Kies uw kerk

Preek van de week

2018-05-21. Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid

2de Pinksterdag, B

 

Eerste lezing: Handelingen der apostelen 19, 1b-6a

Evangelie: Johannes 14, 15-21

De christenen hebben altijd grote moeite gehad met het evangelie van de rijke jongeling. Het kan ons troosten dat de apostelen dit ook al hadden. Er zijn stromingen geweest die propageerden: om in de hemel te komen moet je de aardse rijkdommen verachten. Deze gedachte heeft soms grote impulsen gegeven aan onze beschaving. Denk aan de beweging rond Franciscus. Ook in onze dagen manifesteren stromingen zich die protesteren tegen de macht van het grote geld. Ze protesteren tegen oncontroleerbare krachten, tegen exhorbitante betalingen.

De apostelen weten er ook niet goed raad mee. ‘Wie kan er dan nog in Gods koninkrijk komen?’, vragen ze bezorgd. en Jezus antwoord dan: ‘Voor God is alles mogelijk.’ Maar of de vraag daarmee beantwoord was? Wel is het zo dat generaties lang kloostergemeenschappen bezittingen achter zich lieten en een grote bijdrage leverden aan onze samenleving, het onderwijs en de gezondheidszorg. En laat het toevallig in onze tijd juist daar mis gaan omdat er veel geld mee gemoeid is.

Even terug naar het evangelie. Jezus zegt tegen de jongeman niet wat die MOET doen, alsof Jezus ons voorhoud wat we moeten doen, in plaats van wat we kúnnen doen. De jongen vraag aan Jezus wat hij moet doen. De tien geboden blijkt hij prima te kennen en hij leeft ernaar. Dat bevalt Jezus wel. Hij vat grote sympathie voor hem op en wil de man wel toevoegen in de kring van de leerlingen: ‘Wil je me volgen?’ Dat kan de rijke echter niet. Er is teveel dat hem bindt aan het leven dat hij leidt. En dan verzucht Jezus: jammer dat zoveel rijkdom zijn geluk in de weg staat. Het niet-hechten aan bezittingen is geen eis die Jezus stelt, het is een mogelijkheid die hij wijst naar ons geluk. Jezus ziet hoe mensen zich omringen met steeds meer bezittingen om de angst voor het leven, voor het onbekende, te bezweren. De mens hoopt zo zich te wapenen tegen de wispelturigheden van het bestaan, maar al die rijkdommen zullen hem uiteindelijk niet helpen. Ze staan de liefde en de vriendschap vaak in de weg.

Johannes 14, 15-21

Johannes 14, 15-21

In de jaren die achter ons liggen hebben we elkaar voorgehouden dat het goed is om geld uit te geven, dat het goed is om schuld op te bouwen. Kopen op afbetaling, hypotheken zonder af te lossen. de rijke landen hebben heel veel geld geleend van de toekomst. Het lijkt erop dat we elkaar gek hebben gemaakt in het lenen en uitgeven van wat wij of onze kinderen nog moeten verdienen.

Eindelijk en noodgedwongen zijn de politici het erover eens dat die fout hersteld moet worden. We moeten inleveren. Inleveren wat we genomen hadden van de toekomstige welvaart. Daar wordt over geklaagd. Mensen vertrouwen elkaar niet. Wie moet het meeste inleveren? Wie profiteert ervan?
Ik lees in het evangelie van vandaag een geruststelling: weest niet zo bang, met een beetje minder kun je ook heel gelukkig zijn! En: hecht niet zoveel aan je bezit dat je anderen de kastanjes uit het vuur laat halen. Als we onze zorg goed verdelen komt letterlijke zorg ook aan mensen die er minder rooskleurig opstaan. De sociale leer van de kerk, waar de huidige Franciscus vaak naar verwijst verbiedt geen bezit, evenmin als Jezus. Maar zij verwijst wel naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. De aarde heeft alleen toekomst als we begrijpen dat het geluk niet steekt in steeds meer hebben, maar in de zorg voor elkaar.

 

Amen.

Handelingen der apostelen 19, 1b-6a

        Paulus in Efeze
Paulus reisde door het binnenland naar Efeze. Hij ontmoette er enkele leerlingen en zei tegen hen: ‘Hebt u heilige Geest ontvangen toen u gelovig werd?’ Zij antwoordden hem: ‘Maar wij hebben nog nooit van het bestaan van een heilige Geest gehoord.’
Hij vroeg: ‘Wat voor doop hebt u dan gekregen?’ Zij zeiden: ‘De doop van Johannes.’ Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte een doop van bekering en wees het volk erop dat ze moesten geloven in degene die na hem zou komen, dat wil zeggen in Jezus.’
Na die woorden lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus. Paulus legde hun de handen op en de heilige Geest kwam op hen.

Johannes 14, 15-21

        Ik laat jullie niet verweesd achter
Als jullie Mij liefhebben, zul je ter harte nemen wat Ik jullie opdraag. En Ik zal de Vader vragen jullie een andere Helper te geven, die voor altijd met jullie zal zijn, de Geest van de waarheid. De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet en ook niet kent; jullie kennen Hem wel, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn. Ik laat jullie dus niet verweesd achter: Ik kom bij jullie terug. Want nog maar een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, terwijl jullie Mij wel zullen zien, want evenals Ikzelf zullen ook jullie leven. Op die dag zul je inzien dat Ik in mijn Vader ben, en dat jullie in Mij zijn zoals Ik in jullie ben. Wie zich aan mijn opdracht gebonden weet en haar ter harte neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft zal ondervinden hoe de Vader hém liefheeft, en ook Ik zal hem liefhebben en Mij aan hem openbaren.’

Archief preken