28ste zondag door het jaar, C
Eerste lezing: 2 Koningen 5, 14-17
Evangelie: Lucas 17, 11,19
Tien melaatsen worden er genezen. Slechts één daarvan keert dankbaar terug. Negen laten niets meer van zich horen.
In feite is er hier iets verkeerd gegaan. Wanneer Jezus blinden doet zien en lammen laat lopen, zelfs wanneer Hij doden tot leven wekt, staan alleen de toeschouwers versteld en verwonderd. Zij blijven met de vraag zitten: “Wie is Hij toch, dat Hij zulke wonderen doet?”
Alleen hier, alleen bij dit wonder is het andersom. Hier blijft Jezus versteld en verwonderd staan. Hier blijft Hij met vragen achter: ”Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen? Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?”
Gaat het hier dan niet om twéé ziekten? In plaats van één? Melaatsheid en ondankbaarheid? Het ene nog erger dan het andere
Lucas 17, 11-19
Wij beschouwen melaatsheid als de ergste, want zij ontluistert en vernietigt het lichaam. Ze takelt de mensen af. Maar deze ziekte is vandaag de dag gelukkig te genezen.
Tegen ondankbaarheid echter is geen enkel kruid gewassen. Ze ontluistert en vernietigt langzaam ons hart. Ondankbaarheid komt hier bij ons maar al te vaak voor. Meer dan negen kansen op de tien, lijden wij er zelf óók aan.
De meeste dingen in ons leven vinden we al zo vanzelfsprekend dat we nergens nog verwonderd of dankbaar om kunnen zijn. Denken we aan: ‘we komen uit een goed gezin; we hebben kinderen om van te houden; er is een gedekte tafel en een huis om in te wonen. We voelen ons gezond; we hoeven geen genegenheid of geborgenheid te ontberen; we hebben het goed, we kopen wat we willen, enz.’
Er is helaas veel onvrede onder de Nederlandse bevolking. Van jaren ongeremd genieten, doen waar jij zin in hebt, zonder rekening te hoeven houden met een ander, lijkt voorbij. We krijgen de rekening gepresenteerd van te lang boven onze stand te hebben geleefd. Velen kunnen en willen dit helaas niet inzien. In plaats van het boetekleed aan te trekken, zien ze zichzelf en gedragen ze zich als slachtoffers. Ze willen blijvend meer van hetzelfde, want ze hebben daar recht op, zo menen ze.
Om te besluiten. Zoals in de tijd van Elia en Jezus, zijn er ook nu mensen die tot inzicht komen. Ze willen anders gaan denken en leven. Net als Naäman en de melaatse dankzeggen om het bijzondere dat ze gekregen hebben. Het leven, de aarde, hun medemens. Laten wij hier als wij samenkomen deze wondere daden van God gedenken en onze levensroeping in gedachtenis houden: Dankbaar leven met elkaar.
Amen
Door: Gebhard Fugel (1863 - 1939)
Datum schilderij: ca. 1920
Locatie: Diözesanmuseum Freising, Duitsland
Op 2 oktober 2022 heropende het Freising Diöcesan Museum zijn deuren na negen jaar sluiting en vier jaar bouwen. Het opgeknapte pand aan de Domberg presenteert zich zowel van binnen als van buiten in een nieuwe gedaante en wil haar bezoekers in de toekomst graag weer inspireren met kunst- en cultuurhistorische tentoonstellingen op het gebied van geloof, kunst en samenleving.
De genezing van Naäman
Toen ging de Syriër Naäman naar de Jordaan en dompelde zich zevenmaal onder zoals de man van God gezegd had. Zijn huid werd weer als die van een klein kind en hij was gereinigd. Hij keerde met heel zijn gevolg naar de man van God terug, trad het huis binnen, ging voor hem staan en zei: ‘Nu weet ik dat er alleen in Israël een God is en nergens anders op aarde. Aanvaard daarom een huldeblijk van uw dienaar.’ Maar Elisa antwoordde: ‘Zowaar de Heer, die ik dien, leeft, ik neem niets van u aan.’ En hoewel Naäman er bij hem op aandrong iets aan te nemen, bleef hij weigeren. Toen zei Naäman: ‘Geef uw dienaar dan tenminste een last aarde, zoveel als een koppel muildieren dragen kan, want uw dienaar wil aan geen andere goden brand- of slachtoffers meer opdragen dan aan de Heer.
Reiniging van tien melaatsen
Op zijn reis naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen Hij een dorp inging, kwamen Hem tien melaatsen tegemoet. Ze bleven op een afstand staan en riepen luidkeels: ‘Jezus, Meester, heb medelijden met ons.’ Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Onderweg werden ze gereinigd. Een van hen kwam terug toen hij zag dat hij genezen was, en met luide stem verheerlijkte hij God. Hij wierp zich aan Jezus’ voeten en bedankte Hem. Dit was een Samaritaan. Jezus zei daarop: ‘Er zijn er toch tien gereinigd! Waar blijven de negen anderen? Is er niemand teruggekomen om God eer te brengen, alleen deze vreemdeling?’ En Hij zei tegen hem: ‘Sta op en ga weer; uw vertrouwen is uw redding.’
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal