Preek Kerstnachtmis, C
Eerste lezing: Jesaja 9, 1-3. 5-6
Evangelie: Lucas 2, 1-14
Het valt niet mee om ’s nachts te waken zoals de herders in de velden bij Bethlehem. Het valt niet mee om de wacht te houden op al die duistere plekken van onze wereld waar krijgsheren en politieke leiders zich het aureool aanmeten van keizer Augustus. Het valt niet mee om te waken bij een zieke, bij iemand die stervende is. De nacht kan dan lang zijn.
Met de zee van lichtjes in onze huizen en straten willen we in deze donkere dagen - zo lijkt het - daar een tegenwicht aan bieden. We zijn op zoek naar warmte, huiselijkheid, vrede in onze harten, een veilige wereld.
Het kind van Bethlehem is geboren tijdens een volkstelling. Maria en Jozef gingen op pad op bevel van de keizer. Gelukkig telden ze nog mee zou je kunnen denken. Maar eigenlijk niet, want wie ben je in onze wereld als je geen veilig paspoort hebt of creditkaart. En het kind had naamloos moeten verdwijnen in de grote geschiedenis, waar mensen van naam zoals keizer Augustus, Trump, Marcron en Poetin de lijnen uitzetten. Het had zoals al die anderen die het slachtoffer zijn van macht en willekeur er het zwijgen toe moeten doen. Het had een van de velen moeten zijn die slechts tellen voor zover ze passen in het spel van koningen en keizers, van harde valuta en scherpe bezuinigingen.
Maar gelukkig waren er herders in die streek, mensen die waakzaam zijn juist als de duisternis om zich heen grijpt, mensen die op zoek gaan naar dat kind waar God zelf zijn naam aan durft te verbinden. En die niet zwijgen.
Lucas 02, 01-05
Het kerstverhaal is een heel uitdagend verhaal. Want als we eerlijk zijn past het kind in de kribbe niet in de successtory van onze westerse liberale samenleving. In de feestelijk verlichte straten en overvolle winkels horen we hoe men het kerstverhaal van zijn angel ontdoet en als vals sentiment te koop aanbiedt. En men overstemt de gevoelens van eenzaamheid en onmacht, die leven bij de man en de vrouw die met zichzelf geen raad weet.
Het kerstverhaal is heel uitdagend. Want: Vrede op aarde is ook dit jaar zoals zo vaak doordrenkt met het bloed van talloze slachtoffers ondanks de vredesboodschappen van de wereldleiders. Engelenkoren worden ingehuurd om luidkeels het goede nieuws van onze verblindende welvaart te verkondigen alsof daarmee de duisternis boven Jemen, Gaza en zoveel andere plaatsen kan worden verzacht.
Gelukkig zijn er herders in die streek. Gelukkig zijn er steeds opnieuw weer mensen die waken wanneer de nacht over onze wereld valt. Mensen die een fakkel voor de vrede ontsteken, mensen die het lied van de engelen horen en die op zoek gaan naar het kind in de kribbe, voor wie elk mensenkind telt, elk mensenkind in wie God welbehagen heeft.
Gelukkig waren er herders in die streek.
Hopelijk hebben we zelf in het afgelopen jaar ook ervaren dat er herders zijn in onze omgeving. Herders die waakzaam zijn en zien wanneer het niet goed gaat met ons. Herders in onze kring van vrienden, familie. Of misschien ben je zelf zo’n herder geweest.
Want al wordt onze wereld geregeerd door keizer Augustus, het zijn mensen als u en ik die deze wereld bewoonbaar maken. Tot een plaats waar elk kind waar ook geboren, zelfs in een stal in Jemen of Afghanistan welkom is.
Gelukkig waren er herders in de buurt.
In deze kerstnacht mogen wij ons bij hen aansluiten en neerknielen bij dat kind, naamloos nog, maar aan wie God zijn naam verbonden heeft.
Ik wens u een zalig kerstfeest.
Schilder: Pieter Bruegel de oude (ca 1530 - 1569)
Techniek: Olie op paneel
Afmetingen: 116 ?? 164.5 cm
Datum: ca. 1566
Te bezichtigen in: Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
We bevinden ons te Bethlehem met links het huis waar de mensen samendrommen, het inschrijfkantoor voor de volkstelling. In de verte aan de overkant van de rivier, een kerkje. Op het overgrote vlak speelt zich het leven van de mensen af die met van alles bezig zijn.
Gevolg van de compositie is wel dat het heilsgebeuren zich volkomen onopgemerkt afspeelt in de marge van het gewone leven. Onopvallend naderen Jozef en Maria het kantoor; zij zijn herkenbaar aan het feit dat zij op een ezeltje zit, en hij een os aan een touw meevoert. Ook de andere duidelijke verwijzing naar God, het kerkje, staat niet in het centrum, maar terzijde, ver weg en slechts een enkeling, gaat er naar binnen, schijnt het.
Aan deze kant van de rivier, enigszins op de achtergrond, een herberg, herkenbaar aan het uithangbord aan de boom. Daar zal straks geen plaats meer zijn voor Jozef en Maria.
Gods opgeheven hand
Het volk dat ronddwaalt in het donker, ziet een helder licht. Over hen die wonen in een land vol duisternis gaat een stralend licht op. Uitbundig laat U hen juichen en U overstelpt hen met vreugde; zij verheugen zich voor uw aanschijn zoals er vreugde is bij de oogst en gejuich bij het verdelen van de buit. Want het drukkende juk, de stang op hun schouders, de stok van de drijver, U breekt ze stuk als op de dag van Midjan.
Want een kind wordt geboren, een zoon wordt ons gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem wonder van beleid, goddelijke held, vader voor eeuwig, vredevorst. Groot is de macht en eindeloos de vrede voor de troon van David, voor zijn koninkrijk; hij zal het stichten en onderhouden door recht en gerechtigheid vanaf nu en voor altijd. De geestdriftige liefde van de Heer van de machten zal dit teweegbrengen.
Geboorte van Jezus
In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazareth in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was. Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’
Alpha-cursus september
De 2de Digidulfke uitgave september 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal
75 Jaar H. Antoniuskerk én 60 jaar Lidwinakoor