrok van zijn eigen durf en meteen weer bang werd. Toen was het ook mis met dat wandelen.

Mattheus 14, 22-33

Mattheus 14, 22-33

Nadat Jezus de leerlingen gezegd had om in de boot weg te gaan, ging Hij bidden. We kunnen lezen dat Jezus bidt op de belangrijkste momenten van zijn leven. Voor grote beslissingen, voor en gedurende zijn lijden en nu voordat Hij de storm bedaart.

Waar halen de oppositieleden uit dictaturen hun kracht en hun moed vandaan? Hebben zij een innerlijke stem? Elia en Jezus haalden kracht uit de stem van God in hen.

Om mee te nemen. Het stormt altijd in het leven, in de politiek! Wat doe je? Schuilen, stil worden, bidden? Tijd van reflectie en bezinning! Sommigen vinden het tijdverlies, anderen vinden er kracht bij. God spreekt Elia aan en Jezus dwars door de storm de leerlingen. Wat doen wij vandaag hier? Lopen ook wij over door storm geteisterde golven? Halen ook wij naar het voorbeeld van Elia en Jezus kracht uit het gebed, de stilte. Durven wij net als hen te luisteren naar de stem in mij? Het is in de stilte dat ik kan luisteren met de oren van mijn hart. Een stem in mij die vertrouwen wekt en schenkt, die leven geeft en zekerheid.

         Amen

1e Koningen 19, 9a.11-13a

        Elia naar de Horeb

Daar ging hij een grot binnen en overnachtte er.
 Maar de heer zei: ‘Ga naar buiten en treed voor de heer op de berg.’ Toen trok de heer voorbij. Er ging een zeer zware storm voor de heer uit die bergen deed splijten en rotsen verbrijzelde. Maar de heer was niet in de storm. Op de storm volgde een aardbeving. Maar ook in de aardbeving was de heer niet. Op de aardbeving volgde vuur. Maar ook in het vuur was de heer niet. Op het vuur volgde het suizen van een zachte bries. Zodra Elia dit hoorde, bedekte hij zijn gezicht met zijn mantel, ging naar buiten en bleef staan bij de ingang van de grot.

Evangelie: Mattheus 14, 22-33

        Tegenwind op het meer

Nadat allen gegeten hadden dwong Hij meteen de leerlingen om aan boord te gaan en alvast voor Hem uit over te steken; dan zou Hij intussen de mensen wegsturen. Toen Hij de mensen had weggestuurd, ging Hij de berg op om te bidden, Hij alleen. Toen het avond geworden was, was Hij daar nog alleen. Toen de boot al veel stadiën (red. 1 statia is c.a. 185 meter) uit de kust was, had die het zwaar te verduren van de golven, omdat de wind tegenzat. Op het einde van de nacht ging Hij lopend over het meer naar hen toe. Toen de leerlingen Hem op het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. ‘Een spook!’, riepen ze, en ze schreeuwden van angst. Meteen zei Jezus: ‘Rustig maar, Ik ben het. Wees niet bang.’ Petrus gaf Hem ten antwoord: ‘Heer, als U het bent, laat me dan over het water naar U toekomen.’ Hij zei: ‘Kom.’ En Petrus stapte overboord, liep over het water en kwam naar Jezus toe. Toen hij lette op de kracht van de wind, werd hij bang, en toen hij begon te zinken, schreeuwde hij: ‘Heer, red me.’ Meteen stak Jezus zijn hand uit en greep hem vast. Hij zei: ‘Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?’ Toen ze in de boot gestapt waren, ging de wind liggen. De mensen in de boot vielen voor Hem op de knieën en zeiden: ‘Werkelijk, U bent de Zoon van God.’

Archief preken