Kies uw kerk

Preek van de week

2022-04-03. Klamp je niet vast aan wat vroeger gebeurd is

Preek 5de zondag in de veertigdagentijd 2019, C

          Eerste lezing: Jesaja 43, 16-21
          
Evangelie: Johannes 8, 1-11

Het verhaal van de vrouw die beschuldigd wordt van overspel is een bekend verhaal. Het is een vrouw met een verleden zoals dat heet. Maar Jezus pint haar daar niet op vast. Hij vraagt niet naar wat er is gebeurd, hij oordeelt niet. Deze vrouw in al haar kwetsbaarheid is vooral een spiegel die hij aan ons voor houdt.
Het is het verhaal van The Voice en van zoveel andere verhalen over ongepast of grensoverschrijdend gedrag. Het is een verhaal van alle tijden.

Die Schriftgeleerden confronteren Jezus met deze vrouw om hem in de val te lokken. Blijkbaar zonder een man mee te brengen die er toch bij betrokken zou moeten zijn. Zijn antwoord is klassiek geworden. ‘Hij die zonder zonden is, werpe de eerste steen’. Elke Schriftgeleerde, elke toehoorder - en dat zijn we op zijn tijd allemaal - kan dat in zijn zak steken.

Jezus gebruikt dit voorval als een spiegel van hoe mensen denken en handelen. Het is gemakkelijk om de beschuldigende vinger te richten op anderen; maar we staan allemaal wel eens met vuile handen. Ik denk dat dit besef heel belangrijk is, wanner we over elkaar oordelen.
Jezus kiest daarom voor barmhartigheid. En barmhartigheid begint bij het besef van je eigen kwetsbaarheid, je onmacht soms. En barmhartigheid betekent ook: elkaar niet het verleden nadragen, maar de kans geven om opnieuw te beginnen.
Het verrassende van Jezus houding is immers, dat hij zegt: en jij? Heb jij geen barmhartigheid nodig? Moet jij ook niet soms een punt zetten achter het verleden?  Is jouw verleden vlekkeloos? Werp dan maar de eerste steen.

Johannes 8, 1-11

Johannes 8, 1-11

Jezus schrijft met zijn vinger in het zand. Er staat niet wat hij schreef. Schreef hij een woord als barmhartigheid? Schreef hij een naam. Mijn naam?
We leven in een gebroken wereld, we zijn er deel van. Niet voor niets beginnen we elke viering met een schuldbelijdenis. Maar daarmee is niet alles gezegd.
In de eerste lezing van Jesaja hoorden we: Klamp je niet vast aan wat vroeger gebeurd is... zie, iets nieuws ga ik beginnen, het is al aan het kiemen... zie je dat niet? Jesaja spreekt deze tekst uit terwijl hij de legers ziet oprukken in Oekraïne en op al die plaatsen waar geweld heerst. Maar ook ziet hij hoe in allerlei landen vluchtelingen worden opgevangen en mensen opkomen voor elkaar.

Die tekst van Jesaja is een schitterende tekst voor iedere gelovige. Want het zou wel eens onze opdracht kunnen zijn als gelovigen om te zoeken naar al die kiemende plantjes, ook bij onszelf. En die zijn er wel, ook in onze gebroken wereld. Heel veel zelfs. Maar zien we ze wel? Ook bij onszelf?
Zie ik ga iets nieuws beginnen. God wil dat wij toegroeien naar die nieuwe schepping, de nieuwe mens, waarvan wij met Pasen de geboorte vieren. Want juist als nieuwe mensen hebben we toekomst in deze gebroken wereld.


          Amen.

Afbeelding: Jezus en de overspelige vrouw

Schilder: Pieter Aertsen (1507/08 - 1575)
          Techniek: Olieverf op paneel
          Afmetingen: 122 ?? 177 cm
          Datum: 1559

          Te bezichtigen in het Das Städel Museum - Kunstmuseum in Frankfurt, Duitsland

Het Bijbelse verhaal van de overspelige vrouw is in de achtergrond van het schilderij geplaatst. De aandacht gaat daardoor vooral uit naar het markttafereel op de voorgrond. Het hoofdthema op de achtergrond plaatsen is meer bekend op werken van Aertsen.
De marktmensen dragen kleding uit de tijd van de schilder Aertsen zelf. Het tafereel vertoont een marktachtige situatie, waar ze van alles verhandelen: groente, fruit, eieren , brood, potten en gevogelte.
Het groepje rond Jezus draagt kleding waarvan men in de 16e eeuw dacht dat de mensen in de het begin van de jaartelling droeg. Een vrouw die van overspel wordt verdacht wordt door joodse Schriftgeleerden voor Jezus gebracht. Nadat hij geantwoord heeft met "wie zonder zonde is, werpe de eerste steen" vertrekken de Schriftgeleerden. De vrouw blijft achter, en Jezus schrijft weer iets in het zand.

Jesaja 43, 16-21

De nieuwe uittocht
Zo spreekt de Heer, die een weg baande door de zee, en in machtige wateren een pad, die wagens en paarden en heel de macht van het leger liet uitrukken: nu liggen zij alsof zij nooit meer opstaan, gedoofd en als een vlaspitje uitgegaan. Gedenk niet langer wat vroeger gebeurd is en geef niet al uw aandacht aan wat eens is geschied; zie, Ik ga iets nieuws maken, het is al aan het kiemen, weet u dat niet? Ik ga een weg leggen in de woestijn, en rivieren in het dorre land. Wilde dieren zullen Mij verheerlijken, jakhalzen en struisvogels; want Ik geef water in de woestijn, rivieren in het dorre land, om mijn uitverkoren volk te laven. Het volk dat Ik voor Mij heb gevormd, zal mijn lof verkondigen.

Johannes 8, 1-11

Een overspelige vrouw
Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgenwas Hij alweer in de tempel en heel het volk stroomde naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Nu kwamen de Schriftgeleerden en de farizeeën aanzetten met een vrouw die betrapt was op echtbreuk. Ze brachten haar voor Hem en zeiden: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op echtbreuk. Mozes heeft ons in de wet voorgeschreven zulke vrouwen te stenigen. Hoe staat U daar tegenover?’ Met deze vraag wilden ze Hem op de proef stellen, om te zien of ze een aanklacht tegen Hem konden indienen. Maar Jezus bukte zich om met zijn vinger op de grond* te schrijven. Toen ze op een antwoord bleven aandringen, keek Hij op en zei: ‘Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als eerste een steen op haar werpen.’ En weer bukte Hij zich om op de grond te schrijven. Zij echter trokken na die woorden weg, de een na de ander, te beginnen met de oudsten, zodat Hij alleen achterbleef met de vrouw daar vóór Hem. Jezus keek op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Nee Heer, niemand’, antwoordde ze. Waarop Jezus zei: ‘Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig vanaf nu niet meer.’

Archief preken