Preek Doopfeest van de Heer, A
Eerste lezing: Jesaja 42, 1-7
Evangelie: Matteüs 3, 13-17
Wanneer ik in de krant zou lezen dat iemand benoemd is tot ‘zoon van God’, zou ik zeer verbaasd te zijn. Ik zou in ieder geval ook mijn wenkbrauwen fronsen.
Toen de evangelist Matteüs zijn verhaal schreef over de doop van Jezus, waren zijn lezers niet zo verbaasd. Zij waren meer dan wij gewend aan de titel ‘zoon van God’. De koning van Juda en Israël werd immers al heel lang ‘zoon van God’ genoemd. En dat gold ook voor heel het volk: dat volk was ‘zoon van God’. Matteüs concentreert alles wat er over de koning en over het volk gezegd wordt in de figuur van Jezus.
‘Zoon van God’ is kennelijk een taak, een functie, een opdracht, een roeping. Die opdracht vinden we geformuleerd onder anderen in de eerste lezing uit de profeet Jesaja. Hij zal recht brengen. Geregeld kunnen we lezen dat veel mensen ontevreden zijn over hun leven. Ze hebben het gevoel dat hun geen recht gedaan is en dat het leven onrechtvaardig is geweest voor hen.
Dat Jezus zoon van God is als opvolger van de koning en van het volk, drukt Matteüs uit doordat Jezus zich laat dopen door Johannes. In de laatste 2000 jaar is er nogal wat veranderd in de doop praktijk. Water uitstorten is eigenlijk iets van de laatste 8 eeuwen. De oudste vorm van dopen is dat je er helemaal in ondergedompeld wordt. Het hoogtepunt van het dopen is dan niet dat je het water ingaat of in het water bent, of overdekt wordt met water, maar dat je het water verlaat.
Dat is het moment van de vrijheid, want het water vertegenwoordigt de chaos in de wereld.
Matteus_03, 13-17
Jezus en wij vieren vandaag dat wij uit de chaos, de rechteloosheid, bevrijd worden. Precies zoals in het scheppingsverhaal toen Gods Geest over de chaos zweefde zoals een duif en we werden opgeroepen om beeld van God te zijn. De doop herinnert ook aan de doortocht door de Rode Zee: dat Israël uit het water kwam, de vrijheid tegemoet. En voor ons christenen geldt, dat wij herinnerd worden aan het leven en de dood, en verrijzenis van Jezus. We identificeren ons met hem. Of liever Hij identificeert ons met zichzelf. Hij is onze leidsman.
Om over na te denken. Wij hoeven niet het onmogelijke te doen. We mogen ons laten inspireren door Jezus en in relatie te staan met degene die meer is dan wijzelf: God. Wij vieren dat God wil dat zijn liefde, zijn geestkracht, door ons heen gaat, zodat wij vanuit de chaos en vanuit het gevangenzitten volheid vinden, vrede met onszelf en met anderen. Door Jezus te volgen: worden wij zonen en dochters van God, mensen die heil brengen en daarin onze bestemming en volheid vindenn.
Amen.
Door: Jan Collaert (II) (ca. 1561 - ca. 1620)
Afmetingen: 17,9 * 22,0 cm
Techniek: graveren (drukprocédé) op papier
Datum:. 1598 - 1618
In eigendom: Rijksmuseum, Amsterdam, Nederland
Christus wordt door Johannes de Doper in de Jordaan gedoopt. Engelen houden Christus zijn kleren vast op de oever. Boven het hoofd van Christus de duif van de Heilige Geest en het kruis. De prent heeft een Latijns onderschrift. De prent maakt deel uit van een serie over het leven van Christus.
De dienaar
Ziehier mijn dienstknecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, die Ik met genoegen gadesla. Ik heb mijn geest op hem gelegd, en hij maakt het recht bekend aan de volken. Hij roept niet en schreeuwt niet, hij laat zijn stem niet horen op straat. Het geknakte riet zal hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast hij niet uit. Werkelijk, hij zal recht brengen. Hij zal niet zwak worden en niet worden geknakt, maar hij vestigt het recht op de aarde en de eilanden zullen naar zijn boodschap uitkijken. Zo spreekt de heer God, die de hemel geschapen en uitgespannen heeft en de aarde heeft gespreid met alles wat zij voortbrengt, die adem geeft aan de mensen die er wonen en levensgeest aan iedereen die er zijn weg gaat. Ik, de heer, heb u geroepen om heil te brengen, Ik neem u bij de hand, Ik vorm u, en bestem u tot een verbond met het volk, tot een licht voor de naties; om blinde ogen te ontsluiten, om gevangenen uit de kerker te bevrijden, degenen die in de duisternis van de gevangenis wonen.
Jezus laat zich dopen
Toen kwam Jezus uit Galilea naar Johannes bij de Jordaan om zich door hem te laten dopen. Johannes probeerde Hem tegen te houden. Hij zei: ‘Ik zou door U gedoopt moeten worden, en U komt naar mij?’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Laat nu maar, want zo behoren wij de gerechtigheid volledig te vervullen.’ Toen liet hij Hem begaan. Toen Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen uit het water. En zie, daar opende zich de hemel voor Hem en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Hem neerkomen. Er kwam een stem uit de hemel, die zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal