6de zondag van Pasen, C
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 15, 1-2. 22-29
Evangelie: Johannes 14, 23-29
Liefde is meer dan een gevoel. Wanneer liefde alleen op een gevoel berust, houdt zij geen stand. Liefde veronderstelt een keuze. Je kiest voor iemand, voor iets. Een keuze die berust op een aantal overwegingen die je maakt. Verstandelijke overwegingen, maar ook overwegingen van het hart.
Waarom zou ik voor Jezus kiezen? Waarom doen wat Hij zegt? Ken ik Hem wel? Die man uit een ver verleden? Uit een andere tijd? Een man met wie ik niet kan spreken, die ik niet kan zien en horen? Een man met wie ik niet kan lachen en huilen, mijn leven delen? Wat kan er zijn, dat ik mij van harte gewonnen geef aan Hem?
Ik voor mij zeg: Zijn liefde, zijn zorg voor de armen, de kleinen, de zieken, waarover ik lees op iedere bladzijde van de vier Evangeliën. Zijn woord aan de leerlingen, aan mij: “Niemand heeft groter liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vrienden”. Hij heeft zijn leven gegeven. Ik voor mij zeg: Zijn absoluut vertrouwen in de liefde van de Vader, dat hem zelfs niet verliet in de donkerste uren van zijn leven en dood. Verder nog enkele persoonlijke ervaringen. En u? Deelt u deze overwegingen of heeft u andere gemaakt? Dat mag uiteraard!
“Wanneer iemand mij liefheeft zal hij zich houden aan wat ik zeg.” Het klinkt voor mij een beetje kil, alsof het hart er geen deel aan heeft. Natuurlijk, dat doen ligt al besloten in de keuze, die je voor Hem maakt. Ook al moet ik direct bekennen, dat ik mijn keuze niet altijd waarmaak. Toch, ik voel me beter thuis bij een andere vertaling die ik las: “Als iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren.” In dat woord 'bewaren' klinkt voor mij zorg door, aandacht. Het hart doet mee. Zorg en aandacht, dat het woord niet verloren dreigt te raken door eigen ontrouw aan de liefde voor Jezus en wat Hem dierbaar is. In het woord 'bewaren' klinkt voor mij ook door: zoeken naar de waarheid, die in Gods Woord verborgen ligt en door ons verstaan wil worden. Openleggen wat mens en wereld tot zegen en redding sterkt, gaan vermoeden, hoe verstrekkend en absoluut Gods liefde naar ons is.
Johannes 14, 23-29
Een prachtig voorbeeld hiervan vinden we in de lezing van de Handelingen. Voor de christenen uit de Joden, voor wie de naleving van de Thora heilig was, was 't onverdraaglijk dat de christenen uit 't heidendom niet besneden werden. Het is een probleem, dat diep insnijdt in het hart van de jonge Kerk. Op het eerste concilie te Jeruzalem werd dit gevoelige probleem besproken. En als dan in goed overleg tot een besluit gekomen is, schrijft het concilie: ’De heilige Geest en wij hebben namelijk besloten…’
Om te besluiten. Jezus wil met zijn woord de onrust, de twijfel, de angst wegnemen, de leerlingen en ons, dat het Kerk en wereld niet vergaat zoals wij verhoopten en waarvoor we ons inspannen. Jezus wil met zijn Woord bij ons vertrouwen wekken in de toekomst, ook al lijken de voortekenen daartoe allesbehalve gunstig en hoopvol. Jezus wil met zijn Woord ons doen uitzien naar de Geest, die het aanzien van de aarde zal vernieuwen tot een stad waar het mogelijk is dat mensen elkaar liefhebben in de Naam van Jezus...
Amen.
Conflict over de besnijdenis; bijeenkomst in Jeruzalem
In die dagen waren enige mensen uit Judea die de broeders voorhielden: ‘Als u zich niet naar de zede van Mozes laat besnijden, kunt u niet gered worden.’ Omdat er opschudding ontstond en Paulus en Barnabas in heftig dispuut met hen raakten, gaf men Paulus en Barnabas en enkele anderen uit hun midden de opdracht met deze strijdvraag naar de apostelen en oudsten in Jeruzalem te gaan.
Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met heel de gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas naar Antiochië te sturen: Judas, ook Barsabbas geheten, en Silas, twee leidende figuren uit de gemeente. Men gaf hun deze brief mee: ‘De apostelen en oudsten groeten als broeders de broeders uit de heidenen in Antiochië, Syrië en Cilicië. Wij hebben vernomen dat enkelen, uit onze kring afkomstig, maar zonder opdracht van ons, met hun woorden verwarring en onrust onder u hebben gezaaid. Daarop hebben wij eenstemmig besloten om een paar mannen uit te kiezen en die mee te sturen met onze vrienden Barnabas en Paulus, die zich met hart en ziel inzetten voor de naam van onze Heer Jezus Christus. Wij hebben Judas en Silas dus afgevaardigd; zij zullen u dezelfde boodschap ook mondeling overbrengen. De heilige Geest en wij hebben besloten u geen enkele last op te leggen dan alleen wat strikt noodzakelijk is: u moet zich onthouden van afgodenvlees, bloed, verstikt vlees en ontucht. Als u daarvan afblijft, is het in orde. Het ga u goed.’
Ik laat jullie niet verweesd achter
In die tijd gaf Jezus zijn leerlingen ten antwoord: ‘Als iemand Mij liefheeft, zal Hij mijn woord ter harte nemen; dan zal mijn Vader hem liefhebben en zullen We bij hem ons verblijf gaan houden. Wie Mij niet liefheeft, neemt mijn woorden niet ter harte. Het woord dat jullie horen, is echter niet mijn woord, maar dat van de vader die Mij gezonden heeft. Dat is het wat Ik jullie te zeggen had, nu Ik nog bij jullie ben. De Helper die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zijn heilige Geest, zal jullie verder in alles onderrichten: Hij zal jullie alles laten begrijpen wat Ik jullie gezegd heb. Vrede laat Ik jullie na, mijn eigen vrede geef Ik jullie, een andere dan de wereld te bieden heeft. Je moet je dus niet zo laten verontrusten en de moed niet verliezen. Je hebt gehoord wat Ik zei: niet alleen dat Ik heenga, maar ook dat Ik bij jullie terugkom. Als jullie Mij liefhadden, zou het jullie met vreugde vervullen dat Ik heenga naar de Vader, want de Vader is groter dan Ik. Ik zeg het jullie dus nu al, voordat het zover is, dan zul je, als het zover is, geloven.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal