Kies uw kerk

Preek van de week

2020-10-11. Laat je dragen

Preek 28ste zondag van het jaar, A

 

Eerste lezing: Jesaja 25, 6-10a

Evangelie: Mattheüs. 22, 1-14

Wie de afgelopen weken de protesten in Wit Rusland gevolgd heeft, heeft zich wellicht met mij afgevraagd: waar haalt dit volk de moed vandaan om in opstand te komen, zich te verzetten tegen de jarenlange terreur van president Lukashenko. Velen gaan de gevangenis tegemoet, want de macht van de president is groot en alom aanwezig. Toch gaan de mensen de straten op, om te kunnen zijn wie ze zijn: mensen.

In de eerste lezing horen we de profeet Jesaja hoop geven aan het volk, terwijl er nauwelijks zicht op hoop is. De mensen zijn verdreven, worden onderdrukt en uitgebuit. De God van wie Jesaja spreekt is bron van hoop, grond waarop je kunt vertrouwen. Het is geen zekerheid die vroeger of later instort, maar een hand die jou draagt, als jij je dragen laat.

Mattheus 22, 1-14

Mattheus 22, 1-14

De vraag die in de lezingen centraal staat is: mensenkind, laat jij je dragen, blijf jij vooruit zien ondanks alle ellende die over je heen komt? De God van wie Jesaja getuigt is jouw vriend, maar geen vriendje dat er alleen voor jou is. Als je in jouw leven iets van deze God ervaren hebt, een knipoog, een handgebaar, weet je dit: Deze is er helemaal voor jou, zoals deze er is voor de volken, voor alle mensen.

Een maaltijd is in de Bijbel steeds een uiting van verbonden zijn, verbonden worden. Als de Heer van de hemelse machten voor alle volkeren een maaltijd aanricht betekent dit, dat Deze een verbond sluit met alle volkeren, dat met andere woorden allen met wie ik deze wereld bewoon mijn tafelgenoten zullen zijn. Haal maar voor ogen een mens die jij niet kunt uitstaan, een vreemdeling die je niet verstaat, een mens wiens gewoonten jij niet deelt.

In het verhaal van de bruiloft spreekt Jezus tot alle leiders op wereld schaal, maar ook tegen ons. Hen en ons vertelt hij een gelijkenis die in de lijn ligt van wat we in de eerste lezing hoorden.

De koning is een beeld van God. De zoon is de Messias, Jezus, die onder ons aanwezig is in het woord dat we hier horen en de tekens van brood en wijn. De bruiloft is het vieren van de diepste verbondenheid van God met mensen, van de mensen met God. Wie zijn de genodigden? Zijn het zij die gedoopt zijn? Prima, maar waarom luisteren zij dan niet naar deze roep? Er staat zelfs: zij wilden niet komen. Hebben zij iets te verbergen, zijn ze bang voor verrassingen? Een indringender tweede oproep negeren zij botweg. Zij hebben er letterlijk geen boodschap aan en sommigen vergrijpen zich aan de dienaars die slechts deden wat hun opgedragen was. Zij verstaan de tekenen van de tijd niet, negeren de knipogen die God geeft, of vergrijpen zich eraan.

Tot besluit. God zal zijn mensen niet aan hun lot overlaten, zo hoor ik in het vervolg van de gelijkenis. Ook niet de mensen in Wit Rusland. Ieder is welkom, goeden en slechten, maar voor één is er geen plaats, degene zonder bruiloftskleed. Wie zich met God inlaat, op diens uitnodiging ingaat, kleedt zich voor deze ontmoeting met het kleed van gerechtigheid. Dat is een kleed van mededogen, want de koning die jou begroet is geen almacht, maar een God die je draagt. Is dat niet de God, op wie wij hoopten?

 

Amen.

Afbeelding: De boerenbruiloft

Door: Pieter Bruegel de Oude (ca. 1525-1569)
          Afmetingen (HxB): 48x57,5 cm
          Techniek: Olieverf op paneel
          Datum: 1567-1568
          Te bewonderen in: Kunsthistorisches Museum, Wenen, Oostenrijk

Deze zogenaamde "momentopname" is zorgvuldig samengesteld. Zonder enige symbolische betekenis laat het schilderij een Vlaamse boerenhuwelijk zien. Voor het groene wandkleed zit de bruid. De bruidegom was niet aanwezig volgens de Vlaamse gewoonte bij de bruiloftstafel. Een notaris met een muts, een Franciscaner monnik, en onder de tafel, rechts, de hond zijn herkenbaar; De voorgerechten die op de drager liggen, zijn zo simpel als zij zijn, net zo gedenkwaardig is de houding en het motief van de dragers zelf.

Jesaja 25, 6-10a

        Het feest op de Sion
De heer van de machten richt op deze berg voor alle volken een feestmaal aan met uitgelezen gerechten, een feestmaal met belegen wijnen, verrukkelijke, uitgelezen gerechten, belegen, gelouterde wijnen. Op deze berg verscheurt Hij de bedekking die over alle volken ligt, de sluier die alle naties bedekt. De Heer god vernietigt de dood, en veegt de tranen van alle gezichten, op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit: de heer heeft het gezegd! Op die dag zal men zeggen: ‘Dat is onze God.’ Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered. Dat is de heer, op wie wij hoopten; laat ons blij zijn en juichen om de redding die Hij heeft gebracht. Want op deze berg rust de hand van de heer.

Evangelie: Matteüs 22, 1-14

        Gelijkenis van een bruiloftsfeest
Opnieuw sprak Jezus tot hen in gelijkenissen: ‘Met het koninkrijk der hemelen gaat het als met een koning die een bruiloftsfeest gaf voor zijn zoon. Hij stuurde zijn slaven om de gasten te roepen die voor de bruiloft genodigd waren, maar ze wilden niet komen. Hij stuurde weer andere slaven met de opdracht: “Zeg tegen de genodigden: Kijk, ik heb mijn maaltijd bereid, mijn ossen en het mestvee zijn geslacht, en alles staat gereed. Kom naar de bruiloft.”? Maar ze trokken zich er niets van aan en gingen hun eigen weg, de een naar zijn akker, de ander naar zijn handel. De anderen grepen zijn slaven vast, mishandelden en vermoordden hen. De koning werd woedend. Hij stuurde zijn soldaten, liet die moordenaars ombrengen en hun stad in brand steken. Toen zei hij tegen zijn slaven: “Het bruiloftsmaal is klaar, maar de genodigden waren het niet waard. Ga nu dus naar de kruispunten van de wegen, en nodig iedereen die je maar tegenkomt uit voor de bruiloft.”? Die slaven gingen naar de wegen en brachten iedereen mee die ze tegenkwamen, slechten en goeden; en de bruiloftszaal liep vol met gasten. Maar toen de koning binnenkwam en de gasten zag, merkte hij iemand op die geen bruiloftskleding aan had. Hij zei tegen hem: “Vriend, hoe ben je hier binnengekomen zonder bruiloftskleding?”? Hij wist niets te zeggen. Toen zei de koning tegen de dienaren: “Bind hem aan handen en voeten en werp hem in de uiterste duisternis.”? Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars. Immers, velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitgekozen.’

Archief preken