Kies uw kerk

Preek van de week

2019-12-26. De herder.

        Overweging, Heilige Stephanus, A

Eerste lezing: Handelingen 6, 8:10 & 7, 54-60

Evangelie: Mattheus 10, 17-22

In het verhaal van Lucas zijn het de herders die Jezus als eerste opzoeken. Lucas wil duidelijk maken dat Jezus het vooral opnam voor mensen aan de zijkant van de maatschappij. Mensen die geen invloed lijken te hebben aan de belangrijke ontwikkelingen, maar gewoon hun werk doen. In die zin brengt Jezus dus echt verandering in de heersende orde. Misschien werd hij daarom wel door de machthebbers zo verafschuwd.

Paus Franciscus vereenzelvigd zich ook graag met een herder. Niet dat hij de kudde een kant op dirigeert omdat hij wel weet wat goed is, nee hij loopt achter de kudde om te zorgen dat niemand verloren raakt.
Zijn kerstspeech stond ook in het teken van verandering:

Volgens hem zijn de christenen vandaag de dag niet meer de enigen die cultuur creëren, noch staan wij op de voorgrond of zijn we degenen naar wie het meest geluisterd wordt.
“Geloof wordt vaak verworpen, weggehoond, gemarginaliseerd en belachelijk gemaakt.”?
Volgens de Argentijnse paus zijn er nieuwe manieren nodig om ons geloof vorm te geven. Het grootste obstakel voor adequate verandering is starheid, zei Franciscus. “Starheid voortgekomen uit angst voor verandering leidt tot het optrekken van omheiningen en hindernissen op het terrein van het algemeen welzijn”?. Dat wordt daardoor een mijnenveld van onbegrip en haat. We moeten beseffen dat achter elke vorm van starheid een zekere onevenwichtigheid schuilgaat.

Heilige Lucy voor de Rechter

Heilige Lucy voor de Rechter

De herder staat zeker niet voor starheid. De herders van toen waren niet in de positie om star te zijn en vast te houden aan wat ze hadden. Ze hadden nauwelijks iets en hun zorg was vooral om te zorgen dat geen schaap verloren liep.
Laten we die gedachte vandaag meenemen uit deze tweede kerstdag: Starheid leidt tot niets, ook niet in de kerk, laten we veranderingen onder ogen zien, het goede blijven zoeken en niemand, wie het ook is verloren laten lopen.
 

Voor u allen een zalige kerst toegewenst.

Afbeelding: Heilige Lucy voor de Rechter (1532)

        Schilder: Lorenzo Lotto (circa. 1480 - 1556)

Techniek: Olie op hout

Afmeting: 243 ?? 237 cm

Te bezichtigen in paleis: Palazzo Pianetti, Jesi, Italië


Oorspronkelijk een altaar schildering. Sint Lucia voor de rechter Paschasius. De soldaten proberen haar af te voeren maar de heilige blijkt onbeweegbaar.

Omdat zij als christenvrouw weigerde te offeren aan de Romeinse goden, werd zij voor de rechter geleid die haar tot zogenaamd betere gedachten moest brengen. Maar zij bleef trouw aan haar liefde voor Christus. In de legende wordt dat aangeduid met de woorden ‘maagdelijkheid’, ‘kuisheid’ en ‘reinheid’: zuiver en alleen gericht zijn op de heiligste dingen van God in je leven en je niet laten bezoedelen door onwaardige compromissen of chantage. Wie zo leven worden ‘hoerenzonen genoemd’.
Volgens de legende zei ze tegen haar rechter: ‘Ik ben een maagd van God. Tot zijn leerlingen zei Hij: Als je voor koningen en rechters komt te staan, zit er dan niet over in wat je moet zeggen of antwoorden. Want eigenlijk ben jij het niet die spreekt, maar de Geest van de Vader in de hemel is het die door jou spreekt.’
Waarop de rechter zei: ‘Het is dus de Heilige Schrift die in je is?
Lucia antwoordde: ‘Wie kuis en rein leeft, is een tempel van de Heilige Geest.
Toen zei de rechter: ‘Nou, dan laat ik je naar de tempel van de publieke vrouwen brengen. Daar zul je je kuisheid verliezen; dan zal die Heilige Geest vanzelf wel verdwijnen.
Toen liet de rechter hoerenknechten roepen en sprak tot hen: ‘Ga erop uit en nodig iedereen uit zich aan haar lichaam te verlustigen tot men haar dood aantreft.’ Maar toen die boosaardige knapen Sint Lucia naar dat zondenbedrijf wilden brengen, werd de heilige maagd krachtens de Heilige Geest zo zwaar dat men haar niet van haar plaats kon krijgen. Toen beval de rechter dat er duizend kerels bij gehaald moesten worden, en dat zij aan handen en voeten gebonden moest worden. Maar ook zij speelden het niet klaar beweging in haar te krijgen. Toen liet hij naast die duizend man ook nog een paar koppels ossen voor haar spannen, maar de maagd bleef onverzettelijk. Hij liet er tovenaars bijhalen met de bedoeling dat zij met hun bezweringen haar van haar plaats zouden krijgen, maar er gebeurde niets. Toen riep de rechter uit: ‘Wat is dat voor tovenarij dat zelfs duizend man niet in staat zijn beweging te krijgen in één maagd?’ Waarop Lucia zei: ‘Dat is geen tovenarij. Het is Gods kracht. Want weet wel: al deed u er nog eens duizend man bij: ze zouden mij niet van mijn plaats krijgen.

Handelingen 6, 8-10 & 7, 54-60

        Stephanus aangeklaagd
In die dagen deed Stephanus, vol van genade en kracht, grote wondertekenen onder het volk. Sommige leden echter van de zogenaamde synagoge der Vrijgelatenen, Cyreneeërs en Alexandrijnen en sommige mensen uit Cilicië en Asia begonnen met Stephanus te redetwisten, maar zij konden niet op tegen de wijsheid en tegen de geest waarmee hij sprak.

 

Stephanus vermoord en de Jeruzalemse gemeente vervolgd
Zij werden woedend en ze knarsetandden tegen hem. Maar Stephanus, vervuld van de heilige Geest, staarde naar de hemel en zag Gods heerlijkheid en Jezus, staande aan Gods rechterhand; en hij riep uit: 'Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand'. Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als één man op hem af. Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem. De getuigen legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman die Saulus heette. Terwijl zij Stephanus stenigden, bad hij: 'Heer Jezus, ontvang mijn geest'. Toen viel hij op zijn knieën en riep met luide stem: 'Heer, reken hun deze zonde niet aan’. Na deze woorden ontsliep hij.

Evangelie: Mattheus 10, 17-22

        Zending van de twaalf
In die tijd zei Jezus tot de twaalf: 'Neemt u in acht voor de mensen. Zij zullen u overleveren aan de rechtbanken en u geselen in hun synagogen. Gij zult voor stadhouders en koningen gebracht worden omwille van Mij, om zo ten overstaan van hen en de heidenen getuigenis af te leggen. Maakt u echter, wanneer men u overlevert, niet bezorgd over het hoe of wat van uw spreken: op dat ogenblik zal u worden ingegeven wat gij moet zeggen. Want niet gij zijt het die spreekt, maar door u spreekt dan de Geest van uw Vader. De ene broer zal de andere aan de dood overleveren, en een vader zijn kind; de kinderen zullen opstaan tegen hun ouders en hen ter dood doen brengen. Ge zult een voorwerp van haat zijn voor allen, omwille van mijn naam. Wie echter ten einde toe volhardt, zal gered worden'.

Archief preken