Kies uw kerk

Preek van de week

2017-01-08. Een nieuw licht ging op

        Preek Openbaring des Heren, A

Eerste lezing: Jesaja 60, 1-6

Evangelie: Matteüs 2, 1-12

De eerste lezing vertelt ons vandaag van een handje vol ballingen die in Jeruzalem zijn teruggekeerd. Samen met de treurenden die achter waren gebleven proberen ze hun wereld, hun stad, hun tempel weer op te bouwen. Maar de vreugde over het wederkeren ebt spoedig weg. De kloof tussen hun dromen en de weerbarstige werkelijkheid is groot. Het duurt niet lang meer over de oude tegenstellingen laaien weer op. Ze bidden dat het licht over hun Jeruzalem eindelijk weer eens op zal gaan.

Een licht gaat over Bethlehem op. Het zijn magiërs, sterrenkundigen die het opmerken. Ze laten alles achter om de ster te volgen! Waar kennen we dat nog meer uit het evangelie? Zie, zo gaan de volkeren op naar Jeruzalem, om er eendrachtig God te aanbidden. De ster gaat hen voor.

Waarom zijn de magiërs niet meteen naar Bethlehem gegaan? Nu maken ze de slapende hond Herodes wakker en zullen kinderen de dood vinden. Welbeschouwd is het de schuld van de ster, want die heeft hen naar Jeruzalem geleid. Waarom die omweg?

Omdat het geen astrologische ster is. Zoals de stamboom van Jezus geen genealogische stamboom is. De ster van de magiërs is een theologische ster. En het laatste wat de ster wil is aan Jeruzalem voorbijgaan, want Israël is en blijft geroepen om de volkeren van de wereld de weg naar God te wijzen.

Maar Jeruzalem laat het afweten. Het minste wat ze had kunnen doen is naar de hemel kijken om te zien of er werkelijk een ster is opgegaan. Ook al kennen ze de profeten, ze blijven zitten en verroeren geen vin. Wie moet nu de magiërs de weg wijzen? Als de aarde het laat afweten, brengt de hemel uitkomst. ‘Zie de ster die zij hadden zien opgaan, ging voor hen uit…’

De magiërs waren blij de ster te zien en lieten alles achter om deze te volgen.

Hoe staat het met onze ster, met onze ambities, verlangens, toekomst verwachtingen en vergezichten? Durven wij ons leven achter te laten en opnieuw te beginnen. Durven we de magiërs, de leerlingen van Jezus achterna te gaan?

Ook met ons zal het gaan als met de magiërs, met Jozef, steeds weer opnieuw zal de hemel moeten in grijpen om in ons leven een nieuw licht te laten opgaan.

Amen.

Mattheus 2, 1-12

Mattheus 2, 1-12

Afbeelding: The Adoration of the Magi

        Door: Rembrandt (ca. 1606 - 1669)

Afmetingen: 71 x 65,8 cm

Techniek: Olieverf op paneel

Datum: 17de eeuws

Te bewonderen in: Hermitage (Sint-Petersburg), Rusland

Jesaja 60, 1-6

        Het nieuwe Jeruzalem
Sta op en schitter, want uw licht is gekomen, de glorie van de heer komt over u. En zie, de duisternis bedekt de aarde, en donkerte de volken, maar over u gaat de heer lichtend op, zijn heerlijkheid verschijnt over u. En volken komen naar uw licht, koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op en kijk om u heen, allen verzamelen zich en komen naar u toe: uw zonen komen uit de verte, uw dochters worden op de heup gedragen. U zult het zien en stralen van vreugde, uw hart zal trillen en zwellen: de schatten van de zee worden naar u toe gebracht, de rijkdom van de volken komt naar u toe. Een vloed van kamelen zal u bedekken, dromedarissen van Midjan en Efa; alle bewoners komen uit Seba, met goud en wierook beladen; zij verkondigen de lof van de heer.

Evangelie: Matteüs 2, 1-12

        Van Bethlehem naar Nazareth
Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, ten tijde van koning Herodes, kwamen er uit het Oosten magiërs in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Want wij hebben zijn ster zien opkomen en wij zijn gekomen om Hem te huldigen.’ Toen koning Herodes hiervan hoorde, schrok hij, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en Schriftgeleerden van het volk samen en wilde van hen weten waar de Messias geboren zou worden. Ze zeiden hem: ‘In Bethlehem in Judea. Want zo staat het geschreven bij de profeet: Bethlehem, land van Juda, u bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit u zal een leider voortkomen, die herder zal zijn van mijn volk Israël.’ Toen riep Herodes de magiërs in stilte bij zich en vroeg nauwkeurig naar de tijd waarop de ster verschenen was. Hij stuurde hen naar Bethlehem met de woorden: ‘Ga een nauwkeurig onderzoek instellen naar het kind. Wanneer u het gevonden hebt, laat het mij dan weten; dan kan ook ik het gaan huldigen.’ Toen ze de koning aanhoord hadden, gingen ze weg. Opeens ging de ster die ze hadden zien opkomen voor hen uit, tot ze bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze met buitengewoon grote vreugde vervuld. Ze gingen het huis binnen en zagen het kind met zijn moeder Maria. Ze vielen op hun knieën en huldigden het. Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk. En omdat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, namen ze de wijk en gingen ze langs een andere weg naar hun land terug.

Archief preken