Preek 21ste zondag van het jaar, A
Eerste lezing: Jesaja 22, 19-23
Evangelie: Matteüs 16, 13-20
Een volk, dat onderdrukt en vernederd wordt, roept om een bevrijder, zo leert ons telkens weer door de eeuwen heen de geschiedenis. In een heel ver verleden werd het volk van Israël in Egypte onderdrukt en riep het God aan om hen te bevrijden uit hun ellende en nood. En God zei: "Ik heb gezien de ellende van mijn volk, hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord.” Dat bevrijding op handen is, zit in het collectieve geheugen van het volk van Israël.
Onderdrukking is van alle tijden. Vaak zie je dat degenen die eerst onderdrukt werden, nu de grote onderdrukkers zijn. In de eerste lezing maakten we kort kennis met wat God doet met onderdrukkers. Hij verjaagt ze van hun post en stoot ze van hun ambt. Dan zet God zelf een leider neer naar zijn hart en geweten. Die nieuwe wereldleider wordt vandaag aan ons voorgesteld: Jezus de Christus!
Een nieuwe leider moet wel erkend, herkend en aanvaard worden. De verwachting van de komst van een nieuwe leider en bevrijder, was heel sterk in die dagen van Jezus. Vandaag zien we dat gebeuren. “Wie zeggen jullie dat Ik ben?”, is de vraag van Jezus aan zijn leerlingen, maar ook aan ons.
Net als in Jezus' tijd houden mensen zich steeds bezig met de vraag: Wie is die Jezus toch? Zijn woorden en optreden maakt mensen nieuwsgierig. Jong en oud, gelovig of niet, stellen zich die vraag, zoeken een antwoord. Je hoort mensen zeggen: Hij is een idealist, een wonderdoener, partijganger van de armen, een dromer, een visionair, een fantast. Maar een Messias, een gezondene van God, de Zoon van God? Tot zo'n belijdenis kun je alleen maar komen als je Hem volgt, als je je laat leiden door zijn Woord; als zijn Blijde Boodschap je heilig is.
Mattheus 16, 13-20
Zoals Simon Petrus en de andere apostelen, en zoveel gelovigen deden in de loop van 20 eeuwen; velen zelfs met prijsgeven van hun leven. Alleen die in Hem geloven, op Hem vertrouwen, op Hem bouwen kunnen van harte belijden, dat Jezus de Messias is, de Zoon van God.
“Zalig ben je Petrus; op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen.” Waarom hecht Jezus zoveel waarde aan deze belijdenis? Het staat zo vast als een rots; het is je houvast; je bezwijkt niet, als je eraan vasthoudt ook in moeilijke zware tijden. Het is je licht in de duisternis, je hoop in alle wanhoop; het is je troost door je tranen, verdriet en pijn heen. Je gelooft in een toekomst die staat of valt met deze belijdenis. Het doet je gaan en staan met het vertrouwen: God is met me!
Om te besluiten. Wat Jezus voor ons tot Messias, de Christus, maakt, is dat wij in Hem mogen zien, dat God niet op afstand staat. Mens en wereld, ieders lot, gaat God zeer aan het hart. Een Kerk, die deze belijdenis loslaat, is geen Kerk meer. Hooguit een sociale instelling, die wellicht veel goed doet, maar op andere gronden en overwegingen, dan deze belijdenis. Wij die die Kerk zijn, leven vanuit de overtuiging Gods Rijk nabij te brengen. We handelen vanuit de opdracht vrede en gerechtigheid te brengen als volgeling van Jezus, die ons daarin is voorgegaan.
Amen
Door: Arnolfo di Cambio ( 1232 -ca 1302)
Datum: 1300
Te bezichtigen in: Sint Pietersbasiliek in Rome
Het standbeeld van de Heilige Petrus. Het standbeeld staat rechts in het Middenschip achter het baldakijn die links van de apsis ligt in de Sint Pietersbasiliek in Rome. De uitgestoken rechtervoet is bijna verwijderd door de vele pelgrims die het in hommage kussen.
Het beroemde bronzen standbeeld van Heilige Petrus in de basiliek van deze apostel in Rome wordt door sommigen als een werk van de vijfde of zesde eeuw beschouwd, door anderen op de dertiende eeuw. Er wordt gezegd dat het gebaseerd is op een antiek beeld van een filosoof dat stond in het Atrium van de Oude St. Peter's. Het standbeeld van de Heilige Petrus werd waarschijnlijk gemaakt door Arnolfo di Cambio in het jaar 1300. Arnolfo di Cambio was een beeldhouwer en architect die in Rome en Florence werkte. Hij leefde van 1265 tot 1302. Er is veel gedebatteerd over de datering van het standbeeld. De datum word nu toegeschreven aan het waarschijnlijkste jaar 1300, toen Bruno Bearzi in 1957 de brons legering analyseerde en dateerde.
Tegen sebna
Ik verdrijf u uit uw ambt, Ik vaag u weg van uw plaats. Op die dag ontbied Ik mijn dienaar Eljakim, de zoon van Chilkia. Ik doe hem uw ambtsgewaad aan, Ik doe hem uw gordel om, Ik bekleed hem met uw macht. Hij zal een vader zijn voor de bewoners van Jeruzalem en voor het huis van Juda. De sleutel van Davids huis leg Ik op zijn schouders. Wat hij opent, kan niemand sluiten; wat hij sluit, kan niemand openen. Ik zet hem vast, een pin in een stevig stuk muur. Hij wordt een luisterrijke zetel voor het huis van zijn vader.”?
Jezus, zoon van de levende god
Jezus kwam in de streek van Caesarea van Filippus en vroeg zijn leerlingen: ‘Wie is de Mensenzoon volgens de mensen?’ Ze zeiden: ‘Volgens sommigen Johannes de Doper, volgens anderen Elia, volgens weer anderen Jeremia of een van de profeten.’ Hij zei hun: ‘En jullie, wie ben Ik volgens jullie?’ Simon Petrus antwoordde hem: ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God.’ Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Gelukkig ben jij, Simon Barjona; niet vlees en bloed hebben jou dat onthuld, maar mijn Vader in de hemel. Ik zeg jou: jij bent Petrus; op die steenrots zal Ik mijn kerk bouwen, en de poorten van het dodenrijk zullen haar er niet onder krijgen. Ik zal je de sleutels geven van het koninkrijk der hemelen, en wat je op aarde bindt zal ook in de hemel gebonden zijn, en wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ Toen verbood Hij de leerlingen om iemand te zeggen dat Hij de Messias was.
Diakenwijding van Berend van de Berg
De Digidulfke uitgave november 2024 is uit
Veranderingen in het team van pastores
BUSREIS BEDEVAART KEVELAER 22 AUGUSTUS 2024
Eervolle penning voor Theamarie Geilleit en Jeanne van Hal