Paaszondag 2019, C
Eerste lezing: Handelingen der apostelen 10, 34a. 37-43
Tweede lezing: Brief van Paulus aan de Kolossenzen 3, 1-4
Evangelie: Johannes 20, 1-9
In de verhalen over de verrijzenis van Jezus valt één ding met name op: de verrijzenis of opstanding van Jezus zelf wordt nergens beschreven. Zij onttrok zich aan de waarneming van de vrouwen en de leerlingen. Niemand heeft het gezien. Er is geen enkele ooggetuige. Wat wel gezien is, zijn niet mis te verstane tekenen, die de leerlingen en de vrouwen uit hun aanvankelijke ontreddering tot het geloof brachten: dat Jezus niet dood was maar leeft!
Hun groeiend geloof vinden we terug in de verhalen die zij nalieten. Zoals vandaag over de paniek en verontrusting bij Maria Magdalena, toen zij bij het graf gekomen de steen van de opening zag weggerold. Zij zag en zag niet wat het kon betekenen. Zij zag slechts een leeg graf. Ook Petrus zag wat Maria Magdalena zag: niet meer dan de linnendoeken en de zweetdoek. Tenslotte zag de andere leerling. Hij zag en geloofde. Het lege graf, de doeken, zij hadden voor hem een betekenis, nog niet helder wellicht, maar er was meer dan wat zijn ogen waarnamen.
Uiteindelijk zijn het dé tekenen die hun werk zullen gaan doen, geloof en hoop wekken. Dit gebeurde op de eerste dag na de sabbat, zo staat er letterlijk. De dag waarop God rustte van zijn scheppingswerk. Zo vermeld roept het verhaal de herinnering op aan de eerste dag waarop God de schepping begon en het eerste woord sprak: “Licht”. Het is alsof God vandaag een nieuwe schepping begonnen is en aan mens en wereld opnieuw zijn ‘Licht’ geeft: Jezus de Verrezene.
Johannes 20, 1-09
Maar wat is dan dat Licht en het inzicht dat de jonge leerling had bij het graf? Een poging. Het lege graf is een teken voor hen toen, maar ook voor ons nu: God wil het donker en de dood niet. Voor zijn Zoon niet, voor ons niet. Dat houdt een opdracht in, een scheppingsopdracht voor ons allen. Wie in God gelooft, moet een mens zijn in wie de kracht van het leven zoals God het wil, zichtbaar wordt. Want als mensen willen weten wat verrijzenis uit de dood is, dan moeten zij dat kunnen aflezen aan de mensen die in God geloven, aan ons, die de opstanding uit de dood laten zien, in ons eigen leven en met onze eigen woorden.
Pasen 2022
Zoals de leerlingen tekenen nodig hadden om tot geloof te komen, zo hebben wij ook tekenen nodig om te groeien in het geloof in de Verrezene. Daarom zijn wij geroepen voor elkaar tekenen van de Heer te zijn. Geloven in de opstanding uit de dood, is opstand tegen alles wat mensen ten onrechte en uit boos opzet dood en begraven houdt. Pasen heeft alles te maken met mensen, die hardnekkig vasthouden aan het geloof dat aan wat 'dood' heet, het kwaad dat mensen kwelt, nooit het laatste woord gegeven mag worden. Ook in Oekraïne niet!
Om te besluiten. Is er iets, dat ons meer motiveren kan dan deze boodschap om ons geloven niet slechts te laten bij het woordelijk belijden. Laten we ze ook activeren in daden van goedheid en zorg, in daden die bijdragen aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde? Is er iets, dat ons meer aan elkaar binden kan, dan deze opdracht? Hoe anders kan de wereld van deze boodschap overtuigd raken, als wij niet samen in woord en daad leven in het Licht van Jezus?
Ik wens u allen een Zalig Paasfeest.
Techniek: Olieverf op paneel
Afmetingen: 233 cm x 165 cm
Datum: 1499
door: Pietro Perugino (ca. 1446/1450 - 1523) Italie
Te bewonderen in het: Pinacoteca Vaticana, Rome
Het werk volgt de typische regeling van Perugino's kunst. De goddelijkheid, in het geval de opgestane Jezus wordt afgebeeld in een mandorla geplaatst in het bovenste deel van het schilderij, daarnaast de engelen. Het onderste deel toont, een landschap op de achtergrond, de open sarcofaag en vier Romeinse soldaten, van wie er drie slapen en een gewekt door het wonder.
De figuur van Christus, met het symbool van de opstanding, de vlag, heeft de typische harmonie en zachtheid van de volwassen werken van Perugino, met een gedetailleerdheid van de borst en een lichte draperie met diepe plooien.
De twee engelen bij zijn kanten zijn symmetrisch.
De sarcofaag heeft een goed geschilderde deksel volgens geometrische perspectief. De soldaten zijn ook geschilderd met aandacht voor details, zie hiervoor de grillige kam van de soldatenhelm linksonder.
Petrus bij Cornelius in Caesarea
Petrus opende zijn mond en zei:
’U weet wat er gebeurd is in heel het Joodse land, het eerst in Galilea, na de doop die Johannes verkondigde: dat God Jezus uit Nazaret zalfde met heilige Geest en kracht; Hij trok weldoende rond en genas allen die in de macht waren van de duivel, want God was met Hem. En wij zijn de getuigen van alles wat Hij gedaan heeft in het land van de Joden en in Jeruzalem. Zij hebben Hem gedood door Hem aan een kruis te slaan. Maar God heeft Hem opgewekt op de derde dag en Hem laten verschijnen, niet aan heel het volk, maar aan de getuigen die tevoren door God waren aangewezen, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben na zijn opstanding uit de doden. Hij gebood ons tot het volk te prediken en te getuigen dat Hij het is die door God is aangesteld tot rechter van levenden en doden. Van Hem getuigen alle profeten dat ieder die in Hem gelooft, door zijn naam vergeving van zonden verkrijgt.’
Als u nu met Christus ten leven bent gewekt, zoek dan ook wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand van God. Zet uw zinnen op wat boven is, niet op het aardse. U bent immers gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus, die uw leven is, verschijnt, zult ook u met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Jezus’ leerlingen bij het lege graf
Op de eerste dag van de week ging Maria van Magdala, in alle vroegte, terwijl het nog donker was, naar het graf en zag dat de steen voor de opening van het graf was weggehaald. IJlings liep ze naar Simon Petrus en de andere leerling, die van wie Jezus hield. ‘Ze hebben de Heer uit het graf gehaald’, zei ze. ‘Wisten we maar waar ze Hem hebben neergelegd!’ Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. IJlings liepen de twee er samen naartoe, maar de andere leerling liep harder dan Petrus en kwam het eerst bij het graf aan. Hij wierp er een blik in en zag dat de linnen doeken er nog lagen. Maar hij ging niet naar binnen. Toen kwam ook Simon Petrus, na hem, bij het graf aan en ging meteen naar binnen. Hij zag hoe de doeken er nog lagen, maar ook hoe de doek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de andere doeken lag: hij was opgerold en lag helemaal apart. Toen pas ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen. Hij zag en kwam tot geloof. Ze wisten toen nog niet wat de Schrift zei: dat Hij uit de doden móést opstaan.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal