Preek Kerstmis, A
Eerste lezing: Jesaja 52, 7-10
Evangelie: Johannes 1, 1-18
Vandaag gaat het in het evangelie om het ‘woord’! Maar waarom? Omdat woorden kunnen helen en kapotmaken. Ze kunnen afbreken en opbouwen, troost geven en verdrietig maken. Ze kunnen inspireren en depressief maken. Maar weet u wat het ergste is? Het is ook mogelijk dat er geen woorden zijn, er geen woord tot jou gericht wordt. Dat er gedaan wordt of je lucht bent. Wat doe je? Je probeert te laten merken dat je er bent. Maar mensen om je heen kijken je niet eens aan, laat staan dat ze je bij hun gesprek betrekken.
In mijn leven heb ik geleerd dat woorden, dat het spreken, scheppend kan zijn. Als je niet wordt aangesproken besta je niet. En omgekeerd: als je wordt aangesproken of er wordt naar je geluisterd, dan ben je, ontsta je, word je geschapen. Anderen kunnen de vreselijkste dingen tegen je zeggen, je beledigen, kwetsen, pijn doen, maar dat alles is beter dan dat er gedaan wordt alsof je lucht bent. Dat anderen je pijn doen betekent in elk geval dat je bestaat en dat je bestaan wordt erkend.
Daarom kunnen we begrijpen dat het leidend beginsel van alles -wat de Bijbel aangeeft met ‘in den beginne’- het woord, het spreken is. Spreken is scheppend, doet je ontstaan, maakt je tot een persoon, maakt je tot een ‘ik’. We worden gedragen door het spreken. De stilte dient dan om beter te kunnen luisteren naar het spreken en om weer beter te spreken.
Zo liggen de Woorden van God niet vast in een boek, in de Bijbel, of in een oud of nieuw wetenschappelijk werk. Het spreken van God, het Woord van God, is nu aanwezig in elk levend mens, in ons dus.
Mogen we elkaar verlokken elkaar aan te spreken, maar ook vreemden aan te spreken, mensen voor wie we misschien bang zijn omdat ze anders zijn.
Johannes 1, 1-18
Om over na te denken. Mogen we elkaar opbouwende, helende, troostende woorden zeggen, die tot leven wekken en als nieuwe mensen in de geest van Jezus geboren doen worden. Mogen we zelf zulke woorden ontvangen, zodat we leven met de energie van kleine kinderen en met de wijsheid van volwassenen. Moge ons spreken vrede en gerechtigheid brengen deze kerstmis, elke dag van het komende jaar, thuis en in de grote wereld.
Zalig kerstfeest.
Locatie: Geboortekerk, bethlehem, Israel
De vreugdebode
Hoe welkom zijn, op de bergen, de voeten van de vreugdebode die vrede meldt, van de vreugdebode met goed nieuws, die een boodschap van heil laat horen en tegen Sion zegt: ‘Uw God is koning!’ Luister! Uw torenwachters verheffen hun stem en jubelen eensgezind, want zij zien met eigen ogen hoe de Heer naar Sion terugkeert. Jubel en juich, allen tezamen, puinhopen van Jeruzalem; want de Heer heeft zijn volk bemoedigd, Hij heeft Jeruzalem verlost. De Heer toont zijn heilige arm aan de ogen van alle volken, en de verste hoeken van de aarde hebben het heil gezien dat van onze God komt.
Het getuigenis van Johannes
In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en buiten Hem om is er niets ontstaan. Wat ontstaan was, had leven in Hem, en het leven was het licht van de mensen. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan. Er is een mens geweest, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Hij kwam als getuige: hij moest getuigen van het licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. Hij was niet het licht, hij moest getuigen van het licht. Het ware licht was er, dat elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen. Aan diegenen die Hem toch opnamen, heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God: aan hen die geloven in zijn naam. Niet langs de weg van het bloed, niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven, maar uit God zijn ze geboren. Ja, het woord is vlees geworden! Hij is onder ons zijn tent komen opslaan en we hebben zijn heerlijkheid gezien, de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende, vervuld als Hij was van genade en waarheid. Van Hem legt Johannes getuigenis af en zijn verklaring luidt: ‘Hem bedoelde ik toen ik zei: “Hij die na mij komt, is mijn meerdere, want vóór mij was Hij er al.”? ’ Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade. Want is de wet gegeven door Mozes, de genade en de waarheid zijn gebracht door Jezus Christus. Niemand heeft God ooit gezien, maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader, Hij heeft Hem doen kennen.
De Digidulfke uitgave oktober 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal
75 Jaar H. Antoniuskerk én 60 jaar Lidwinakoor
Goede Doelen Week / Vastenactie