Preek 29ste zondag van het jaar, B
Eerste lezing: Jesaja 53,10-11
Evangelie: Marcus 10,35-45
Luisterend naar de woorden van de eerste lezing, genomen uit de profeet Jesaja, komt bij mij de gedachte naar boven van het lijden dat er onder ons mensen is. Er is veel lijden dat een mens in haar of zijn leven te dragen heeft, voor een korte of lange periode. De Joden hebben naar dit lied van Jesaja geluisterd toen ze in ballingschap waren. Ze hebben er hun eigen lijden en het lijden van de toekomst erin herkend. Kunnen wij ook zo luisteren, en ons eigen lijden herkennen en dat van onze medemens?
In delen van de geschiedenis van ons Christendom hebben geleerden en gelovigen Jezus gezien als de knecht die de weg van het lijden moest gaan. Jezus, trouw aan God, trouw aan de boeken van Mozes, trouw aan zijn volgelingen, trouw aan ons.
Maar ja, als je jong bent van jaren en geest, dan zie je niet dat leiderschap vooral trouw in houd. Trouw aan je opdracht, trouw aan de mens of mensen waarmee je verbonden bent. En verbond dat kan ontstaan uit een Ja-woord, of uit een bisschoppelijke benoeming. Jezus probeert daar de zonen van Zebedeüs, Jacobus en Johannes, de ogen voor te openen. “Weet je werkelijk wel wat je vraagt?”?, vroeg Jezus hen. Ze zeiden dat ze het wisten, maar weten ze het ook?
In zijn leven, als leider van de Jeruzalemgemeente, kwam Jacobus daar snel genoeg achter. Door Herodes Antipas werd hij gevangen genomen, gemarteld en onthoofd. “Kun je de beker drinken die Ik drink?”?, vroeg Jezus hen. Jacobus heeft hem werkelijk leeg gedronken, die beker, tot op de bodem.
Wanneer hebben Jacobus en zijn broer Johannes de dwaasheid van hun vraag ingezien? Was dat op Goede Vrijdag toen ze Jezus zagen hangen met een misdadiger aan zijn linker- en rechterkant?
Maar vrijheid moet vaak duur betaald worden, ook in onze tijd. We weten wat er met ons gebeurt als we niet streven naar de beste plaats, de hoogste positie, het grootste inkomen. Je telt niet, je doet niet mee, je wordt over het hoofd gezien, door hen…!
Vrijheid, werkelijk vrij zijn betekent in ons geloof niet krampachtig vasthouden en nastreven naar ereplaatsen, rijkdom en macht. Maar vrij zijn in tijd en aandacht voor je naaste, waarmee je verbonden bent door een familie- of vriendenband. Tijd en aandacht geven aan jezelf, komen tot een stukje bewustwording, een beetje verdieping in het leven. Zo leef je bewust, gaat er weinig langs je heen en ervaar je dat werkelijk vrij zijn betekent, dichter komen bij de bron van je leven. Daar ligt ook de bron van bevrijding en je los voelen van alles wat een mens kan beknellen. Dat kun je alleen ervaren als je het aan durft de beker van je leven te drinken, en zoals Jezus het vraagt: tot de laatste druppel!
Amen
De dienaar van de Heer
Maar het heeft de Heer behaagd hem ziek te maken en te breken. Waarlijk, hij heeft zichzelf tot een zoenoffer gemaakt hij zal zijn nakomelingen mogen zien, en lang blijven leven; en wat de Heer behaagt zal door zijn hand slagen. Vanwege het doorstane lijden zal hij het licht mogen zien en met kennis verzadigd worden. Mijn dienstknecht zal zich een rechtvaardige tonen voor velen, hun zonden laadt hij op zich.
Marcus 10, 35-45
Onderricht aan de twaalf apart
Hij ging zitten, riep de twaalf en zei hun: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen zijn en de dienaar van allen.’ Hij haalde er een kind bij, zette het in hun midden, sloeg er zijn armen omheen en zei tegen hen: ‘Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.’ Johannes zei tegen Hem: ‘Meester, we hebben iemand in uw naam demonen zien uitdrijven, en wij hebben hem tegengehouden, omdat hij geen volgeling van ons was.’ Maar Jezus zei: ‘Houd hem niet tegen, want iemand die in mijn naam een machtige daad verricht, zal niet gauw kwaad van Me spreken. Immers, wie niet tegen ons is, is vóór ons. Want als iemand je een beker water geeft omdat jullie van Christus zijn, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan. Wie één van deze kleinen die op Mij vertrouwen ten val brengt, kan beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden. Als je hand je ten val brengt, hak haar dan af; je kunt beter verminkt het leven ingaan dan met twee handen in de hel verdwijnen, in het onblusbaar vuur. Als je voet je ten val brengt, hak hem dan af; je kunt beter kreupel het leven ingaan dan met twee voeten in de hel gegooid worden.
De Digidulfke uitgave oktober 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal
75 Jaar H. Antoniuskerk én 60 jaar Lidwinakoor
Goede Doelen Week / Vastenactie